OWG 6 Neuropsychologische Stoornissen – Agnosie en Neglect
6.1 Agnosie
1. Wat is agnosie?
2. Welke hersendelen zijn er betrokken bij perceptie?
3. Types agnosie
4. Welke hersendelen betrokken bij verschillende types agnosie?
6.2 Neglect
1. Welke hersengebieden zijn betrokken bij ruimtelijke-informatieverwering?
2. Wat gebeurt er na schade van parietale cortex.
3. Wat is neglect?
4. Welke hersengebieden zijn betrokken bij neglect?
5. Hoe kun je neglect verklaren?
6. Hoe kun je parietaalkwab-schade beoordelen?
HOOFDSTUK 13
Wat is visuele agnosie?
De meest voorkomende schade bij visuele agnosie bevindt zich in het weefsel van de
occipitaal grens dat deel uitmaakt van het ventrale visuele pad. Visuele agnosie lijkt niet het
resultaat van schade aan de dorsale stroom. Agnosiën zijn echter te onderscheiden wat
betekent dat verschillende stromen van visuele informatieverwerking (bv de STS stroom) ook
door het ventrale pad moeten stromen.
- Object agnosie (2 vormen)
o Apperceptive agnosie (wat pad)
Elk falen om objecten te herkennen terwijl basale visuele functies (scherpte,
kleur, beweging) behouden blijven. Het fundamentele tekort ligt de
onmogelijk om een beeld te vormen van de structuur van een object of
objecten. In simpele gevallen kunnen patiënten niet herkennen, namaken of
vormen aan elkaar linken. Vaak het gevolg van heftige bilaterale schade aan
laterale delen van de occipitaalkwabben, inclusief de regio’s die output
sturen naar de ventrale stroom.
Veel patiënten hebben nog een ongewoon symptoom, namelijk
simultagnosie kunnen wel de vorm van een object waarnemen maar
kunnen niet meer dan 1 object tegelijkertijd zien. Veel patiënten doen zich
voor als blind omdat het een enorme taak is om de wereld waar te nemen 1
object na het volgende.
o Associatieve agnosie (wat pad)
Onmogelijkheid om objecten herkennen ondanks het duidelijke waarnemen.
Kunnen wel een tekening maken van wat ze gezien hebben maar kunnen het
niet benoemen/identificeren. Deze vorm van agnosie wordt veronderstelt een
hogere cognitieve verwerking te betrekken zoals geheugen. Deze beperking is
een geheugengebrek die niet alleen verleden kennis aantast maar ook de
mogelijkheid nieuw kennis op te doen. Schade bevindt zich waarschijnlijk in de
ventrale stroom die hoger in de verwerkingshiërarchie ligt zoals de anterior
temporaalkwab.
- Andere visuele agnosiën
o Prosapagnosia (wat pad)
De onmogelijkheid om gezichten te herkennen, inclusief hun eigen gezicht in
de spiegel of op een foto. De accepteren misschien niet zozeer dat ze hun
eigen gezicht niet herkennen omdat ze weten wie het in de spiegel moet zijn
en dus zichzelf zien.
, Ze kunnen waarschijnlijk wel menselijk gezichten onderscheiden van niet
menselijke gezichten en gezichtsuitdrukkingen herkennen.
Zij hebben bilaterale schade waarbij de schade gecentreerd ligt in de regio
onder de calcarine fissure bij de temporale splitsing. Gezichtsherkenning is
waarschijnlijk een bilateraal en asymmetrisch proces.
o Alexia (wat pad)
Onmogelijkheid om te lezen. Waarschijnlijk gevolg van schade aan de linker
fusiform gyrus and lingual areas. Beide hemisferen kunnen letters lezen maar
alleen de linker kan ze tot woorden vormen. Het is een vorm van object
agnosie waarbij er een waarnemingsgebrek bestaat waardoor het onmogelijk
is om van delen een geheel te maken. Het is ook een vorm van associatieve
agnosie waarbij woordgeheugen (lexicon store) beschadigd of
ontoegankelijk is.
o Visuospatial agnosie (waar pad)
Zijn verschillende stoornissen van ruimtelijke waarneming en oriëntatie. Een
zeer vernietigende vorm is topografische disoriëntatie onmogelijkheid om
de weg te vinden in bekende omgevingen. Ze herkennen oriëntatiepunten
niet die normaal je weg bepalen. Deze mensen hebben meestal meerdere
visuele defecten zoals het niet herkennen van gezichten. Het kritieke gebied
van deze aandoening ligt waarschijnlijk in de rechter medial occipitotemporal
regio, inclusief de fusiform gyrus en lingual gyri. Deze vorm van agnosie kan
een symptoom zijn van ziekten zoals Alzheimer.
o Kleurenagnosie (wat pad)
Gebrek aan concept van kleur (ieder begrip van kleur ontbreekt).
Kleurenblind is gevolg van een beschadiging in je oog.
o Motionagnosie (waar pad)
Mensen die geen beweging kunnen waarnemen. Bv met de weg oversteken
zie je een auto in de verte maar ziet m niet naderen en is dus gevaarlijk.
V5
Waarnemen van gezichten en objecten wordt geregeld door bilateral prefrontale activiteit
en linker hemisfeer posterior parietale cortex activiteit.
Mentale rotatie van objecten is een speciale categorie van inbeelden. Objectherkenning en
mentale rotatie zorgen voor verschillende patronen van hersenactiviteit. Objectherkenning
laat meer activiteit zien in de rechter hemisfeer ventrale stroom visuele gebieden en mentale
rotatie meer activiteit in de rechter hemisfeer dorsale stroom visuele gebieden. Dorsale
stroom en rotatie is een logische combinatie; voordat hersenen iets mentaal kan draaien
moet het eerst handmatig gedraaid zijn dus ook een deel van de motorische cortex zal
hieraan deelnemen.
Welke hersendelen zijn er betrokken bij perceptie?
Occipitaal kwab
Gedacht wordt dat de visuele cortex hiërarchisch is opgebouwd waarbij visuele informatie
van gebied V1 naar V2 gaat en van V2 naar V3. Tegenwoordig wordt dit idee als te simpel
gezien en is vervangen door een onderverdeeld hiërarchisch proces met meerdere parallelle
en paden die in verbinding staan op ieder niveau.
- V1 (striate cortex) is het eerste niveau van verwerking die de meeste input krijgt van
de lateral geniculate nucleus van de thalamus en projecteert naar alle andere
occipitale regio’s.
- V2, het tweede verwerkingsniveau die ook naar alle andere delen van de occipitale
regio’s projecteert (samen met V1 voor kleur, vorm en beweging).
- Na V2 zijn er 3 verschillende soorten parallelle paden die naar de parietal cortex, de
multimodal superior temporal sulcus (STS) en inferior temporal cortex gaan voor
verdere verwerking.
, Daarnaast zijn er nog 2 paden die opkomen:
- Dorsal stream (parietal pathway) die deelneemt in de visuele ondersteuning van
beweging.
- Ventral stream, inclusief de inferior temporal pathway en de STS pathway,
betrokken bij objectie waarneming/perceptie (inclusief kleuren en gezichten) en
waarnemen van bepaalde soorten beweging.
Gebieden V1 en V2 lijken te dienen als een soort inbox waar verschillende soorten informatie
verzameld worden voordat deze doorgestuurd wordt naar gespecialiseerde gebieden.
Vanuit daar gaan 3 parallelle paden die verschillende eigenschappen van zicht vervoeren.
Info van V1 via V2 gaat naar V4 kleurgebied (niet alle cellen zijn alleen gevoelig voor kleur,
sommige ook voor vorm en kleur). Schade: ziet alleen grijstinten en kunnen ook geen kleuren
meer herinneren van voor de schade of zich kleur voorstellen.
Info van V1 gaat via V2 naar V5 gevoelig voor beweging. Schade: kunt bewegende
objecten niet meer waarnemen. Wel in rust waar te nemen.
Info van V1 naar V2 naar V3 gevoelig voor dynamische vorm: vorm van bewegende
objecten. Schade: tast vormwaarneming aan. Maar V4 heeft hier ook een rol dus veel
schade nodig om moeite te hebben met waarnemen vorm.
Zicht begint dus in V1 en gaat naar V2 die meerdere functies heeft en gaat naar meer
gespecialiseerde gebieden. Schade: geven aan niks te zien omdat info ook niet meer naar
gebieden V3, 4 en 5 gaat. Toch kan visuele informatie erdoor gaan via projecties van V2. V1
echter dus nodig om te begrijpen welke info gebieden 3 – 5 aan het verwerken zijn.
Schade V1 andere V’s input van V1 dus lijken alsof mensen blind zien terwijl ze wel input
krijgen van hogere cognitieve gebieden maar krijgen wel input.
Visuele paden voorbij de occipitaalkwab (hoort bij V1 – V5 systeem. Als verdere verklaring)
Zicht is in eerste instantie ontwikkelt voor beweging en niet voor herkenning. Simpele
organismen kunnen licht detecteren om erheen te gaan. Bv een baseballspeler kun
bewegen naar een bal voordat hij deze heeft waargenomen wat het precies is.
Toch moeten we leren ons aan te passen aan onze omgeving waardoor bepaalde visuele
systemen zich ontwikkelde om objecten in de omgeving te herkennen.
Het systeem dat visueel begeleide bewegingen controleert, wordt gedaan door de stroom
van informatie uit gebied V1 naar de parietaalkwab in de dorsale stroom = begeleiden van
bewegingen.
Milner Goodale model belangrijk om te begrijpen hoe ons visuele brein is georganiseerd.
De 2 visuele stromen zijn op verschillende manier ontwikkelt om visuele informatie te
gebruiken:
- Dorsale stroom: begeleiden bewegingen.
- Ventrale stroom: identificeren van objecten.
Wij zijn ons maar bewust van een klein deel van wat de hersenen doen; zelfs als we moeite
doen zijn we niet op de hoogte van alle sensorische processen die plaatsvinden.
1 probleem van het model is dat de derde stroom van visueel verwerken stamt uit structuren
die geassocieerd worden met zowel de parietaal als de temporale paden die gelegen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper VaDu. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.