, Hoofdstuk 1 (Personeelseconomie): Principaal-agent
probleem
In dit eerste hoofdstuk van personeelseconomie zullen wij het hebben over het principaal-agent
model. Het model behandelt economische relaties tussen twee of meer mensen. Dit model wordt veel
gebruikt bij personeelseconomie, en natuurlijk ook bij andere onderdelen van de micro-economie.
We zullen beginnen met het opstellen van een principaal-agent model. De principaal en de agent zijn
twee spelers in dit model. De agent heeft de taak om iets te gaan doen, bijvoorbeeld een rapport
schrijven. De principaal is degene die belang heeft bij de uitvoering van deze taak. Deze probleem
structuur kan op veel vlakken worden toegepast, maar tijdens dit vak zal vaak worden aangenomen
dat de principaal de werkgever of manager is en de agent de werknemer.
Het principaal-agent model
Voordat we een dergelijk model kunnen opstellen moeten we een aantal veronderstellingen maken
over de volgende onderwerpen:
1. De structuur van de interacties: wie doet wat wanneer.
2. Motivatie van de agent en de principaal.
Motivatie van de agent en de principaal
We gaan er in dit hoofdstuk vanuit dat de agent een zelfzuchtige en enigszins luie werknemer is. Hij
geeft om geld en vindt werken eigenlijk altijd onplezierig. Daarnaast wordt er verondersteld dat de
principaal de werkgever is en alleen geeft om een zo hoog mogelijke winst.
Na het maken van de veronderstellingen zullen we beginnen met analyseren en bekijken we welke
uitkomsten we kunnen verwachten, gegeven die omstandigheden. De laatste stap is de uitkomsten
testen door middel van de data (empirisch onderzoek).
Veronderstellingen voor het model in dit hoofdstuk
1. Er is maar één type werknemer. Hierdoor hoef je niet te bepalen wie er geselecteerd moet
worden.
2. Er is maar één werknemer, en maar één werkgever. Dit betekent echter niet dat de werknemer
voor de werkgever moet werken. Hij kan ook kiezen om niet voor hem te werken.
3. Er is een winst maximaliserende principaal en een zelfzuchtige en luie agent. Elke eenheid
werken levert kosten op voor de agent.
4. Beide spelers nemen rationele beslissingen.
Het principaal-agent probleem bestaat uit meerdere stappen. Deze stappen zullen hieronder op een
rijtje worden gezet:
1. Principaal biedt een bepaald contract aan. Hier bepaalt de principaal hoe het contract eruitziet,
gegeven zijn doelstellingen en de omgeving.
2. Agent besluit om het contract te accepteren of af te wijzen. Hier bepaalt de agent of hij/zij het
aantrekkelijk genoeg vindt om hieraan mee te doen.
2
, 3. Indien de agent het contract heeft geaccepteerd zal hij bepalen hoeveel inspanning hij zal
leveren.
4. De agent krijgt uitbetaald en de principaal geniet van de winst.
Nu komen we aan bij het wiskundige gedeelte van dit hoofdstuk. We zullen alle bovenstaande
eigenschappen wiskundig opschrijven.
Ten eerste zullen we de winstfunctie opstellen. Het is namelijk de doelstelling van de werkgever om
deze zo hoog mogelijk te maken.
𝑤𝑖𝑛𝑠𝑡 = 𝜋 = 𝑝𝑄 − 𝑌
- P = prijs
- Q = aantal eenheden geproduceerd
- Y = loonkosten
De werknemer wil zijn eigen nut maximaliseren. Om dit te berekenen hebben we zijn nutsfunctie
nodig. Deze ziet er als volgt uit:
𝑈 = 𝑌 − 𝑉(𝐸)
- Y = loon voor de geleverde inspanning E
- V(E) = inspanningskosten, met V’(E)>0 en V’’(E)>0
Er zijn kosten verbonden aan het nut van de werknemer die afhangen van de inspanning die door de
werknemer wordt geleverd. Deze kosten drukken we uit als V(E). In dit geval is de functie van de
inspanningskosten convex. Dit houdt in dat de kosten marginaal steeds harder toenemen gegeven een
hoger inspanningsniveau. In dit hoofdstuk zullen we aannemen dat:
1
𝑉(𝐸) = 𝐸2
2
Uit de bovenstaande formules blijkt dat de werknemer het liefste een zo hoog mogelijk loon heeft,
maar zo min mogelijk werkt. Het contract zal er dus voor moeten zorgen dat de werknemer
gemotiveerd wordt om hard te werken. Hiervoor is het nodig dat er een relatie is tussen het inkomen
en de inspanningen. Als de werknemer een vast salaris krijgt zal hij/zij er namelijk voor kiezen om geen
inspanning te leveren omdat dit zijn/haar nut maximaliseert. Om ervoor te zorgen dat de werknemer
hard zal werken kan de werkgever een contract uitbieden dat bestaat uit een vast salaris (a) en een
variabel gedeelte (b). Het variabele gedeelte hangt af van de hoeveelheid productie en wordt ook wel
stukloon genoemd. De inkomensfunctie ziet er als volgt uit:
𝑌 = 𝑎 + 𝑏𝑄
- a = vast salaris
- b = bonus per eenheid productie
Als laatste hebben we de productiefunctie nodig om zo de relatie tussen inspanning en de
resulterende output te bepalen. Deze wordt uitgedrukt in E omdat de geleverde inspanning uiteindelijk
leidt tot de geproduceerde producten. Meer inspanning leidt tot een hogere productie.
𝑄 = 𝑑∗𝐸
- d kan hier worden gezien als factor die de hoeveelheid eenheden productie kan beïnvloeden.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan talent of het volgen van een bepaalde training.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper olivierhoek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.