H6 - Tussen de wereldoorlogen
Par. 53 - Historische achtergrond 1914-1945
Na WOI trachtte men die vier verschrikkelijke jaren te vergeten, hopende op een nieuw
tijdperk, en stortte zich vol enthousisme op het leven: de ‘roaring twenties’ braken aan.
Eindigt echter in crisis na de beurscrisis in 1929, waarna WOII volgde.
Intussen kwamen er steeds meer anti-democratische regimes (dictaturen): Rusland,
Italië, Duitsland, Spanje en meer. Europa was in twee decennia bijna één grote totalitaire
staat geworden. Toen in 1939 de twee ideologische aartsvijanden, het fascistische Duitsland
en het communistische Rusland, een niet-aavalsverdrag tekenden, kon WOII beginnen. In
Nederland bleef het rustig; radicale partijen blezen hier klein. Democratisering maakte zelfs
verordeningen, toen mannen en vrouwen het algemeen kiesrecht ontvingen. Aan die rust
kwam een einden toen Nederland ook, ten tijde van WOII, werd betrokken bij wereldpolitiek.
Een massacultuur ontstond, waarin veel cultuurkritiek heerste: men had een negatieve
kijk, ingegeven door angst; de moderne mens is een twijfelaar; oude zekerheden (religieuze
en maatschappelijke) vervallen. Er was ook een positieve kijk, ingegeven door
technologische veranderingen, waarin men nieuwe mogelijkheden zag. Steden worden
metropolen, er wordt veel gebouwd. Het leven gaat snel, té snel. Het brein heeft tijd nodig
om zich aan verandering aan te passen. Deze tijd heeft zo veel verandering, dat het mensen
beangstigde omdat ze de veranderingen niet meer bij konden houden. Zo was er in die tijd
blijdschap voor einde oorlog, maar ook angst voor de toekomst.
De cultuurbeweging die rond WOI ontstond heet het modernisme. Binnen het modernisme
zitten talrijke stromingen (dadaïsme, expressionisme, nieuwe zakelijkheid, surrealisme)
die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat ze radicaal nieuwe kunst voorstonden.
Ook ontstond de historische avant garde: lopen vooruit op de anderen.
Par. 54 - Het modernisme
Bij de kunstenaars van het modernisme ging het niet om een realistische afbeelding van de
werkelijkheid te maken, maar ideeën en gevoelens uit te drukken met behulp van
kleuren, vormen en afbeeldingen. Nieuwe kunst moest uiting zijn van de mens: abstract
(niet meer keurig volgens regels als voorheen). Oude kunst volstaat niet meer, die is immers
te besmet door WOI. Er ontstond collage en montage. Schoonheid - shockeffect.
Dictaturen hielden hier niet van: het was te moeilijk, te ongrijpbaar, te ongebonden.
Dictaturen wensen een ordelijke kunst die ze kunnen gebruiken als propaganda en die
dus voor iedereen begrijpelijk moet zijn. Bij abstracte kunst is niet duidelijk wat het precies
betekent, waardoor er via deze kunst in het geheim anti-overheidsberichten verspreid
zouden kunnen worden. Daarom is abstracte kunst beanstigend voor dictaturen.
Dictaturen willen concrete kunst, want dat is te vatten. In onbegrijpbare kunst kan je zelf
een betekenis is vinden, terwijl ze alleen hún betekenis willen hebben. Kunst uit het
modernisme is immers ongrijpbaar. Dictaturen willen begrijpelijke kunst, om daarmee
mensen te kunnen indoctrineren.
1
, Centrale problematiek:
- Twijfel aan de mogelijkheid om de werkelijkheid in al haar facetten en samenhang te
kennen (de werkelijkheid verandert te snel)
- Twijfel aan de mogelijkheid om adequaat in woorden uitdrukking te geven aan ideeën
(over de werkelijkheid/Wittgenstein)
Centrale thematiek: de vervreemding van de mens in de moderne wereld.
In modernistische romans wordt veel gedacht en weinig gehandeld. De ‘stream of
consciousness’ (bewustheidsstroom) is van groot belang. Waarheidsgetrouwe weergave
van de werkelijkheid was minder belangrijk. Innerlijke leven van het persoon staat
centraal. Een voorbeeld is Eva van Carry van Bruggen. Deze romans zijn niet plezierig om
te lezen omdat we het simpelweg niet gewend zijn.
Het modernisme wordt ook wel eens aangeduid met de term ‘avant-garde’; dit betekent
mensen die voorlopen op een bepaald gebied. De avant-gardistische kunstenaars en
modeontwerpers enovoort wordt wel de ‘historische avant-garde’ genoemd. Binnen de
historische avant-garde zitten talloze richtingen, de belangrijkste zijnde expressionisme en
dadaïsme. Daarnaast heb je ook nog kubisme, futurisme en constructivisme. In laren ‘20
ontstaat in Frankrijk het surrealisme, met als reactie daarop de nieuwe zakelijkheid.
Par. 55 - Het expressionisme
Impressionisme was impressie realiteit, terwijl expressionisme expressie gevoel was.
Impressionisme: Expressionisme:
- Beschrijving indruk - Beschrijving van gevoel mbv. beelden
- Proza & poëzie - Voornamelijk poëzie
- Onderwerpen uit de natuur - Onderwerpen uit de stad
In de kunst slaat de afbeeldingsfunctie om in de uitdrukkingsfunctie. De realiteit wordt
gedeformeerd ten behoeve van wat de kunstenaar wil uitdrukken. Hoe sterker deze
deformaties zijn, hoe moeilijker het wordt om iets realistisch op het schilderij te
onderscheiden. Ten slotte kan dit overgaan in abstracte of non-figuratieve kunst, waarin
elke herkenbaarheid is verdwenen en het schilderij alleen nog bestaat uit vormen en kleuren.
Het expressionsisme heette in Frankrijk fauvisme (naar ‘fauve’ = wild dier). In de film wordt
expressionisme gekenmerkt door uitbundige montage en felle contrasten in belichting.
In literatuur wordt ook gedeformeerd door het aantasten van het klassieke vers. Bij de
zogenoemde vrije verzen van het expressionisme missen rijm maakt de normale zinsbouw
plaats voor onvolledige en -grammaticale zinnen, en verdwijnen hoofdletters en interpunctie.
Om emotie zo goed mogelijk uit te drukken wordt gebruik gemaakt van neologismen.
Poésie pure: gedichten waarin het niet gaat om de concrete inhoud maar waarin een
sfeer, een gevoel wordt opgeroepen. In proza speelde expressionisme geringere rol. Veel
expressionistische verhalen behoren tot de groteske, term die gebruikt wordt voor verhalen
waarin ongelijksoortige elementen door elkaar lopen, zoals komische en tragische. Soms
leidt dit tot absurdisme: consequent volhouden van gedachtegang tot in het waanzinnige.
2