Agendasetting en framing
1. Fernando, A. G., Suganthi, L., & Sivakumaran, B. (2014). If You Blog, Will They
Follow? Using Online Media to Set the Agenda for Consumer Concerns on
“Greenwashed” Environmental Claims. Journal of Advertising, 43(2), 167-180.
De meeste onderzoeken naar advertenties op internet focussen zich specifiek op de persuasieve
macht van de advertenties. Onderzoekers zien het feit dat internet een bron voor consumenten hun
opinie is, over het hoofd. Advertising- en marketing communicatie professionals moeten gebruik
maken van internet zijn interactieve kenmerk, door te kijken naar het feedback wat consumenten
geven en hier een campagne op baseren. De fundamentele principes van communicatie zijn niet
veranderd, echter zijn consumenten geen passieve ontvangers meer van advertenties maar zijn het
creatieve ‘prosumers’, die actief betrokken worden bij het communicatie proces. Recent onderzoek
naar advertising combineert hierdoor nieuwe en oude concepten met het gebied van communicatie.
Sommige theorie gebaseerd op massamedia kunnen hierdoor ook toegepast worden op
internet advertising. De onderzoekers geloven dat de ‘agenda-setting theorie’ passend is om online
naar de meningen van consumenten te luisteren. De agenda-setting theorie is wordt traditioneel
gebruikt in een offline situatie, echter in dit onderzoek wordt de agenda-setting theorie gebruikt om
uit een te zetten wat de mening van consumenten is op het gebied van ‘greenwashed’ advertenties en
of dit wordt beïnvloed door de agenda die online is opgesteld door blogs en online-kranten.
Greenwashed claims worden gezien als vage, ongefundeerde en potentiele, misleidende
milieu uitspraken door bedrijven. Greenwashing omvat alle advertenties en marketing die het
publiek misleid over milieu overtuigingen door een persoon, product of bedrijf. Veel consumenten
en non profit organisaties (NGO) gebruiken social media en virale advertentie campagnes om
bedrijven die aan greenwashing doen, aan te spreken. Ten eerste, wordt gekeken naar online
publieke discussies, blogs en nieuwsartikelen van verschillende stakeholders om hun mening over
greenwashing vast te stellen. Daarna zijn er drie research questions opgesteld om uit een te zetten of
invloedrijke stakeholders die online communiceren, de mening van consumenten over greenwashing
kunnen vormen.
RQ1: What are the different themes in stakeholders’ discussions on greenwashing in online
media?
RQ2: Does NGO or online newspaper agenda on greenwashing influence the sailence on
greenwashing issues in consumers discussions?
Uit veel onderzoek naar agenda-setting blijkt dat agenda-setting averechts kan werken. Dit betekend
dat blogs en websites de agenda kunnen vormen voor kranten maar ook andersom. Hierdoor is
research question 3 opgesteld:
RQ3: Do consumers’ discussions on greenwashing influence the salience of the geenwashing
issue in NGO and online newspaper and articles.
1
,Het beantwoorden van de drie bovenstaande vragen, biedt nieuwe inzichten voor advertising
professionals om de door middel van online tools het mogelijk te maken om een publieke agenda te
vormen.
Literatuur Overzicht
Agenda setting
De agenda-setting theorie gaat er van uit dat de massa media het publiek verteld, waarover en hoe
ergens over nagedacht moet worden. (McCombs an Shaw, 1972). De theorie vertelde het publiek niet
alleen waarover ze na moesten denken (first level) maar het had ook invloed op het feit ‘hoe’ het
publiek over een bepaald issues, persoon of object nadacht (second-level). First level agenda setting
wordt gehanteerd als het overbrengen van een specifiek object, van de ene agenda naar de andere,
en second level agenda setting wordt gelimiteerd tot een attribuut wat gekoppeld wordt aan dit
object. Elk object is samengesteld door een set van attributen wat het beschrijft. Het attribuut kan
substantief zijn maar ook affectief. Hierdoor kan second level agenda setting ook de toon van een
attribuut van het object vormen.
Eerdere agenda-setting studies onderzoeken de typische agenda setting effecten van
massamedia als kranten en televisie op de mening van het publiek. Deze studies hebben dit effect
succesvol aangetoond. In het algemeen hebben maar weinig onderzoekers de agenda setting theorie
gekoppeld aan advertising (Wanneer politieke advertising buiten beschouwing wordt gehouden).
Greenwashing
Organisaties die greenwashing toepassen, kunnen een terugval van stakeholders verwachten. Dit
heeft ook effect op de reputatie, en social media kan hier een vitale rol bij spelen. De meeste
greenwashing studies, gebruiken de meningen van experts om greenwash uitspraken uit een te
zetten. Het is echter beter wanneer dit wordt gedaan door de consumenten.
Theoretisch kader
Second level agenda setting, brengt de attributen van een object ter sprake bij het publiek, hierdoor
gaan de onderzoekers er van uit dat second-level agenda setting het framework biedt om de
opvallende greenwashing issue attributen aan te kaarten bij de stakeholders
Online agenda setting and NGO
Milleu groepen zijn niet altijd succesvol geweest bij het vormen van de agenda ‘offline’, het internet
biedt hier een oplossing voor. Het wordt makkelijker voor NGO’s om een via internet informatie te
verspreiden en belangrijke issues aan te kaarten, hierdoor kunnen ze meer invloed uit oefenen op de
media agenda. Bijvoorbeeld human rights activisten gebruiken online platformen om bewustzijn te
creëren voor specifieke issues, waarna zij deze issues belichten op de publieke agenda. NGO’s
gebruiken het internet nog niet op de goede manier, zij verspreiden informatie naar het publiek,
waardoor het eenrichtingsverkeer is en er niet gebruik wordt gebruikt van een dialoog. Het blijkt
2
,echter wel uit onderzoek dat NGO’s succesvol zijn in het opleiden van het publiek door het
verspreiden van deze informatie. Daaruit volgt de eerste hypothese:
H1: Salient substantive greenwashing attributes of online consumer discussions will be influenced
by the salient greenwashing attributes in environmenta NGO blogs.
Online Agenda Setting and News Media
Traditionele kranten zijn effectief in het uitvoeren van de agenda setting theorie. Wanneer kranten
een issue prominent bespreken, zetten zij een standaard voor het publiek om hier over te oordelen.
Aan de andere kant opent social media verschillende deuren om invloed uit te oefenen op de agenda
setting, traditionele media verliest hierdoor zijn monopolie, en wordt een van de bronnen die invloed
kan uit oefenen op de publieke agenda.
Uit verschillende onderzoeken komt voor dat verschillende media elkaar beïnvloeden, zo kan
traditionele media, online media beïnvloeden maar ook andersom. Ook blijkt dat logs bijvoorbeeld
kranten kunnen beïnvloeden, maar ook online kranten en dit ook andersom hierdoor zijn de
volgende hypothese opgesteld:
H2: A bidirectional agenda-setting relationship exists between online newspaper blogs and online
consumer discussions, and they will mutually influence each other’s discussions.
H3: A bidirectional agenda-setting relationship exists between online newspaper articles and online
consumer discussions, and they will mutually influence each other’s discussions.
Methode
Er zijn drie verschillende analyses gebruikt om de hypotheses te toesten. Daarnaast is naar 4
verschillende forums gekeken. Ten eerste zijn de websites voor forums geselecteerd, daarna werd er
data verzameld en foute data of wat niet van toepassing was werd verwijderd. Daarna werd een
thematische analyse uitgevoerd. Hier zijn verschillende thema’s gedefinieerd (attributen voor
greenwashing) die ter sprake kwamen in de verschillende forums. Hiervoor is leximancer gebruikt.
Daarna is een content analyse uitgevoerd, alle data van de 4 websites is gecodeerd om te kijken of
attributen van greenwashing ter sprake kwam.
Tot slot is er een data analyse uitgevoerd voor agenda setting. Hier werd gekeken of er een correlatie
was tussen de informatie die het bedrijf op het forum plaatste en het publiek. Dit werd gedaan in 4
kwartalen.
Resultaten
Uit de thematische analyse waren twee specifieke thema’s gevonden, (1) marketing communicatie
geloofwaardigheid, en (2)impact op de natuurlijke omgeving (milieu). Bij thema 1 kwamen de
3
, subthemas, energy, campagne, investering, product content en afval managment voor. Bij thema 2
kwam vooral klimaat verandering tot sprake.
De subthemas worden gezien als gesprekstof over de greenwashing issue. Content analyse werd
uitgevoerd om te kijken of deze subthemas voorkwamen in de data bij een van de vier websites.
Daarna werd een cross-lagged correlation analyse uitgevoerd om vast te stellen welke richting het
effect van deze thema’s ging. Daaruit bleek dat hypothese 1 maar gedeeltelijk kan worden
aangenomen, omdat het niet op alle tijdstippen vastgesteld kon worden. Uit de analyse bleek dat
hypothese 2 en 3 aangenomen konden worden.
Disucussion
Het doel van deze studie was om thema’s uit een te zetten die voortvloeide uit discussies die
stakeholders in online media naar voren brachten, en om te onderzoeken of dit overgebracht kon
worden door opvallende attributen ten opzichte van het publiek en hun mening over greenwashing.
Het blijkt dat scepticme tegen over greenwashing alleen verder zal groeien, tenzij bedrijven hun
‘groene’ uitspraken daadwerkelijk waar maken. Vele onderzoekers zien de oplossing voor
‘greenwashing’ anders. Zo vinden sommige onderzoekers dat het goed gebruik maken van groene
marketing, juist greenwashing niet ter sprake moet stellen terwijl andere onderzoekers vinden dat
wanneer je het vaak ter sprake stelt, de geloofwaardigheid weer wegvalt.
Daarnaast werd hypothese 1 maar half aangenomen, omdat er een eenrichting effect werd voorspeld,
echter bleek dat het effect bidirecitonaal ging. Maar in periode 1 werd er wel een eenrichting effect
aangetoond, waardoor de hypothese half is aangenomen. Ook werd er geen rekening gehouden met
locatie, dit omdat er werd gekeken naar internet websites. Toch bleek dat de bepaalde website meer
invloed had in het land van herkomst. De resultaten ondersteunen het gebruik van agenda setting
om het label ‘greenwashing’ te vermijden.
Daarnaast biedt dit onderzoek nieuwe belichtingen bij aan de online agenda setting literatuur.
4