Inhoudsopgave
Week 1: Overlast in de wijk, de burgemeester als sheriff ............................................................................. 2
Week 2: Neighbours from hell in het civiele recht en het strafrecht............................................................ 20
Week 3: Nazorg bij medische fouten ......................................................................................................... 32
Week 4: Medische zorg: overheidstoezicht en tuchtrecht .......................................................................... 39
Week 5: De publiekrechtelijke aanpak van voetbalgeweld ......................................................................... 51
Week 6: Zelfregulering en publiek-private samenwerking tegen voetbalgeweld ......................................... 62
1
,Law & Governance 2021/2022
Week 1: Overlast in de wijk, de burgemeester als sheriff
Literatuur
● B. van der Vorm, ‘De uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid in artikel 174a
Gemeentewet en de taak van de burgemeester als sheriff’, TBS&H 2020 nr. 4, p. 157-
160.
● M. Vols, ‘Over nabuurschap en nabuurhaat in het recht’, NJB 2015/2107, p. 2926-2934.
● J.H.A. van der Grinten en A.E. Schilder, Uittreksel uit: ‘De burgemeester bewapend’,
preadvies voor de Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en
Nederland 2019 (Canvas)
Rechtspraak
● ABRvS 6 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1836, Gst. 2018/179 met annotatie van
A.E.M. van den Berg en J.H.A. van der Grinten.
Burgemeester sluit terecht woning. Verwarde man sticht brand in zijn eigen woning
en buurvrouw was bang dat dit zou leiden tot brand in eigen woning. Reden om
pand te sluiten.
● ABRvS 28 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2912 (zgn. ‘overzichtsuitspraak’ over
toepassing art. 13b Opiumwet, met persbericht er bij ook vindbaar op:
https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/@117209/201806582-1-a3/ )
Het toepassen van artikel 13b lid 1 Opiumwet is een discretionaire bevoegdheid is en dat
het aan de burgemeester is om de betrokken belangen af te wegen bij zijn besluit om deze
bevoegdheid te gebruiken. De burgemeester kan een woning sluiten na een drugsvondst,
maar hoeft dat niet te doen. Bij een besluit of hij tot sluiting van de woning overgaat, moet
hij in elk geval altijd alle betrokken belangen afwegen.
1. Eerst wordt getoetst of de burgemeester bevoegd was
“Bij de aanwezigheid van een hoeveelheid drugs in een pand die groter is dan een
hoeveelheid voor eigen gebruik, is in beginsel aannemelijk dat die drugs bestemd
2
, zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking. Indien het tegendeel niet aannemelijk
wordt gemaakt, is de burgemeester ingevolge artikel 13b, eerste lid, van
de Opiumwet bevoegd
2. Vervolgens of hij in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken
Dit betekent dat hij moet nagaan of het belang van het sluiten van de woning in verhouding
staat tot de gevolgen daarvan voor de bewoners.
De bestuursrechter zal vervolgens moeten toetsen of de burgemeester na afweging van de
betrokken belangen in redelijkheid zijn besluit heeft kunnen nemen.
● ABRvS 6 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2243, m.nt. S.K. Hooijer (Canvas)
De afdeling hanteert de evenredigheidstoets bij de beoordeling van artikel 13b
Opiumwet. De Afdeling oordeelt echter dat sluiting van de woning wegens
bijzondere omstandigheden onevenredige gevolgen heeft voor de bewoners en dat
de burgemeester daar op grond van artikel 4:84 Awb van had moeten afzien.
Naast de evenredigheid is ook de noodzakelijkheid van de sluiting onderwerp van
geschil.
● ABRvS 17-06-2015, ECLI:NL:RVS:2015:1873
Het college heeft zijn beslissing om op spoedeisende bestuursdwang toe te passen
wegens het handelen in strijd met de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 op
schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de met de toepassing van de
spoedeisende bestuursdwang gepaard gaande kosten op [appellante] zullen
worden verhaald.
● Rb Midden-Nederland, 26 juni 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:2376
Een last onder dwangsom opgelegd aan verzoekers en daarbij gedragsaanwijzingen
gegeven. De gedragsaanwijzingen raken het ongestoord genot van de woning van
verzoekers en maken daarom inbreuk op artikel 8 van het EVRM. Verweerder heeft
in de primaire besluiten wel een belangenafweging gemaakt, maar die
belangenafweging is niet expliciet in het kader van artikel 8 van het EVRM gemaakt.
Verweerder had dat wel had moeten doen. Dit kan worden hersteld.
Wetgeving
3
, Nota van toelichting bij art.7:21 + art. 7:22 Bouwbesluit 2012 (die is te vinden in de links
die zijn opgenomen bij deze artikelen in
https://rijksoverheid.bouwbesluit.com/Inhoud/docs/wet/bb2012/hfd7)
Art. 7:21 Bouwbesluit
Zindelijke staat van bouwwerken, open erven en terreinen - bouwbesluit nota van
toelichting:
Dit artikel valt terug te voeren op de motieven bruikbaarheid, gezondheid en veiligheid.
Hiermee wordt aangesloten bij hetgeen hieromtrent voor de invoering van dit besluit in de
model-Bouwverordening van de VNG was opgenomen Met dit artikel is beoogd dat een
bouwwerk, open erf en terrein in een dusdanig nette staat is dat daardoor geen hinder voor
personen ontstaat en dat er geen gevaar voor de veiligheid of gezondheid ontstaat. Op
grond van dit artikel kan bijvoorbeeld worden opgetreden wanneer in een woning of op
een erf overmatig veel last is van schadelijk of hinderlijk gedierte of wanneer de algemene
reinheid (gezondheid) dat betaamt. Een open erf en terrein behoort dan ook geen gevaar
voor de veiligheid of gezondheid op te leveren door drassigheid, stank, verontreiniging,
(on)gedierte, begroeiing of voorwerpen. Het moet gaan om ernstige gevallen. Op grond van
artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet
bestuursrecht kan handhavend worden opgetreden tegen overtreding van dit voorschrift.
Tot optreden op grond van dit artikel mag niet lichtvaardig worden overgegaan.
Art. 7:22 Bouwbesluit
Restrisico gebruik bouwwerken, open erven en terreinen - Bouwbesluit nota van
toelichting:
Deze algemene verbodsbepaling («kapstokartikel») heeft betrekking op gebruik van
bouwwerken, open erven en terreinen waarin niet is voorzien door de andere voorschriften
van dit besluit. Hiermee heeft het bevoegd gezag een «kapstok» om in een specifiek geval
in te grijpen wanneer het gebruik van een bouwwerk, open erf of terrein leidt tot hinder,
gezondheidsrisico’s en veiligheidsrisico’s anders dan brandveiligheid risico’s. Ook indien
het gebruik op zich voldoet aan de voorschriften van dit besluit kan er reden zijn voor een
beroep op dit artikel. Het gaat hier om een geclausuleerde bevoegdheid die uitsluitend kan
worden toegepast in de in dit artikel genoemde omstandigheden. Het is nadrukkelijk niet
de bedoeling dat de gemeente algemene aanvullende of nadere eisen stelt. Voorts moeten
de geëiste maatregelen altijd in verhouding staan tot het te bestrijden risico. De gemeente
zal de noodzaak hiervan in het concrete geval moeten kunnen aantonen. Enkele
voorbeelden van situaties waarin een beroep op dit kapstokartikel gerechtvaardigd kan
zijn:
• indien sprake is van lawaaihinder;
• indien stankverwekkende stoffen zijn opgeslagen;
• indien sprake is van een illegale hennepkwekerij;
4