Infectie en afweer
LES 1 INLEIDING
Grove indeling:
Afweer vs. Prionen, virussen, bacteriën, schimmels, parasieten.
Diergeneeskundige relevantie
• Landbouwhuisdieren: mastitis, parasitaire infecties, schimmel…
• Gezelschapsdieren: vaccinaties en ontworming, oorontstekingen, schimmel, allergische
reacties…
• Paard: rhinopneumonie, Salmonella, parasitaire infecties, staart en manen eczeem…
• Veterinaire Volksgezondheid: voedselinfecties, directe overdracht naar mens zoals Q-koorts,
antibioticum resistentie, Salmonella, MERS-Corona
• Beleid: (import) besmettelijke dierziekten, ruiming
Zoönotisch agens
Infectieus agens dat overgaat van dier naar mens en in de mens ziekte (zoönose) kan veroorzaken.
Maatschappelijke relevantie: volksgezondheid!
Afweer: hoe houd ik een indringer buiten?
1. Diverse typen afweer
- Innate (aangeboren) afweer: huid, trilharen, TLR’s
- Adaptieve (niet-aangeboren) afweer: witte bloedcellen,
macrofagen, dendrietcellen, T- en B-cellen
2. Evenwicht!
- Verstoord: auto-immuunziekte.
3. Goed en kwaad (herkenning)
Soorten infectieuze agentia
• Prionen grootte: eiwit, niet zichtbaar
• Virussen, 10-8 m, EM
• Bacteriën – prokaryoten, 10-6m, LM
• Schimmels – eukaryoten, microm-cm, LM
• Parasieten
o Protozoa, 10-5m, LM
o Helminthen (rondwormen, lintwormen, zuigwormen) mm-cm-dm, oog
o Ectoparasieten
Aard van de verschillende agentia
• Prionen: geen levende organismen (gastheer nodig om te vermenigvuldigen)
• Virussen: geen levende organismen (gastheer nodig om te vermenigvuldigen)
• Bacteriën: prokaryoten (cytoplasma met chromosomaal DNA en een celwand)
• Schimmels: eukaryoten (GA, ER, kern met chromosomaal DNA, mitochondriën)
• Parasieten: eukaryoten
,Prokaryoten
• Eencellig, kleiner dan 5 micrometer
• Geen membraan gebonden organellen
• 70S ribosomen
• DNA, circulair, haploïd
• Replicatie door deling
Eukaryoten
• Vaak meercellig, 10 micrometer
• Membraan gebonden organellen aanwezig
• 80S ribosomen
• DNA in chromosomen
• Kernmembraan aanwezig
• Replicatie door mitose
Symbiose
• Commensalisme (1 profiteert)
o Bescherming en voedsel
o Geen schade aan de gastheer
• Mutualisme (beide profiteren)
o Beide organismen hebben voordeel
o Geen schade aan de gastheer
• Parasitisme (1 lijdt, de ander profiteert)
o Alleen parasiet heeft voordeel
o (ernstige) schade aan de gastheer
Routes van transmissie infectieuze agentia
• Oraal: besmet voedsel en water
• Direct (huid) contact: schimmels, rondwormen
• Aerosolen (luchtwegen)
• Directe inoculatie (injectie, trauma, bijten/steken)
• Transplacentaal (ZIKA virus)
Postulaten van Koch
1. Het micro-organisme moet aanwezig zijn in elk geval van de ziekte
2. Het verdachte micro-organisme moet kunnen worden geïsoleerd en gegroeid als een
reincultuur
3. Inoculatie van het geïsoleerde micro-organisme in een gezonde gastheer geeft dezelfde
ziekte
4. Hetzelfde micro-organisme moet opnieuw uit de experimenteel geïnfecteerde gastheer
kunnen worden geïsoleerd in een reincultuur
Rabiës virus
Waarom ‘’overleeft’’ het virus?
Herpes virus
Waarom ‘’overleeft’’ het virus?
,Evasie: hoe overleef ik als infectieus agens?
• Zo weinig mogelijk afweer opwekken
• De effecten van afweer ontwijken
o Bijvoorbeeld antigene variatie
• De afweer van de gastheer onderdrukken
• Snelle vermeerdering
• Overleving in individuen met een verminderde afweer (YOPI’s)
Gezond, ziek en infectieuze agentia
• Aanwezigheid agens = ziekte?
o Dragerschap
• Wat zonder infectieuze agentia?
o Vertering
o Kolonisatie resistentie
o Afweer
• Waarom en hoe ziek?
o Pathogenese
• Infecties (ziekte) kunnen voorkomen of behandelen
o Insleep voorkomen (hygiëne, beweging) – geen Brucella, runder tbc
o Vaccinatie
o Therapie (antibiotica, antimycotica, antihelminthica, antivirale middelen)
Conclusies
1. Er is veel diversiteit aan infectieuze agentia
2. Infectieuze agentia spelen een belangrijke rol bij gezond en ziek
3. Als dierenarts krijg je veel te maken met infectieuze agentia
4. Zoönotische agentia onderstrepen maatschappelijk belang
5. Afweer is onmisbaar om te overleven maar alles met mate!
LES 3 PARASITOLOGIE
Waarom wordt een volwassen hond routinematig ontwormd?
1. Voor de gezondheid van de hond zelf?
2. Om te voorkomen dat mensen met wormen worden besmet?
3. Om beide redenen?
Waarom wordt een volwassen paard routinematig ontwormd?
1. Voor de gezondheid van het paard zelf?
2. Om te voorkomen dat mensen met wormen worden besmet?
3. Om beide redenen?
4. Ontwormen is meestal niet nodig?
Standaard te vaak ontwormd: resistentie problemen. Bloedworm bij het paard.
Is de parasiet pathogeen?
Is de parasiet zoönotisch?
Hoe vaak komt die parasiet voor?
➔ Preventie, bestrijding en beheersing van parasitaire infecties
Alle dieren hebben een infectie met een parasiet
, Een grote meerderheid/teveel dieren worden jaarlijks ontwormd.
Belang van parasitaire infecties
Kosten van een uitbraak met een parasitaire infectie?
- Verminderde productiviteit (groei, melk)
- Verminderde vruchtbaarheid (bijv. abortus)
- Sterfte (zowel jonge als volwassen dieren)
- Kosten voor dierenarts en medicijnen
Voorbeeld melkkoeien
Longwormuitbraak ongeveer 160 euro per koe. (o.a. 15-20% verlaagde melkproductie)
Maagdarmwormen ongeveer 38 euro per koe.
Leverbot ongeveer 30 euro per koe.
Belang van parasitaire infecties
Vergelijking enkele infectieuze aandoeningen bij herkauwers
Enzootische infecties
- Helminth infecties: 105 miljoen euro per jaar
- …
Epizoötoische infecties:
- Blauwtong virus 101 miljoen euro per jaar
- Q-koorts: 61 miljoen euro per jaar
De huidige agrarische industrie kan moeilijk bestaan zonder antiparasitaire middelen
➔ Vleeskuikenindustrie kan niet zonder anticoccidiose middelen
De dierenarts kan moeilijk zonder antiparasitaire middelen.
Goede Veterinaire Praktijk Verantwoord Diergneesmiddelengebruik
‘’food security and overcoming poverty’’
Livestock ziektes en pathogenen op basis van hun impact:
1 Maagdarmwormen
4 Ectoparasieten (teken, mijten, vlooien, luizen)
6 Leverbot
10 Toxocare vitulorum (spoelworm bij rund)
Wat zijn parasieten?
Parasieten zijn groot. Groter dan mensen soms zelfs.
Parasieten zijn eukaryoten, een kern met chromosoom → lange ontwikkeling/lange generatie-
interval
Divers.
Groepen van eukaryote parasieten
• Protozoa
o Indeling op basis van voortbeweging
o Flagellaten (bv Trypanosoma, Giardia)
o Amoeboiden (Entamoeba)
o Spore-vormende protozoa (bv Apicomplexa)
• Helminthen
o 3 belangrijke parasitaire groepen
o Cestoda – lintwormen (platwormen, Platyhelminthes)