Hoofdstuk: Lever en galwegen
https://media.vet.uu.nl/ziekteleerboek/lever/
In dit hoofdstuk worden de aandoeningen van de lever en de galwegen beschreven. Alvorens daarop in te gaan,
staan we stil bij enkele belangrijke fenomenen, die bij aandoeningen van de lever en galwegen een rol spelen. Dit
zijn leverstuwing, portale hypertensie, hepato-encefalopathie (een disfunctie van de hersenen die veroorzaakt
wordt door een tekortschietende leverfunctie), cholestase (galstuwing) en icterus (geelzucht). Daarbij belichten wij
vooral de pathofysiologische aspecten.
Laatste update: 31-03-2020
Voor de laatste versie en volledige beleving van dit hoofdstuk ga naar: https://media.vet.uu.nl/ziekteleerbo
ek/lever/
, 25-4-2021 Lever en galwegen | Het Ziekteleerboek
1 Pathofysiologie van leveraandoeningen
Leverstuwing en portale hypertensie
Leverstuwing
Leverstuwing en portale hypertensie
De circulatie van de lever neemt een speciale plaats in. Twee aspecten verdienen aandacht om de gevolgen van
problemen in de leverdoorbloeding te kunnen begrijpen.
In de normale situatie wordt 70 tot 80% van de bloedaanvoer van de lever via de vena portae aangevoerd,
waarmee in 50% van de zuurstofbehoefte wordt voorzien. Als er onvoldoende zuurstof wordt aangeboden
(anemie of slechte circulatie zoals bij shock) heeft de lever daar veel eerder problemen mee dan andere organen
die volledig door arterieel bloed van zuurstof worden voorzien. Bovendien zijn in het portale bloed een aantal
zogenaamde ‘hepatotrope factoren’ aanwezig (onder andere ‘hepatocyte growth factor’, insuline en ‘insulin-like
growth factors’), die noodzakelijk zijn voor de groei en ontwikkeling, maar ook voor normale metabole functies
van de lever.
De lever heeft daarnaast – meer dan de meeste andere organen – een enorme reserve-capaciteit en ook een
grote regeneratiecapaciteit. Verwijdering van 80% van de lever kan zonder problemen worden overleefd en
binnen tien tot veertien dagen is de lever weer aangegroeid tot de oorspronkelijke massa en functie. Voor deze
regeneratie is voorziening met portaal bloed nodig. Hepatotrope factoren schakelen de productie van lokale
groeifactoren in de lever aan, die voor de regeneratie nodig zijn. Zonder portale doorbloeding is deze regeneratie
vrijwel afwezig. Bij ziekten waarbij de portale doorbloeding van de lever is verminderd, reageert het orgaan met
atro e. De arteriële doorbloeding neemt maximaal met 100% toe, zodat de zuurstofvoorziening redelijk blijft,
maar de groeifactoren worden daardoor niet geactiveerd. De lever sterft niet af maar verliest zijn
regeneratievermogen.
De kenmerkende histologische reactie is te zien bij alle ziekten waarbij de portale doorbloeding tekortschiet. Een
aantal voorbeelden zijn een aangeboren portosystemische shunt zijn (hond, kat) of trombose van de poortader.
Hypoxie van de lever kan ontstaan door ernstige anemie of sterk verminderde arteriële doorbloeding (shock). Dit
e ect is het sterkst in de cellen die het laatst van bloed worden voorzien. Er ontstaat dus een centrolobulaire
(zone 3) levercelnecrose (met later een secundaire ontstekingsreactie). Bij langdurige anemie kan de lever zijn
embryonale functie van hematopoëse weer activeren, zodat histologisch aanmaak van jonge erytrocyten
zichtbaar is (extramedullaire hematopoëse). (zie g. Extramedullaire hematopoiese )
Als er een verminderde afvoer van bloed uit de lever via de venae hepaticae is, zal er een stuwing van de lever
optreden. De lever is in deze acute gevallen zeer bloedrijk, groot en gezwollen, heeft een gespannen kapsel en is
donkerrood van kleur. Op het oppervlak wordt vaak een laagje brine afgezet. Naarmate de aandoening
chronischer wordt, kan in het omringende leverparenchym een meer of minder duidelijke vettige degeneratie
optreden als gevolg van hypoxemie. Hierdoor ontstaat per lobulus een donkerrood centrum, soms omgeven
door een blekere zoom. In chronische gevallen van leverstuwing ontstaat brosering rond de centrale venen, die
zich kan uitbreiden tot, meestal centro-centrale, ‘bridging’ brose.
Bij alle diersoorten is een verminderde hartfunctie de belangrijkste oorzaak van een stuwingslever. Voorbeelden
zijn cardiomyopathie (hond, kat, fret, papegaai, paard, varken), trombo-endocarditis van het rechter hart (rund)
en pericarditis (zie hoofdstuk ‘circulatiestelsel). Bij het rund kan leverstuwing ontstaan als gevolg van trombose
van de vena cava caudalis in het kader van leverabcessen. Bij vleeskuikens ontstaat leverstuwing in het kader van
‘high altitude disease’ (zie hoofdstuk ‘circulatiestelsel).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carmenvanderwal. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.