Samenvatting Hepatobiliair systeem
Thema 1 Bouw hepatobiliair systeem
HC1 Embryonale ontwikkeling en functionele bouw lever
Embryonale ontwikkeling
Ontstaat uit endoderm en mesoderm. Vanuit het
endoderm ontstaat:
- Voordarm → ventrale endodermale knop
o Craniaal deel: lever en galgangen
o Caudaal deel: galblaas en ductus
cysticus
Vanuit het mesoderm ontstaat:
- Septum transversum & vv. vitellinae
Leverdivertikel (endodermale uitstulping) groeit in het septum
transversum.
- Deze groeien in naar lever
Sinusoïden
Belangrijk dat de lever goed doorbloed wordt. Vanuit de
vv. vitellinae vormen de leversinusoïden (maken
verbindingen om endodermale knop), deel van v. cava
caudalis, poortader en ductus venosus.
- Ductus venosus is een embryonale structuur; zorgt ervoor
dat niet al het bloed door de sinusoïden hoeft. Omdat de v.
umbilicales vanuit de placenta komt met zuurstofrijk bloed
en dus zo snel mogelijk de embryonale circulatie in moet –
is al gezuiverd dus hoeft niet door sinusoïdennetwerk.
Ligging, grootte & bevestiging
Ligging is intrathoracaal deel van het
abdomen, onder de ribboog tegen het
diafragma aan. Ligt meestal mediaan, maar bij
sommige diersoorten verder naar rechts;
herkauwers, paard
- De lever wordt dorsaal en ventraal
opgehangen:
o Dorsaal ophanging omentum minus naar de maag
o Ventraal ophanging ligamentum falciforme
- Ook verbinding met diafragma; ligg. coronaria
Vorm
Vanuit caudaal naar craniaal (zie fig): in het
midden caudatus en quadratus en linker- en
rechterlobben. Galblaas zit altijd tussen
quadratus en rechterlob.
Tussen caudatus en quadratus bevindt zich de
leverpoort/hilus, dorsale zijde bij caudatus en
rechterlob heb je de v. cava caudalis. Deze info
kun je gebruiken om de lobben te identificeren of andere structuren te vinden.
1
, - Lobus caudatus bestaat uit processus caudatus en papillaris
o Bij processus caudatus hoort ook de impressio renalis; omdat de rechternier cranialer
ligt.
Varken: geen impressio renalis omdat nieren op zelfde hoogte liggen. Leverweefsel heeft dikkere
bindweefseltussenschotjes dan andere dieren, typische tekening.
Hond: roofdier diepere inkepingen dan prooidieren, idee is dat ze beter explosief kunnen bewegen daardoor.
Paard: blekere nier, J-vorm, inkepingen van darmen.
Galblaas en galafvoer
Gal wordt gemaakt door hepatocyten; gal gaat via
galcanaliculi naar galductuli, tussen de lobben door komt het
in de interlobulaire ductus → ductus hepaticus. Ductus
hepaticus kan doorstromen naar ductus choledochus en naar
duodenum (papilla duodeni major) of via aftakking naar
galblaas (ductus cysticus).
Leverpoort of hilus
Centraal in de lever; v. portae hepatis, a. hepatica, omentum
minus en ook ductus cysticus naar galblaas ontspringt hier.
- 80% wat naar lever toegaat is v. portae – zuurstofarm, moet gezuiverd worden
MDK; maag t/m grootste deel rectum. Laatste deel rectum gaat via v. cava caudalis, buiten de lever om; via dit
systeem werken zetpillen!.
- 20% wat naar lever toegaat is a. hepatica – zuurstofrijk
- Beide via hilus, vertakking in interlobulaire arteriolen en venulen, via leversinusoïden naar
centrale vene. Centraal venen voeren af naar vv. hepatica, welke het naar de v. cava caudalis
sturen.
Histologie
Functionele bouw op basis van morfologie,
galafvoer en metabole activiteit.
1. Morfologie – klassieke anatomische
lobulus
a. Kijken naar leveropbouw
2. Galafvoer – portale lobulus
a. Portale driehoek ligt nu centraal
b. Galafvoer naar centrum van
driehoek, 3 centrale venen
verbonden
3. Metabole activiteit – portale acinus
a. Tussen 2 portale driehoeken in;
indicatie van hoe goed doorbloed het weefsel is tussen 2 arteriën in.
Sinusoïden
Hebben andere opbouw dan capillairen –
hebben discontinue basale lamina. Bij
gefenestreerd epitheel zijn er gaatjes, maar is
de basale lamina continu. In sinusoïden heeft
ook de basale lamina gaten; omdat in lever
ook grotere stoffen moeten kunnen uittreden
om gezuiverd te worden.
- Kupffer cellen zijn gespecialiseerde
macrofagen in de sinusoïden
2
, WC1 Relatie histologische bouw en functie van de lever – zie ppt!
Casus kat Pamuk
Hoge temperatuur 39.6 en pijnreactie bij palpatie craniaal in buik. Op dit moment denk je aan
pancreatitis, maar ook aandoeningen van maag of darmen is mogelijk. Met röntgen kun je ileus
uitsluiten, lever moeilijk te zien wanneer deze binnen
ribboog ligt.
- Leverbiopt: stapeling van vet in levercellen, met
perifeer weggedrukte kern (steatose)
- Exploratieve laparotomie; lever ziet er afwijkend uit
→ leverbot. Leverbotten bewegen zich in de
galgangen, waardoor deze verstopt raken en de afvoer van gal
belemmerd wordt.
o Verkeerde kat! Kat uit Florida.
o Juiste kat heeft na exploratieve laparotomie een lokale
perforatie van jejunum; opgestroopt, draad aangetroffen.
A: arteriole
B: galgang – kubisch epitheel, richting duodenum wordt dit cilindrisch met
slijmbekercellen.
C: venule
D: venule/lymfevat
Gal bestaat uit water, galzouten, bilirubine en (geconjugeerd) cholesterol.
PR1 Anatomie en pathologische afwijkingen
Anatomie
Contact lever met organen: maag, pancreas, rechter nier, duodenum en soms de milt. Bij dieren met
voormagencomplex wordt de lever naar rechts geduwd en draaiing; linkerkant ontwikkelt minder dan
rechterkant.
Waar bevindt zich de kortste route waarlangs middels een naald van buitenaf een biopt kan worden
genomen? Is dit voor iedere diersoort hetzelfde?
Recessus costodiafragmatica, door diafragma heen kom je dan in de lever.
Maak een schets van de relatie van a. hepatica, v. hepatica, v. porta en galwegen ten opzichte van
elkaar. De onderlinge verhouding kan op 2 manieren beschreven worden.
Macroscopisch aanvoer via a. hepatica en v. porta in de hilus. V. hepatica is niet echt een aparte ader,
zijn meer gaten in de v. cava. Microscopisch wordt portale lobulus en portale acinus etc. bedoeld.
Welke weg legt het bloed door de lever af? (Tip: er zijn 2 verschillende aanvoerroutes!) Noem de vaten
in de juiste volgorde en geef aan in welke grote vene al het bloed uiteindelijk uitkomt.
Aanvoer via a. hepatica of via v. porta vanuit MDK. Bloed gaat door sinusoïden in de lever en komt
vervolgens in v. hepatica die in de v. cava caudalis terecht komt.
Maak een schematische tekening van de galafvoer wegen. Welke onderdelen passeert het gevormde
gal achtereenvolgens?
Hepatocyt → galcanaliculi → interlobulaire ductus → lobulaire ductus → ductus hepaticus → ductus
cysticus → ductus choledochus
Zelfstudietekst
Lever ligt voorin de buikholte, direct achter het middenrif en bij de meeste diersoorten zowel links als
rechts – bij rund geheel rechts in de buikholte.
3