100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Aantekeningen colleges kwalitatief onderzoek €5,39
In winkelwagen

College aantekeningen

Aantekeningen colleges kwalitatief onderzoek

1 beoordeling
 75 keer bekeken  4 keer verkocht

In deze aantekeningen zijn naast de slides ook de extra uitleg die de docent bij de slides heeft gegeven uitgewerkt.

Voorbeeld 4 van de 61  pagina's

  • 13 december 2022
  • 61
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Dr. kees jan kan
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (13)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: moosvanlangeveld • 1 jaar geleden

avatar-seller
terryrutte
College 1
KO is de opvolger van OM
 OM behandelde de ‘logos’ (de gedachtegang) achter de verzameling van kwantitatieve data en
de uitdagingen die daarbij komen kijken
 KO behandelt de ‘logos’ achter de verzameling van kwalitatieve data en de uitdagingen die
daarbij komen kijken
o Verbale data  bijv. gespreken
o Gesprekken
o Beelden
 Alles wat niet in nummers uitgedrukt is
 Kwantitatieve data en kwalitatieve data zien er dus heel verschillend uit
 In deze cursus wordt erin gegaan op de overeenkomsten en verschillen van kwalitatief en
kwantitatief onderzoek
o Bij OM was het zo dat je kennis kreeg over het verzamelen van data maar niet over de
analyse ervan
o Bij KO gaat het weer over de manier waarop de kennis kan verzamelen en wederom niet
over de analyse van de data

Overeenkomsten en verschillen
 Beide gaan over de ‘logos’ achter dataverzameling en de uitdagingen die daarbij komen kijken
o Beide gaan over uit uitvoeren van ‘empirisch onderzoek’  we verzamelen data en a.d.h.v.
analyse zeggen we iets over de werkelijkheid
 Het soort data verschilt:
o Kwantitatieve data VS kwalitatieve data
 Mede hierom verschillen de uitdagingen die we tegenkomen in het onderzoek en de
analyses die we moeten doen
 MAAR de logica en de doelen zijn gelijk!
o Het gaat namelijk in beide gevallen om vergroting van begrip van de werkelijkheid
o We willen in beide gevallen vaak uitspraken kunnen doen over de werkelijkheid
 Dit worden inferenties genoemd en we willen ervoor zorgen dat deze valide zijn

Deze cursus
 Er wordt gekeken naar de specifieke uitdagingen die komen kijken bij de verzameling van
kwalitatieve data
 Er wordt nadruk gelegd op de logos en het doel van kwalitatief onderzoek
o Het gaat om vergroting van het begrip het mogelijk maken van (valide) inferenties
 Hierbij beseffen we dat er overeenkomsten en verschillen zijn met kwantitatief onderzoek

M&R H1 – Ways of thinking and knowing
Sociaalwetenschappelijke wetenschappen
 Er zijn 2 ‘kapstokken’ (paralellen) om de kennis over wat het doen van sociaalwetenschappelijk
onderzoek doen is aan op te hangen
o Parallel I  dagelijks leven
 Observatie leidt tot ideeën + m.b.v. verdere observatie (+ eventueel ingrijpen) checken
we of die ideeën kloppen
 Kloppen de ideeën nou met wat je denkt?
o Sociale wetenschappen
 Hypothese vorming (= observatie leidt tot ideeën) + (+ eventuele manipulatie)
hypothesetoetsing (checken of de ideeën kloppen)


1

,  Het gaat hierbij om verzameling en analyse van (kwantitatieve) data
o Parallel II  natuurwetenschappen
 Hypothesevorming + (+ eventuele manipulatie) hypothesetoetsing
 Het gaat hierbij om verzameling en analyse van (kwantitatieve) data
 Deze drie zijn dus in de basis eigenlijk hetzelfde, alleen de uitvoering is net wat anders
o Dit gebruiken we dus om te kijken naar de houdbaarheid van onze ideeën
 Je zou op basis hiervan dus eigenlijk kunnen zeggen dat de sociale wetenschappen niet
anders zijn dan de natuurwetenschappen
 Ten minste zo hebben we het bekeken bij OM

Verschillen empirisch onderzoek met het dagelijks leven
 De onderzoekers is kritischer (de grootst mogelijke skepticus)
o De onderzoeker accepteert een hypothese nooit als waar
 Het beste wat gedaan kan worden is om data te verzamelen en te laten zien dat die
data consistent zijn met de hypothese
 De hypothese kan nooit worden bewezen
 De onderzoeker is systematischer en nauwkeuriger m.b.t. inferenties
o Typisch:
 Worden hypothesen, doelstellingen en opzet tussentijds niet gewijzigd
 Worden meer zorgen gemaakt om eventuele veranderingen gedurende het proces
 Wordt een groter aantal uitkomstmogelijkheden in ogenschouw genomen
 Wordt bedacht voor wie een hypothese zou moeten opgaan
 Wordt bedacht in welke omstandigheden of situaties een hypothese zou moeten
opgaan
 Wordt getracht na te gaan of - of in hoeverre - bevindingen kunnen worden
gegeneraliseerd
 Naar andere individuen/groepen
 Naar andere situaties/omstandigheden
 De wetenschapper heeft meer aandacht voor mogelijke vertekeningen (biases)
o Deze vertekeningen zijn zelf ook onderwerp van onderzoek
o Studies worden zodanig ontworpen dat vertekeningen worden geminimaliseerd
 Je kan ze nooit uitsluiten (ze zullen altijd aanwezig zijn), maar je kan ze wel
minimaliseren

Andere kenmerken van sociaalwetenschappelijk onderzoek
 Onderzoekers gebruiken een scala aan methoden om informatie te verzamelen
o Laboratoriumonderzoek versus veldonderzoek
o Experimenteel en quasi-experimenteel versus niet-experimenteel
o Surveys versus observaties
o Grote steekproeven VS casusonderzoek
o Etc.
 M&R: De meeste onderzoeker specialiseren zich in één bepaalde benadering/methode,
bijv. experimenteel labonderzoek

Van OM naar de bril van vandaag
 Synthese
o De meeste onderzoekers specialiseren zich in een bepaalde benadering/methode, bijv.
experimenteel labonderzoek
 Iedere methode heeft zowel nadelen en voordelen dus er is geen methode die perfect
geschikt is voor een bepaald onderzoeksdoel
o MAAR

2

, o Erkennen daarnaast de verrijking door het gebruik van verschillende
benaderingen/methoden, waaronder dus kwalitatieve onderzoeksmethoden

Geschiedenis sociaal wetenschappelijk onderzoek




 Eerst was de onderzoek een tak van de filosofie  metafysica
o Hierbij ging het om het zijn van dingen waarbij het gaat om wat we kunnen zien, maar ook
om dingen die we niet zien (bijv. wat is een engel?)
o Sommige delen waren dus filosofisch en andere niet  alles liep door elkaar en misschien
wel iets té (was ook een kritiekpunt)
 We moeten ook observaties uit de werkelijk gebruiken om iets te zeggen over de
werkelijkheid  hiermee is het empirisch geworden en ontstond uiteindelijk het
prepositivisme
 Prepositivisme
o Sinds het empirisch is geworden zijn er ook haken en ogen ontdekt over de manier waarop
we denken over onderzoek
o Hierbij werd gezegd dat we inderdaad wel observaties nodig hebben, maar dat we óók
moesten kunnen ingrijpen op de werkelijkheid
 Hierdoor ontstond er een periode van positivisme
o Mensen zagen in dat wat we in de natuurkunde hebben ook toe kunnen passen op wat we
in de sociale wereld zien en het is handig dat we over die sociale wereld leren
 Je ziet dat er op een gegeven moment een splitsing is ontstaan
o Eén kritiekpunt op het positivisme was dat er meerdere
waarheden/perspectieven/werkelijkheden zijn en dat die per persoon kunnen verschillen 
hieruit ontstond het postpositivisme
o Een ander kritiekpunt was dat we de vergelijking met de natuurwetenschappen eigenlijk
niet zouden moeten maken. Dit omdat die verondersteld dat er allerlei causale wetten zijn
(dat we mensen op dezelfde manier kunnen zien) terwijl ieder persoon een ander is. Het is
veelste simplistisch om te denken dat we de sociale wetenschappen op dezelfde manier
kunnen zien als de natuurwetenschappen  het constructivisme ontstond, waarbij het
perspectief van de participanten als belangrijk werden gezien
 Je kreeg toen twee parallelle stromingen waarbij de postpositivisten wat milder waren
tegenover het positivisme dan de constructivisten
 Nu hebben we een moderne blik:
o We hebben te maken met dezelfde dingen bij het postpositivisme en het constructivisme 
we hebben dingen om ons heen (werkelijkheid) en die willen we begrijpen. We willen beide
a.d.h.v. de werkelijkheid dingen begrijpen dus we hebben hetzelfde doel
 We moeten de stromingen niet zien als conflicterend met elkaar maar misschien
kunnen we leren van beide stromingen

3

,  Beiden houden namelijk rekening met het feit dat er meerdere perspectieven zijn  de
stromingen vullen elkaar aan en daardoor krijg je de meest rijke informatie
 De mixed methods
 Belangrijk op te merken is dat het kwantitatieve onderzoek meer de route van het
postpositivisme heeft gevolgd en dat het kwalitatieve onderzoek meer de route van het
constructivisme heeft gevolgd

Paradigma van sociaalwetenschappelijk onderzoek
 Hypothesevorming & hypothesetoetsing (a.d.h.v. waarnemingen)
o Historisch gezien, illustreert dit het geloof in
 Bestaan van algemene ‘wetten’ die gedragingen verklaren en/of voorspellen
 Vaststelling van die wetten door dataverzameling en data-analyse
 Het idee dat empirisch onderzoek deze algemene wetten kan ontdekken
 Kritiek van de constructivisten op de positivistische benadering in de sociale wetenschappen:
o De zoektocht naar algemene wetten is:
 Misleidend (er zijn namelijk geen algemene wetten volgens de constructivisten)
 Uiteindelijk gedoemd te mislukken
o Predictie en controle:
 Beperkt de wetenschap
 Verkleint het vermogen van de wetenschap te beschrijven en te verklaren
o Positivisten zijn:
 Deterministisch
 Reductionistisch
 Egocentrisch
 ‘Opdringerig’ en onnauwkeurig
 Constructivisten:
o Pleiten voor benaderingen die:
 Ook inferentieel zijn, maar tevens
 Begrip ontwikkelen aangaande speculatie en (voor)oordelen
 Voortbouwen op de gezichtspunten van de participanten
o Ontwikkelen ‘patronen van betekenis’ gedurende dataverzameling

Wat hebben ‘we’ geleerd van het constructivisme?
 Sociaalwetenschappelijk onderzoek verschilt van de natuurwetenschappen
o In de mate waarin de onderzoeksobjecten (in sociaalwetenschappelijk onderzoek de
participanten) een actieve rol spelen in het onderzoek, dus
o Onderzoekers komen reacties tegen
o Onderzoekers EN participanten bedenken wat er gebeurt
 Kunnen invloed hebben op elkaar
o Onderzoekers brengen hun eigen waarden en normen mee
 Gebeurt ook in de natuurwetenschappen, maar daar niet zo prominent als in de sociale
wetenschappen
o Al voorgaande punten moeten worden meegewogen in onderzoek

Moderne benadering: synthese van verschillende benaderingen
 Genuanceerd standpunt M&R:
o Qua methodologie: leunend op positivisme/postpositivisme
o Qua proces: beïnvloed door constructivisme
 De onderzoekers kent een grote verantwoordelijkheid:
 Elke onderzoeker dienst participanten te respecteren
 Elke onderzoeker heeft zijn/haar eigen waarden

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper terryrutte. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 49497 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,39  4x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd