legt de functies van het ademhalingsstelsel uit
De vijf basale functies:
Het vormt een groot oppervlak voor de gaswisseling tussen de lucht en het bloed.
Het verplaatsen van lucht van en naar het gaswisselingsoppervlak in de longen.
Bescherming van de alveolaire oppervlakken tegen uitdroging en temperatuur
veranderingen en verdediging tegen binnendringende ziekteverwekkers.
De vorming van geluiden waardoor spraak, zang en andere vormen van
communicatiemogelijk zijn.
De reukzin bevorderen door de reukcellen in de neusholten.
beschrijft de structuren die lucht naar de longen voeren en hun functies
legt de opbouw van de alveoli uit.
De longblaasjes of alveoli zijn de kleine zakjes of blaadjes aan de uiteinden van de bronchiale boom.
Elke bronchiolus vertakt in ongeveer zes alveolaire kanalen, de nauwe inlaatkanaaltjes van de
alveolaire zakjes. Elk alveolair kanaal splitst zich in drie of meer alveolaire zakjes.
Elke grotere alveolaire zak lijkt op een trosje druiven en bevat tien of meer longblaasjes. Het vlies dat
de longblaasjes scheidt van het capillairenstelsel dat het bloed langs de Alveoli vervoert, is erg dun
en semi-permeabel waardoor de zuurstof uit de lucht kan worden overgedragen aan de bloedcellen
in de capillairen.
Op dezelfde manier worden kooldioxide en andere afvalgassen uit het bloed overgedragen aan de
lucht die door de longen wordt uitgeademd. De longblaasjes zijn bijzonder vatbaar voor infecties
omdat ze een uitstekende voedingsbodem zijn voor virussen en bacteriën. Dit verklaart waarom een
kou op de borst of andere longproblemen zich dikwijls ontwikkelen tot een pneumonie of
pneumonitis; beiden potentieel gevaarlijke aandoeningen waarbij de binnenste delen van de longen
geïnfecteerd en ontstoken raken waardoor de luchtstroming en het zuurstoftransport belemmerd
worden.
Les 2 ademhalingsfysiologie
,Leerdoelen
De student:
1. Legt de begrippen ventilatie, diffusie en perfusie uit
2. Definieert de processen van externe en interne respiratie
3. Beschrijft de natuurkundige principes waardoor de verplaatsing van lucht in en uit de longen
mogelijk wordt
4. Verklaart hoe de werking van de ademhalingsspieren de adembewegingen tot stand brengt
5. Duidt de natuurkundige principes waardoor de diffusie van gassen in en uit het bloed
mogelijk wordt
6. Formuleert hoe zuurstof en kooldioxide in het bloed worden vervoerd
De begrippen ventilatie, diffusie en perfusie
Ventilatie = Dit is de verplaatsing van lucht van buiten het lichaam via de luchtwegen naar de
longblaasjes (alveoli) waar de gaswisseling plaatsvindt.
Diffusie = is de netto verplaatsing van moleculen van een plaats met relatief hoge
concentratie (veel botsingen) naar een gebied met een relatief lage concentratie (minder
botsingen). Het verschil tussen de hoge en lage concentratie betekent dat er een
concentratieverschil (concentratiegradiënt) is en diffusie wordt vaak omschreven als een
verplaatsing ‘met het concentratieverschil mee’, of ‘bergafwaarts’. Als gevolg van het
diffusieproces raken de moleculen uiteindelijk gelijkmatig verdeeld en wordt het
concentratieverschil opgeheven.
Perfusie = De doorbloeding van de capillaire longcirculatie waarbij zuurstofarm (veneus)
bloed naar de alveoli wordt getransporteerd en omgekeerd zuurstofrijk (arterieel) bloed naar
de weefsels wordt vervoerd.
De processen van externe en interne respiratie
Externe respiratie betreft alle processen die zijn betrokken bij de uitwisseling van zuurstof en
koolstofdioxide tussen de interstitiële vloeistoffen van het lichaam en het externe milieu. De
externe respiratie en het ademhalingsstelsel hebben als belangrijkste doel zuurstof naar de
cellen te brengen en koolstofdioxide uit de cellen af te voeren.
Externe respiratie verloopt in 3 stappen:
o Stap 1: longventilatie, of ademhaling is de fysieke verplaatsing van lucht in en uit de
longen.
o Stap 2: gaswisseling gaat door op twee plaatsen: (1) over het respiratorische
membraan tussen de luchtruimten in de alveoli en de alveolaire capillairen, (2) over
de wanden van de capillairen tussen bloed en de weefsels in het lichaam.
o Stap 3: transport van zuurstof en koolstofdioxide gaat door tussen de longcapillairen
en de capillaire netten in andere weefsels.
Interne respiratie is de opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide door deze cellen.
Als dit niet plaatsvindt volgt verstikking.
De natuurkundige principes waardoor de verplaatsing van lucht in en uit de longen mogelijk wordt
Inspiratie inademen
, Actief; dmv beweging van diafragma (75% vd inademing) en tussenrribspieren 25% van de
inademing
o Borstholte (thorax) iets naar boven en voren. Diafragma plat zich zijwaarts en naar
beneden af.
o Daardoor groter volume borstholte en druk borstholte < druk buitenomgeving
o Tussen borstholte en longen zit een dubbel sereus membraan (pleura). Het ene deel
-borstvlies- parietale pleura zit vast aan borstholte. Het longvlies viscerale/pulmonale
pleura aan longen. Pleuravocht zorgt voor kleving tussen de vliezen, waardoor
longen uitzetten als borstholte zicht vergroot.
Expiratie uitademing (passief, onwillekeurig)
Verslapping van spieren, thorax weer naar beneden en binnen en diafragma bolt zich weer
op. NB Bij actieve (geforceerde) uitademing met gebruik van hulpademspieren.
Hoe de werking van de ademhalingsspieren de adembewegingen tot stand brengen.
A. Ademprikkels
1. Ademcentrum in hersenstam
Wordt beïnvloed door (volgorde van belangrijkheid) 1. pCO2 2. pH 3. pO2
NB 1: pCO2 beïnvloedt pH
NB 2: COPD patiënten zijn immuun voor pCO2 waarde en gebruikt pO2 als drive om adem
te halen (hypoxic drive)
2. Perifere sensoren (pressosensoren) in de aortaboog en arteria carotis (halsslagaderen)
Gebruikt pO2 als drive om prikkel te geven tot ademhaling, de sensoren zijn dus gevoelig voor
een pO2 daling.
3. Psychogene factoren: hyperventilatie door angst en pijn e.d.
B. Ademprikkelgeleiding
1. Ademcentrum via zenuwstelsel naar AH spieren
2. Nervus frenicus stuurt diafragma aan. Deze zenuw ontspringt cervikaal (=nek) 3-5
3. Zenuwen die de tussenribspieren aansturen. Ontspringt Thoracaal 2-12
De natuurkundige principes waardoor de diffusie van gassen in en uit het bloed mogelijk wordt
1. Drukverschil van het betreffende gas in en buiten het bloed, waardoor het diffundeert over
de membraan. (plaveiselepitheel van alveoli, de onderliggende basaalmembraan, het
endotheel van het capillair) De druk wordt bepaald door de concentratie.
2. De partiele druk van elk gas is bepalend voor de snelheid waarmee dat gas tussen de lucht in
de alveoli en het bloed diffundeert.
Hoe zuurstof en kooldioxide in het bloed worden vervoerd
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper floorvanelden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.