Corporate finance
Lecture 1
Probeer dingen op verschillende manieren op te lossen, dus A+ B = C, maar als je alleen B en
C hebt kan je ook A berekenen. Dus kijk naar welke variabelen je hebt.
Accounting recap
De balans heeft twee kanten. De linkerkant is de asset kant. Een asset is alles wat van een
bedrijf is wat ze houden om revenu te genereren. Dus het is aannemelijk dat een asset in de
toekomst een economisch voordeel genereert. Als je iets hebt wat helemaal niets oplevert dan
mag je het ook niet op de balans zetten. Je kan de assets op de linkerkant onderverdelen in 2
blokken. Het bovenste blok zijn de huidige assets → Current Assets (CA), het onderste blok
zijn de Fixed assets, ook wel bekend als non-current assets (FA).
Als je het woord current in finance ziet betekent het minder dan 1 jaar. Dus de asset zal
binnen een jaar omgezet worden in geld. Dus de asset zal niet langer dan een jaar in het
bedrijf blijven. Er zijn er drie relevant bij current assets:
- Cash en Cash equivalent: dit is al cash dus het wordt niet meer current dan dat het al
is.
- Accounts receivable: dit betekent dat je als bedrijf nog geld van iemand krijgt en dat
ze het binnen een jaar terug moeten betalen → voorbeelden van wie dit kunnen zijn:
klanten, andere bedrijven, etc.
- Inventory: inventory zijn alle dingen die een bedrijf heeft met de intentie om ze zo
snel mogelijk te verkopen aan hun klanten, dus inventory is the stuff that is sold in the
course of the normal operating activity. Dus als Albert Heijn een liter melk verkoopt
zijn ze hun operating activity aan het uitvoeren.
Dan heb je de fixed assets, de fixed assets zijn alle assests die meer dan een jaar in het bedrijf
blijven. Denk bijv. aan land, gebouwen, productiemachines. Dit heet ook wel PPE, wat staat
voor property, plant & equipment.
Je zal heel veel de uitspraak
operating activity horen.
Hiermee wordt bedoeld, wat
doet een bedrijf en wat is
dus hun main purpose.
Soms heeft een bedrijf fixed
assets die ze niet meer nodig
hebben. Denk bijv. aan een
oude bedrijfdslaptop die ze
dan willen verkopen. Als je
een fixed asset verkoopt dan
maak je er eerst een current
asset van en omschrijf je dat
als laptop available for sale.
Dan is het voor degene die
de balans leest duidelijk dat
het eerst een fixed asset was
die nu verkocht wordt.
Veel professionals denken dat het getal dat je naast de asset op de balans ziet is het bedrag
wat je waarschijnlijk krijgt als de asset direct verkoopt. Dus ook wel de marktwaarde, maar
1
,dit is niet correct. In Europa zijn de getallen vaak historische kosten, dus wat heeft het bedrijf
origineel voor die asset betaald. Dus als er staat Land 100. Dan betekent dat dat het bedrijf
een stuk land heeft gekocht, bijv. 10 jaar geleden, en ze hebben er 100 euro voor betaald. Dus
het betekent niet dat als ze het verkopen dat ze er 100 euro voor krijgen. Dat zou market value
accounting zijn en dat doen we niet in Europa, maar wel bijv. in Amerika.
Vervolgens kun je alle current assets en fixed assets bij elkaar optellen en dan krijg je
onderaan het som teken met een groot getal. Dat getal noemen we ook wel de total assets. Dus
total assets = current assets + fixed assets.
Wat zou de inventory van RSM zijn? Niets, omdat ze een universiteit zijn. Ze zijn een
serviceprovider, dus ze hebben geen producten die ze verkopen.
Dan de rechterkant van de balans. Hierop staan L + OE.
L zijn de liabilities. Dat is geld wat het bedrijf heeft geleend. Dus geld wat het bedrijf
schuldig is aan iemand anders. Je kunt de liabilities verdelen in twee blokken. Je hebt current
liabilities en non-current liabilites. Current bekent nog steeds minder dan 1 jaar. Dus geld wat
een bedrijf schuldig is aan iemand anders dat binnen een jaar terugbetaald moet worden. non-
current liabilities is geld dat het bedrijf verschuldigd is aan iemand anders en dat ze terug
mogen betalen in een periode van meer dan 1 jaar.
Voorbeeld huis kopen: je hebt een hypotheek van 25 jaar en je betaald maandelijks een
gedeelte hypotheek af. Is dit vanuit het perspectief van degene die het huis koopt een current
of een non-current liability? Het antwoord is beide. De reden: degene die het huis koopt heeft
een lening van de bank en zij maken het geld over naar de notaris om het later aan de
verkoper te geven, en het moment dat degene die het huis koopt hypotheek krijgt begint die
met terugbetalen. Dus ook al gaat het over een hypotheek van 25 jaar, heeft het al een current
component, want alles wat je in een jaar aan hypotheek betaald is al een current liability en de
rest is non-current liability.
Als we in finance over liabilities praten dan noemen we het debt.
Het tweede blok aan de rechterkant van de balans is de Owners Equity. Dit is het kapitaal dat
is voorzien door de shareholders. Als een shareholder stocks koopt van een bedrijf dan levert
dit het bedrijf kapitaal op en zo haalt een bedrijf dus kapitaal op.
IPO = initial public offering, dit betekent dat een bedrijf aandelen aan het publiek verkoopt
voor de eerste keer op de primary market. Het geld wat het bedrijf daarmee opgehaald is de
common stock of paid in capital. In finance worden stocks ook wel shares genoemd, maar het
is hetzelfde. Daarnaast heb je retained earnings. Dit is winst wat het bedrijf in het verleden
heeft gegenereerd, dat nog niet uitbetaald is aan de shareholders als een dividend. Als een
bedrijf veel winst maakt zal de retained earnings stijgen en als een bedrijf veel verlies maakt
zullen de retained earnings krimpen. Als een bedrijf maar geld blijft verliezen en verliezen
dan heet het geen retained earnings meer maar accumulated losses. Dat kan de equity negatief
maken. Als de equity negatief is dan zal de balans niet meer in balans zijn, dus als het negatief
wordt zetten we het niet meer op de rechterkant van de balans maar bij de current assets links
met een minteken om weer in balans te komen.
equity bestaat dus uit common stock en retained earnings
2
,toch bestaat de rechterkant niet
alleen uit debt en equity, maar
is er nog een groep
instrumenten die er eigenlijk
tussen in zit. het zijn vaak
instrumenten met
karakteristieken van zowel
debt als equity. Deze
instrumenten noem je hybrids.
Een voorbeeld hiervan is
convertible bond. Een
convertible bond is een grote
lening die opgedeeld is in
kleinere units, zodat de
normale mensen ook de bond
kunnen kopen. Als je een stukje koopt mag je de bond omzetten in een share of equity. Dus
als je als bedrijf dit uitgeeft en verlies maakt wordt het gezien als lening die het bedrijf terug
moet betalen met interest, maar als het bedrijf succesvol is kan je de convetible bond
omzetten in shares.
Dan de income statement. Dit is ook wel de P&L oftewel profit loss account. De berekenings
is revenu – cogs = gross profit. Als Dell een laptop verkoopt is het revenu en kan je het op de
income statement zetten. Als RSM een laptop verkoopt kan dat niet op de income statement
want het is niet hun operating activity om laptop te verkopen. De cost of goods sold is direct
materiaal, directe arbeid en directe manufacturing overhead, dus alles wat nodig is om het
product te maken of alles wat nodig is om de dienst uit te kunnen voeren. Als je de revenu en
COGS van elkaar aftrekt hou je de gross profit over. Als je daar de operating expenses (zoals
salaris) vanaf haalt krijg je de operating profit oftewel EBIT (earnings before interest &
taxes). Dus daar haal je dan de interest expesenses (dit kan ook een + zijn dan zijn het interest
income) af en dan krijg je de EBT (earnings before taxes. Daar haal je dan de corporate taks
(Tc) vanaf en dan heb je het net income (dus profit of loss).
Het netto inkomen aan het einde van het jaar wordt verplaatst naar de retained earnings. Zo
zijn ze met elkaar verbonden. Aan het begin van het jaar heb je de balans. Tijdens het jaar
boek je niet echt iets in de balans, maar juist op de winst en verliesrekening. En aan het eind
van het jaar update je de balans met al die gegevens en dan heb je closing balance sheet. Dus
de balans en de income statement zijn met elkaar verbonden.
Depreciation is het verlies van de waarde van een fixed asset omdat je het gebruikt. Dus hoe
meer je in je auto rijdt, hoe minder de waarde wordt. Depreciation valt vaak onder de
operating expenses (income statement). En als het direct een relatie heeft met het productie
proces dan zou het bij de cost of goods sold zitten en de overhead kosten.
Amortization. Dit is eigenlijk de depreciation van intangible assets. Dus assets die je niet aan
kan raken, zoals copyright, trademarkt, licentie etc. de boekwaarde daarvan wordt ook elk jaar
minder.
Cash flow statement: heeft drie secties.
- CF op: cash flow from operating activity: alle cashflows die direct te maken hebben
met de operating activities komen hier te staan
3
, - CF inv: cash flow from investing activity: dit komt uit de transacties in de fixed assets.
Dus als je een fixed asset aanschaft dan moet je ervoor betalen dus heb je een casdh
outflow, bijv als je een machine moet kopen. Als je fixed assets verkoopt is het een
cash inflow
- CF fv: cash flow from financing activity: dit slaat op de hele rechterkant van de
balans. Dus als je een nieuwe lening neemt dan is het een cash inflow. Je terugbetaling
zijn cash outlfows. Of bijv. nieuwe aandelen/shares. Of als we aandelen terugkopen is
het ook een cash outflow.
In elke sectie kun je maar twee verschillende entries/inzendingen vinden. Namelijk cash
inflows en cash outflows (+/-). Verschil income statement en cash flow statement: bij de
income statement gaat het over earnings en expenses, en ben je niet geinteresseerd in cash
effectiveness.
Als je alle cash inflows en outflows hebt geregistreerd, kun je ze opsommen. En dan som je
alle secties weer samen op. In dit voorbeeld is de CF op positief, dus dat is goed. De CF inv is
negatief dit is een goed teken
De -300 bij cash flow inv betekend dat we meer assets gekocht hebben en in cash hebben
betaald, dan dat we assets verkocht hebben, 300 euro meer. Dit is dus goed want het bedrijf
koopt meer assets om te groeien, dus dat is een goed teken.
Als je alles opsomt kom je op +500. Dit getal vind je op de balans links bij cash, maar je kijkt
naar de balans op 1 januari wat daar aan cash stond en dan tel je daar die 500 bij op. Het is
dus alleen de verandering in cash en niet het hele bedrag aan cash.
Verschil accounting en finance. Accountants volgen de economische activiteit van een bedrijf.
Ze proberen zichtbaar te maken in welke staat een bedrijf is.
4