Uitwerking leerdoelen OIA: Inleiding Organisatiekunde
Hoofdstuk 1: Inleiding
Verschillende bedrijfsvormen
Zonder rechtspersoonlijkheid: eenmanszaak, vof, commanditaire vennootschap
Met rechtspersoonlijkheid: bv, nv, vereniging, coöperatie, onderlinge
waarborgmaatschappij, stichting
Wetenschappelijke stromingen
eind 19e eeuw – 1935: scientific management, Frederick Taylor, streven naar
efficiency, Henri Fayol: general management theory, eenheid-van-bevelprincipe
1935 – 1955: human relations, Hawthorne-experimenten, organisaties gesloten
systemen, te veel gericht op arbeiders revisionisme: integratie met scientific
management
1955 – heden: grote maatschappelijke veranderingen, organisaties open systemen
systeemtheorie, organisatiekunde interdisciplinair, medezeggenschap/delegatie
voor betrokkenheid
Organisatiedeskundigen
Peter Drucker: kennisrevolutie, meer productiviteit in kennis- en dienstensector na
Industriële Revolutie
Henry Mintzberg: basisconfiguraties, beste manier van leiding en structuur bestaat
niet, configuraties als basis voor structuur en leidinggeven
Michael Porter: vijfkrachtenmodel, analyseren van de markt en concurrentie
Michael Hammer: meer zelfsturing, verschil leiding en uitvoerenden vervaagt
Dirigerend en constituerend
Constituerende beslissingen: beleidsintensief, doelstellingen en strategieën
vaststellen en omstandigheden scheppen om doelstellingen te kunnen waarmaken,
vooral topmanagement
Dirigerende beslissingen: beleidsuitvoerend, het geven van opdrachten, op gang
brengen en sturen van dagelijkse actie
Missie, visie, strategie
Missie: beleidsuitgangspunten, langetermijnperspectief
Visie: gericht op verre toekomst, langetermijnperspectief
Strategie: manier waarop doelstellingen bereikt zullen worden
Inleiding Organisatiekunde Elise Winters 2021/2022
, 7S-model
Strategy, Structure, Systems, Staff, Skills, Style, Shared Values
Hoofdstuk 2: Strategie
Soorten planning
Niveau: concern, werkmaatschappij, afdeling, product
Tijdshorizon: kort, middellang en lang
Mate van detail: strategisch en tactisch
Functioneel gebied: inkoop, marketing, productie, personeel, financieel
Abell-model
Businessdefinitionmodel: bestaat uit 3 onderdelen
Afnemersgroepen (wie)
Behoeften (wat)
Technologie (hoe)
SWOT
Externe ontwikkelingen en eigen sterke/zwakke punten
Strengths: interne sterktes
Weaknesses: interne zwaktes
Opportunities: externe kansen
Threats: externe bedreigingen
BCG-model
Boston Consulting Group portfoliomodel: hulpmiddel om eigen positie te bepalen
Stars: hoge marktgroei, groot marktaandeel
Cash cows: lage marktgroei, groot marktaandeel
Question marks: hoge marktgroei, klein marktaandeel
Dogs: lage marktgroei, klein marktaandeel
Confrontatiematrix
Kansen en bedreigingen tegenover sterktes en zwaktes, combinaties vinden voor
overbruggen van strategische kloof.
1. Aanvallen en uitbouwen: sterkte + kans
2. Verbeteren: kans + zwakte
3. Verdedigen: bedreiging + sterkte
4. Management in actie (kernprobleem): bedreiging + zwakte
Groeistrategieën van Ansoff
1. Marktpenetratie: bestaande markt/product
Bestaand product intensiever bewerken
2. Marktontwikkeling: nieuwe markt, bestaand product
Nieuwe markten bewerken door bijvoorbeeld exporteren
3. Productontwikkeling: bestaande markt, nieuw product
Innovaties of verbeteringen aan producten
4. Diversificatie: nieuwe markt/product
Inleiding Organisatiekunde Elise Winters 2021/2022