Uitwerking taken
Taak 1; de zorgvrager centraal
Appelhof; the determinants of quality of life of nursing home residents with young-onset dementia and
the differences between dementia subtypes
Betere kwaliteit van leven hangt samen met verminderd bewustzijn van de eigen cognitieve tekorten
en een betere geestelijke gezondheid van de zorgverlener bij thuiswonende mensen met dementie.
Daarnaast verschilt de kwaliteit van leven met de soort van dementie. Daarnaast verhoogde cognitieve
stoornissen en aanwezigheid van neuro psychiatrische symptomen negatief geassocieerd met kvl.
People with young-onset dementia = dementia with an onset of symptoms before the age of 65.
Jongere leeftijd zorgt ook voor een slechtere kwaliteit van leven.
90% van verzorgingstehuizen bewoners heeft een of meer nps (angst, somber).
87% gebruikt hiervoor een of meerdere medicijnen.
We meten omdat als je het beter begrijpt wat de determinanten zijn en de verschillen tussen de soorten
dementie in samenhang met kvl je de zorg kan verbeteren in verzorgingstehuizen.
Kan gemeten worden door een cross-sectional study. Kvl gemeten met een vragenlijst.
Een multilevel model toonde aan dat een lage kvl geassocieerd was met gevorderde dementie, pdu en
np factoren agitatie/agressie/depressie/apathie.
De relatie tussen KvL en de onderzochte determinanten was niet verschillend voor de subtypes van
dementie, met uitzondering van de factor psychomotorische agitatie.
Hoge percentages NPS en PDU die worden gevonden bij bewoners met YOD inderdaad jongere
bewoners met dementie in het bijzonder een risico geven op een slechte kwaliteit van leven
Claassen; dementie
Dementie = ontgeesting, de persoon kan niet meer zelfstandig functioneren als gevolg van een
hersenziekte. De oorzaak van de achteruitgang in het dagelijks functioneren moet liggen in een
aantasting van de hersenen, die leidt tot een stoornis in de cognitieve functies. De term zegt niks over
de oorzaak van die hersenschade.
Belangrijkste cognitieve functies zijn; geheugen/executieve functies(planning,organisatie,oplossend
vermogen)/oriëntatie(besef van tijd,wanner,plaats,persoon).
Praxis = het vermogen een aangeleerde handeling uit te voeren, bv aankleden (stoornis heet apraxie).
Gnosis = het herkennen van voorwerpen, vormen of personen (stoornis heet agnosie).
Phasis = het vermogen tot gebruik en begrip van taal (stoornis heet afasie).
2014 256.000 mensen dement.
2040 538.000 mensen dement.
,Prevalentie van 2,5% tussen de 60-70, 5% tussen de 70-80, 10% tussen de 80-90, 20-30% tussen
boven de 90.
Vanaf 60 jaar verdubbelt bij iedere tien jaar veroudering het aantal mensen met dementie.
Diagnostiek:
Moeten stoornissen in twee of meer cognitieve domeinen zijn die ernstig interfereren met het dagelijks
leven en die worden veroorzaakt door beschadiging/ziekte van de hersenen.
Dementie geen gevolg van normale veroudering.
Belangrijkste oorzaken dementie:
- Ziekte van Alzheimer 70%
- Resterende 30% vasculaire dementie, dementie met lewylichaampjes,
frontotemporaalkwabdementie en dementie door de ziekte van parkinson. Ook wel
neurodegeneratieve ziekten, ziekten die degeneratie (progressieve schade en sterfte) van
neuronen (hersencellen) veroorzaken.
Vasculaire dementie wordt veroorzaakt door hersenschade ten gevolge van een gestoorde
hersendoorbloeding. Dit kan worden veroozaakt door een herseninfarct, hersenbloeding, of
een geleidelijke aantasting van de kleine bloedvaten in de hersenen. Belangrijke
risiscofactoren zijn hoge bloeddruk, overige hart- en vaatziekten en diabetes.
Behandeling en zorg:
- Geen effectieve geneesmiddelen
- Wel middelen die niet het ziekteproces beïnvloeden maar wel enkele ziekteverschijnselen
kunnen verminderen. Galantamine en donepezil en rivastigmine in NL. Doel is verbetering of
stabiliteit van geheugen, aandacht en functionele status. Daarnaast ook memantine, vooral
voor gedragsproblemen.
- Niet-medicamenteuze interventies: psycho-
educatie/thuiszorg/maaltijdvoorziening/vrijwilligerszorg/dagbehandeling.
Gevolgen:
Omgeving heftig, stukje bij beetje partner of ouder kwijtraken. Gebrek aan belangstelling dat patiënt
toont, gesprekken weinig inhoud meer, samen praten over de dementie kan niet, initiatief ontbreekt.
Later stadium ook gedragsstoornissen en lichamelijke afhankelijkheid.
Mantelzorgbelasting leidt tot verminderde inzetbaarheid op het werk en hoger risico op ziekte en
depressie bij de mantelzorger.
Kosten zij direct zoals inzet thuiszorg, doktersbezoeken, dagbehandeling en uiteindelijk opname in het
verpleeghuis. Indirecte kosten zijn kosten van opname wegens heupfractuur die het gevolg is van een
va; of ziekteverzuim van partner of kinderen.
Academische werkplaats limburg ouderenzorg; factsheet anders meten: kwaliteit van thuiszorg door
de ogen van de cliënt
,Net zoals in de Ruimte voor Zorg methode in het verpleeghuis, kiezen we voor een relatiegerichte
aanpak. We gaan ervan uit dat goede zorg tot stand komt in interactie tussen de cliënt,
zorgmedewerkers en eventueel de aanwezige mantelzorgers. Bij het meten van ervaren kwaliteit van
zorg gaan we dus uit van 3 perspectieven: dat van de cliënt, professionele zorgmedewerker en
mantelzorger. De combinatie van deze drie noemen we de zorgdriehoek.
3 thema’s belangrijk voor kwaliteit van zorg:
- Omgeving > fysieke omgeving zorg wordt verleend
- Individuele aspecten > persoonlijkheid vd cliënt
- Sociale betrokkenheid > zinvolle relaties met zorgmedewerkers en mantelzorgers
Cliëntvertegenwoordigers, zorgmedewerkers en beleidsmedewerkers benadrukken het belang van een
kwaliteits-gesprek in plaats van een vragenlijst. Daarnaast zouden medewerkers willen dat
thuiszorgteams kunnen leren en verbeteren met gegevens uit kwaliteitsmetingen. De uitkomsten van
een evaluatie moeten dus voldoende concreet zijn zodat het zorgteam ze samen kan bespreken en
actiepunten kan formuleren.
Methode
Wijkverpleegkundige voert individuele evaluatiegesprekken met de cliënt, de directe zorgverlener en
de mantelzorger. Er zijn verschillende thema’s gerelateerd aan ervaren kwaliteit van zorg en ze kieze
zelf een thema uit waar ze het over willen hebben. De wkvp stelt basisvragen die horen bij het gekozen
thema en op basis van de antwoorden diept de wkvp het thema verder uit door middel van aanvullende
vragen. Vervolgens bespreken de geleverde zorg en bijzonderheden/aandachtspunten. Dan het
resultaat vd zorg/tevredenheid met de zorg en de algemene ervaring. Tot slot vat de wkvp het samen
en maakt mogelijk een nieuwe afspraak voor in de toekomst.
,Beerens; factors associated with quality of life of people with dementia in long-term care facilities
Er zijn aanwijzingen dat depressieve symptomen, meerdere gedragsstoornissen en cognitieve
stoornissen gerelateerd zijn aan een lagere kwaliteit van leven van mensen met dementie die thuis
wonen. Echter zijn de factoren van kwaliteit van leven in instelling voor langdurige zorg onduidelijk.
Kwaliteit van leven is een complex, multidimensionaal construct en wordt door de WHO gedefinieerd
als 'individuele' percepties van hun positie in het leven in de context van de cultuur en
waardensystemen waarin ze leven, en in relatie tot hun doelen, verwachtingen en standaarden.
Gale; dementia
Dementie = elke achteruitgang in cognitie die significant genoeg is om het onafhankelijk, dagelijks
functioneren te belemmeren. Neurodegeneratieve vormen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer
en dementie met Lewy-lichaampjes, komen het meest voor bij ouderen, terwijl traumatisch
hersenletsel en hersentumoren veelvoorkomende oorzaken zijn bij jongere volwassenen. Het moet
over het algemeen beschouwd worden als een verworven syndroom, en niet als een specifieke ziekte
zelf.
Wereldwijd 7% van de personen boven de 65 jaar.
Risicofactoren zijn vasculaire vaatziekten, ouder worden en genetisch profiel.
Voor diagnose minimaal de volgende 4 elementen:
- Grondige klinische geschiedenis > bepalen begin van de symptomen en de progressie van de
symptomen.
- Neurologisch onderzoek, met een nadruk op de beoordeling van mentale status
- Selectieve laboratoria screening voor geselecteerde metabole/fysiologische afwijkingen
- Een structurele brein scan met MRI
Nog meer testen zijn:
- 30 punten mini mentale status test > ernst beoordelen en screenen
- Montreal Cognitive Assessment > bredere beoordeling cognitieve domeinen en kunnen sneller
neurodegeneratieve ziekten opsporen dan 30 punt test
- Neuropsychologische evaluatie > nuttig als screeningtests of klinische indruk twijfelachtig
zijn
, Verschillende vormen:
- Alzheimer > meest voorkomende, begint met langzaam progressieve geheugenafname.
Gemiddelde overleving na begin symptomen is 10-12 jaar, beta-amyloïde plaques en
neurofibrillaire knopen, vroege patiënten vergeetachtigheid of herhalen of prikkelbaar, MRI
kan gemaakt worden of een PET scan
- Frontotemporale dementie > groep neurodegeneratieve ziekten die verband houden door
selectieve degeneratie van de frontale en temporale kwabben, vaak gedragsvariant (vroege
persoonlijkheidsveranderingen, empathie) & afasie (spraak en taalproblemen), MRI kan
aantonen, medische behandelingen heeft focus op verlihcten symptomen
- The Alpha-Synucleinopathies > Deze ziekten omvatten dementie met Lewy-lichaampjes, de
ziekte van Parkinson en meervoudige systeematrofie, dementie met Lewy-lichaampjes is
waarschijnlijk de op één na meest voorkomende degeneratieve dementie na de ziekte van
Alzheimer, de belangrijkste klinische kenmerken zijn onder meer: fluctuerende cognitie met
uitgesproken variaties in aandacht en alertheid, terugkerende goed gevormde visuele
hallucinaties, droomgedrag tijdens de slaap met snelle oogbewegingen en een of meer
kenmerken van parkinsonisme, belangrijk is dat deze motorische, cognitieve en
slaapsymptomen ook kenmerken kunnen zijn van de dementie die gepaard gaat met de ziekte
van Parkinson
- Niet-neurodegeneratieve cognitieve stoornis/dementie > Dementie kan ontstaan wanneer
patiënten een tekort of ontregeling van vitamineniveaus of voedingsstoffen ontwikkelen,
ernstige thiamine (vitamine B1)-tekort kan in de vroegste fasen een ziekte veroorzaken die
Wernicke-encefalopathie wordt genoemd, en het Korsakoff-syndroom als het verandert in een
chronische geheugenstoornis, symptomen zijn gangataxie, delirium en oftalmoplegie
Er is epidemiologisch bewijs dat zelfs een relatief vitamine D-tekort geassocieerd is met een hogere
incidentie van alle dementiesyndromen.