Inleiding sociaal recht aantekeningen
HC 1A Dinsdag 19 april 2022
I. INLEIDING
A. Ontstaan arbeidsrecht en functies arbeidsrecht
B. Deelgebieden arbeidsrecht
C. Bronnen arbeidsrecht
D. Gradaties van ‘dwingendheid’
E. Wie valt onder het arbeidsrecht?
= Groen is zelfstudie
I.A. Ontstaan en functies AR
‘Arbeidsrecht’ hier ruim opgevat, namelijk ook omvattende het socialezekerheidsrecht, wordt samen
vaak aangeduid als ‘sociaal recht’
Waartoe dient arbeidsrecht? M.a.w.: wat is reden ontstaan arbeidsrechtelijke regelgeving?
Eerste arbeidswet is uit 1907, dus uit de eind 19e eeuw. Toen transformeerde Nederland richting een
industrieland. Men kwam tot de conclusie dat de omstandigheden voor arbeiders slecht was. Er waren
dus slechte arbeidsomstandigheden. Met slechte arbeidsvoorwaarden, geen bescherming tegen
gevaren van arbeid of geluidsoverlast. Je was ook niet beschermd als je niet meer kon werken door
werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of oudheid. Je moest dan terugvallen op de kerk of je sociale
kring er was geen overheid gereguleerde sociale zekerheid. De werkweken van een bijv. een machinist
was minstens 18,5 uur per dag. Je moest dan minstens 82 uur werken.
Machinist zegt hier zelf over:
`Door zulke lange dienstdagen wordt ons huiselijk en familieleven verwoest. Ons huis is voor ons niets meer dan een slaapstee.
Onze kinderen zien we soms in geen 4 of 5 dagen, want 's morgens als we gaan, slapen ze en 's avonds of 's nachts als we
thuis komen evenzoo....ons menschzijn verdwijnt geheel en al onder dat aanhoudend en langdurig afbeulen.'
[uit: Grievencahier 7-8]
Nu heb je een arbeidstijdenwet met arbeidstijden met minimale rusttijden, verlofregelingen,
vakantieregelingen. Dat was toen niet zo in de 19e eeuw. De arbeidstijdenwet wat werknemers
beschermt tegen de werkgever. Nu maken wij ons zorgen over de werktelefoon wat maakt dat je moet
antwoorden op vragen van je werkgever in je vrije tijd, die druk voel je daarvoor.
Functies arbeidsrecht:
Arbeidsrecht is beschermingsrecht
- ‘[Arbeiders] moeten, willen zij leven, arbeiden en een arbeidscontract sluiten. De druk,
waaronder zij verkeren, laat het bedingen van billijke voorwaarden niet toe.’
o MvT bij Wet op de Arbeidsovereenkomst 1907, Bles I, p. 6
› ‘Dwangcontract’ -> Dit was in de 19e eeuw waarbij een arbeider geen onderhandelingspositie
had. Je moest tekenen bij het kruisje anders had je een probleem. Voor jou 10 anderen dus je
moest wel tekenen om in leven te blijven en in levensonderhoud te voorzien. Weinig keus.
,Arbeidsrecht → dwingend recht, ongelijkheidscompensatie -> Nu moeten er dwingendrechtelijke
regels zijn, iedereen moet dezelfde bescherming krijgen en dat moet niet afhangen van de werkgever.
De arbeider is in een zwakke positie dus er bestaat een ongelijkheidspositie tussen werkgever en
werknemer, dus de werknemer in de zwakke positie moet beschermd worden.
Nederland versus ‘de wereld’, zie bijv. Rana Plaza drama in Bangladesh
(http://www.economist.com/news/leaders/21577067-gruesome-accident-should-make-all-bosses-
think-harder-about-what-behaving-responsibly) -> Wij gebruiken nog steeds de
ongelijkheidsverhouding van andere landen. De zwakke positie is nu van verschil tussen werknemers
en werkgevers in NL verplaatst naar Bangladesh waarbij NL de “sterke werkgever” is en Bangladesh de
“zwakke werknemer”. In Bangladesh gebeuren nog steeds ongelukken. Men heeft n.a.v. dit ongeluk
wel gedacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen waarbij je als westers land wel enige
verantwoordelijkheid voor deze mensen in Bangladesh hebt.
→ MVO: maatschappelijk verantwoord ondernemen (‘CSR’)
- Je moet afspraken maken met mensen uit de hele (kleding)industrie. Afspraken over
arbeidsomstandigheden, kinderarbeid, leefbaar loon, of over milieu etc. Dat gebeurd
gelukkig steeds vaker. Je maakt afspraken met werkgevers, werknemers, vakbonden en
iedereen die bij deze keten komt kijken.
Maar ook in NL zelf: o.a. bekende uitbuitingszaken van de aspergestekers en de champignonplukkers
http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2015/06/03/inspectie-szw-onderzoekt-arbeidsuitbuiting-
bulgaarse-champignonplukkers.html
En denk aan zaken als de ‘Aziatische wokkoks’ → Ook worden hier mensen uitgebuit, mensen uit Oost-
Europa voornamelijk. Bijv. in de tuinbouw als champignonplukkers. Ook worden wokkoks hier in NL
vaak uitgebuit. Ze moeten veel werken voor een laag loon van 1600 euro waarbij er maandelijks nog
500 euro betaald moet worden. Deze wokkoks zijn erg kwetsbaar want ze spreken de Nederlandse taal
niet, en kennen daardoor de rechten niet en zijn sociaal geïsoleerd want ze slapen in het restaurant en
moeten veel werken. Dit maakt ze erg kwetsbaar. Ze blijven vaak buiten de radar van de
arbeidsinspectie. Dat maakt het lastig. Banen met slechte arbeidsomstandigheden die bestaan nog
steeds in NL. Je bent kwetsbaar als je geen arbeidsrecht heb waar je op kan terugvallen omdat of die
rechten er gewoon niet zijn of je weet niet dat ze bestaan door een (sociaal) isolement of dat ze niet
worden gehandhaafd omdat er te weinig capaciteit is om dat te doen.
- Veel grote rechtszaken aangespannen tegen Uber etc (grote platformbedrijven) omdat zij
ook slechte arbeidsomstandigheden hebben.
Arbeid verandert voortdurend en dus ook de risico’s die aan de arbeid zijn verbonden.
Werknemersbescherming zal dus steeds moeten mee evolueren. Risico’s veranderen steeds omdat
het werk verandert en daarom moet ook de bescherming mee groeien.
Zie nu bijv. sterke groei van het thuiswerken: wat betekent dat voor arbeidsomstandigheden? En voor
de controle die werkgever op werknemer uitoefent (gezag, instructiebevoegdheid)? -> Je moet een
goede stoel hebben etc. Maar mag de werkgever dat bij jou thuis controleren? En hoe mag hij dat dan
controleren?
Opmars van ‘invasive surveillance’ (zie mijn column ‘Monitoring en surveillance op het werk – de
werknemer opnieuw geknecht?’, Tijdschrift Recht en Arbeid 2021, afl. 5). In hoeverre mag de
werkgever in jouw huis controleren of jij wel goed werk verricht. Mag je werkgever je dan
,bespioneren? Sommige werkgevers gaan hier erg ver in. Sommige werkgevers doen dit via de webcam
en tracking software waarbij ze kijken of jij naar het scherm kijkt of naar je telefoon. Bij sommige
bedrijven gaat het zover dat elke keer als je water gaat halen moet je in de app aangeven waarom je
achter je bureau weg gaat. Je moet dus afspraken maken omdat de werkcultuur verandert. Dit levert
veel wantrouwen van de werknemer op en mensen voelen zich steeds bekeken waardoor het werk en
de werkdruk niet ten goede komt. Slecht voor je fysieke en mentale gezondheid.
Ook is arbeidsrecht ordeningsrecht:
Organisatie van de arbeidsmarkt, regulering van individuele en collectieve arbeidsverhoudingen. Voor
een goed draaiende economie is een goed draaiende arbeidsmarkt cruciaal.
Beide functies van het arbeidsrecht – beschermingsrecht en ordeningsrecht – terug te zien in de
verschillende deelgebieden van het arbeidsrecht. Soms een wat meer dan de andere. Voor
deelgebieden verwijzing naar boek etc.
AR wordt ook steeds vaker ingezet als instrument om bepaalde doelstellingen van arbeidsmarktbeleid
te realiseren (instrumentele functie)
→ zie het boek en de zelfstudie powerpoint.
I.E. Wie valt onder bescherming Arbeidsrecht?
Werkzame beroepsbevolking:
› Zelfstandige beroepsbevolking: werken niet ‘in dienst van’ een ander; zzp’ers; vaak werkzaam
o.b.v. overeenkomst van opdracht (7:400 BW) of aannemingsovk (7:750 BW) Schets, p. 8-9.
Let op: sommige zzp’ers zijn schijnzelfstandigen -> eigenlijk hebben ze een arbiedsovk! Je hebt
dan veel minder bescherming dan mensen met een arbeidsovereenkomst.
▪ Ze werken wel voor een ander of in opdracht van een ander maar zijn niet in dienst
van een ander. Geen arbeidsovereenkomst maar een opdracht overeenkomst of een
aannemingsovereenkomst.
› Onzelfstandige beroepsbevolking: personen in dienst van een werkgever. Er is een
gezagsrelatie.
▪ Private sector → arbeidsovereenkomst en dus arbeidsrechtelijke bescherming ex titel
7.10 BW
▪ Publieke/overheidssector → meeste ambtenaren hebben sinds 1-1-2020 (Wet
normalisering rechtspositie ambtenaren) een arbeidsovereenkomst, voor hen geldt
ook de arbeidsrechtelijke bescherming van titel 7.10 BW. Eerst hadden ze een
aanstelling maar nu arbeidsovk waarbij arbeidsrecht van toepassing is. -> niet
rechtsambtenaren.
Er zijn dus allemaal categorieën werkenden maar dat kun je op allerlei overeenkomsten doen.
Deel II van vandaag
Arbeidsovereenkomst – kwalificatie
Arbeidsovereenkomst is entreebiljet voor vergaande bescherming Arbeidsrecht en sociale
zekerheidsrecht. Als werknemer heb je een ticket in handen met veel bescherming.
→ Hamvraag: wie kwalificeert als werknemer?
Art. 7:610 BW:
, “De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in
dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.”
Dus eigenlijk arbeidsovereenkomst als is voldaan aan de elementen van art. 7:610 BW
a. Arbeid (persoonlijk)
b. Loon
c. In dienst (ondergeschikt)
d. Gedurende zekere tijd
→ Dan arbeidsovereenkomst, zonder keuze! -> Ook als beide partijen dat niet willen is er toch een
arbeidsovereenkomst. Daar is niet de vrije keuze van partijen van toepassing. Wel mogen partijen
kiezen hoe ze de arbeidsovereenkomst inrichten maar niet of iets wel of geen arbeidsovereenkomst
is, dat wordt gewoon bepaald als iets voldoet aan de 4 criteria, ook al is dat niet de bedoeling van beide
partijen. Dan val je gewoon onder bescherming van arbeidsrecht.
Element A. Arbeid Wat is arbeid?
Aard van de arbeid doet er niet toe. Dit kan dus van alles zijn.
› Studentstage?
HR 9 oktober 2015, JAR 2015/277 (Logidex) Stageovk vertoont dikwijls kenmerken van
arbeidsovereenkomst. Soms kan een stagiair immers alleen de noodzakelijke ervaring opdoen door in
het kader van zijn opleiding arbeid te verrichten die vergelijkbaar is met de arbeid van een gewone wn.
Criterium is of de werkzaamheden van de stagiair naar de bedoeling van partijen zozeer zijn gericht op
het uitbreiden van eigen kennis en ervaring van de stagiair, zulks mede met het oog op de voltooiing
van zijn opleiding, dat van een ovk waarbij de ene partij zich verbindt voor de andere arbeid te
verrichten niet kan worden gesproken.
› Bij studentenstage: Je draagt wel bij aan de doelstellingen van het advocatenkantoor (je
verstrekt juridisch advies) maar het is meestal geen arbeid in de zin van art. 7:610 BW. Stage
doe je meestal vergelijkbaar werk als andere medewerkers van het kantoor. Maar er zit wel
verschil in want je werk is meestal niet zo waardevol voor het bedrijf als een normale
medewerker want je bent vaak nog niet zo productief als een normale medewerker. Je komt
daar in de eerste plaats niet werken omdat jij productief wil zijn voor dat advocatenkantoor
maar om eigen kennis en ervaring op te doen en te leren.
o Criterium van de HR is: waarop het werk gericht is naar bedoeling van partijen
› Beurspromovendi UvA? (HR 14 april 2006, LJN AU9722, Beurspromovendi UvA). Verrichten die
wel of niet arbeid voor de universiteit? Je schrijft wel stukken. HR zegt ja daar zit wel een groot
verschil t.o.v. ‘eerste-fase studenten’. HR zegt deze verrichten wel arbeid, want die dragen
enorm bij aan onderzoek. Schrijven van proefschriften draagt ook bij aan prestige en levert
veel geld op voor universiteit. Dus in deze opzichten verschilt een promovendus van een
student. Dus die verrichten ook arbeid. Maar ja hier is ook kennisvergaring als doel in, maar
daar ligt niet de nadruk op (hier ligt nadruk op werk voor universiteit) waar bij een student
stage wel de nadruk op ligt. Dus je moet kijken waar de nadruk op ligt bij het verrichten van
de arbeid.
Arbeid – kortom:
Als er leer/opleidingsaspect in ovk zit, is criterium:
- Is het verrichten van de werkzaamheden van de stagiair – naar de bedoeling van partijen
– in overwegende mate in het belang van de opleiding die deze volgt? (HR 9 oktober 2015,
JAR 2015/277 (Logidex))