Aantekeningen artikelen en reader IM
INHOUD
Aantekeningen Artikelen ....................................................................................................................................... 2
Artikel 1: Franco & Montibeller; facilitated modelling in operational research ................................................. 2
Artikel 2: Camillus; strategy as a wicked problem .............................................................................................. 5
Artikel 3: Stroebe; beyond productivity loss in brainstorming groups ............................................................... 8
Artikel 4: Rouwette/Bleijenbergh/Vennix: GMB to support public policy: addressing a conflicted situation in a
problem neighbourhood................................................................................................................................... 13
Aantekeningen Reader IM (Messy Problems) ..................................................................................................... 18
Introduction ...................................................................................................................................................... 26
Part I. Messy problems and the role of interventions ....................................................................................... 26
Chapter 1: Messy problems and the role of interventions .......................................................................... 26
Chapter 2: Intervening in messy problems................................................................................................... 27
Part II. Intervention context and process .......................................................................................................... 28
Chapter 3: Intervention Context .................................................................................................................. 28
Chapter 4: Intervention process ................................................................................................................... 28
Chapter 6: List based methods: brainstorming, clustering and voting......................................................... 30
Chapter 7. Systems based methods: group model building ......................................................................... 33
,AANTEKENINGEN ARTIKELEN
ARTIKEL 1: FRANCO & MONTIBELLER; FACILITATED MODELLING IN OPERATIONAL RESEARCH
Abstract
Dit artikel gaat over interventies in organisaties. Traditionele manier: consultant krijgt opdracht van klant,
definieert het probleem, bouwt een model en komt met een oplossing (quasi-optimaal of optimaal). Een
andere manier is het meenemen van de klant in de interventie: problem definitie, evaluatie, ontwikkeling van
oplossingen etc. allemaal samen met de klant. Hier is de consultant naast analist ook facilitator voor de klant.
Dit artikel gaat over deze tweede manier van interventies doen: facilitated modelling.
Introduction
- Als eerste wordt benoemd dat Operational Research (OR) van groot belang is geweest in organisaties: ze
kunnen organisaties helpen om te gaan met een brede variatie aan complexe situaties. Het is een soort van
wiskunde toepassen in organisaties om problemen op te lossen.
- De eerste manier (hierboven beschreven) waarbij de consultant een probleem voor de klant oplost heet de
expert mode.
- Echter, kan deze expert mode op strategisch level niet altijd optimaal werken. Verschillende redenen: 1)
gebrek aan overeenstemming over de omvang en diepte van het probleem, 2) verschillende stakeholders met
verschillende belangen/doelen/waarden, 3) verschillende niveaus van participatie die nodig zijn in het
beslissingsproces.
→ Hierom is er dus naast de expert mode een alternatieve manier om problemen op te lossen: facilitated
modelling. De interventie wordt hier samen met de klant gedaan.
- Dit artikel probeert een framework te maken dat de variatie aan benaderingen binnen facilitated modelling in
de literatuur ordent.
Modes of consultancy engagement
Expert mode in OR interventions
Traditionele manier: probleem framen - probleem definiëren – efficiëntie van mogelijke oplossingen meten –
beste oplossingen evalueren m.b.v. metrics – data gebruiken – resultaten presenteren.
Hierbij zijn er een aantal assumpties: 1) Problemen zijn echte entiteiten (niet sociaal geconstrueerd, staat vast),
2) analyse moet objectief zijn, dus meningsverschillen worden vermeden, 3) klanten willen optimale
oplossingen, 4) implementatie van wetenschappelijk-gebaseerde analyse is rechttoe rechtaan, zal
ongecompliceerd gaan.
Facilitated mode in OR interventions
Hier worden dezelfde stappen ondernomen maar op een andere manier: in een team. Je krijgt een soort
helping relationship tussen de OR consultants en de klanten. Hier gelden dan ook andere assumpties: 1)
Problemen zijn sociaal geconstrueerde entiteiten, ligt aan omgeving etc., 2) subjectiviteit is niet te vermijden,
verschillende meningen worden meegenomen, 3) klanten willen bevredigende resultaten (niet persé optimaal),
4) participatie vergroot de commitment voor implementatie.
Geen van de twee methoden is per sé de beste. Als problemen duidelijker zijn voldoet de eerste methode;
echter zijn strategische problemen vaak erg gecompliceerd.
,Facilitation as an intervention approach
Facilitatie vaardigheden: Vragen stellen, storytelling, metaforen, zelfreflectie, mensen betrekken in het
challengen van hun mindsets, mensen aanmoedigen tot nieuwe manieren van denken. Dit zijn skills die een
consultant dan ook nodig heeft.
Kan op twee levels: individueel of groepsniveau. Dit artikel focust op groepsniveau. Hierbij is het belangrijk
dat er goed samengewerkt wordt – als facilitator probeer je de groep 1 team te houden en je probeert dingen
als free-riding te voorkomen.
- 2 belangrijke taken als facilitator: probleem structureren en evalueren van de opties. Eerst gaat de groep
divergent denken: alle opties open leggen, alle meningen op tafel en vervolgens probeert de facilitator alles te
convergeren. Een belangrijke assumptie binnen dit groepsniveau is dan ook dat zowel divergent als convergent
denken vereist zijn. De fase tussen divergentie en convergentie noemen we de groan zone: hier is vaak
verwarring, frustratie etc.
- Verder is het belangrijk om te beseffen dat er geen gebruik wordt gemaakt van modellen (terwijl die best wel
voordelen kennen); alles gaat om groep dynamiek en relaties onderling.
Facilitated modelling
De term facilitated modelling wordt gebruikt om een proces te omschrijven waarbij formele modellen
gezamenlijk gevormd worden – met of zonder computer support. Zo’n model kan helpen om problemen te
begrijpen – ze te verwoorden – de impact van oplossingen te zien etc.
Process of facilitated modelling
Het is erg een participatief process. Ook is het interactief, non-lineair en stelt het de deelnemers in staat om
van hun eigen waarden af te stappen. Qua technologie is er verder niet veel nodig: kamer en papier zijn bij
wijze van voldoende. Wel kan het ook m.b.v. computers uiteraard.
Nature of facilitative models
De models die geproduceerd worden geven managers een soort learning device: hierdoor krijgen ze het
probleem van meerdere kanten te zien. Deze modellen laten relaties tussen concepten, activiteiten,
stakeholders zien.
Verder zijn deze modellen transparant en erg toegankelijk: niks is verborgen. Er wordt dus veel gebruik
gemaakt van maps, stocks, flows, beslissingsbomen etc.
Outcomes of facilitated modelling
- Uiteraard het model zelf
- Beter begrip van het probleem
- Open stellen voor andere meningen
- Commitment om het probleem op te lossen
Skills of the facilitative modeller
- Actief luisteren: verduidelijken, samenvatten
, - Chart-writing
- Managen van groep dynamiek en machtsverschuivingen
- Overeenstemming bereiken
(Zie tabel drie voor voorbeelden bij deze skills)
Figuur
DE CONSULTANT IS IN TWEE
RUIMTES BEZIG: ALS ANALIST IN
DE MODEL RUIMTE, ALS
FACILITATOR IN DE
GROEPSPROCES RUIMTE.
Twee soorten uitkomsten: model
uitkomsten en groepuitkomsten (leren,
commitment). De twee ruimtes kunnen
niet gescheiden worden van elkaar en ze
hebben ook invloed op elkaar.
Types of facilitated modelling
Aantal benaderingen: facilitated problem structuring, facilitated system dynamics, facilitated decision analysis.
Zie hiervoor pagina 495-496 en tabel 4.
Intervention design issues and implications for practice (tabel 5)
Zes dimensies zijn van belang bij een interventie:
- focus van de modelling (focus op probleem structureren of opties evalueren)
- de manier waarop data voor het model wordt verzameld (bottom-up of top-down)
- type data dat vereist is (kwalitatief of kwantitatief)
- mate van technologie support dat nodig is (hand of met computer)
- mate waarin modelling regels flexibel zijn (flexibel of strict)
- mate van Inhoud facilitatie dat nodig is (matig – stevig)
Conclusions and directions for future research
Dit artikel heeft facilitated modelling onderscheiden van de traditionele methode. Er is ook een framework
ontwikkeld. Verder is het belangrijk te beseffen dat dit niet per sé de beste methode van interventie is: dit ligt
aan het probleem en persoonlijke voorkeuren. Wel wordt er gezegd dat die vaak toe te passen is en ook beter
bij hedendaagse organisaties (minder hiërarchisch) past.
- Zie artikel voor aanbevelingen voor verder onderzoek.