Samenvatting HC SE
Inhoudsopgave
HC 1: Introductie .......................................................................................................................................................... 3
HC 2: Koolhydraatstofwisseling .................................................................................................................................... 4
HC 3: Vetstofwisseling .................................................................................................................................................. 7
HC 4: Eiwitstofwisseling .............................................................................................................................................. 10
HC 5: Metabole homeostase ....................................................................................................................................... 13
HC 6: Metabole adaptaties ......................................................................................................................................... 15
HC 7: Voeding; koolhydraten en vet ........................................................................................................................... 17
HC 8: Voeding; nutriënten .......................................................................................................................................... 21
WCO-1b: Voeding; energie ......................................................................................................................................... 25
HC 9: Hyperlipemie en EMS ........................................................................................................................................ 30
HC 10: Ketose en hypoglycaemie ................................................................................................................................ 33
HC 11: Endocriene pancreas en diabetes mellitus ....................................................................................................... 37
HC 12: Hypothalamus, hypofyse en endocriene klier-as ............................................................................................. 40
HC 13: Groeihormoonstoornissen ............................................................................................................................... 43
HC 14: Hypercortisolisme (syndroom van Cushing) ..................................................................................................... 45
HC 15: PPID bij het paard ............................................................................................................................................ 48
HC 16: Overige bijnierschorsaandoeningen ................................................................................................................ 51
HC 17: Biosynthese van melk ...................................................................................................................................... 53
HC 18: Hypothyreoïdie ................................................................................................................................................ 56
HC 19: Schildkliertumoren en hyperthyreoïdie ........................................................................................................... 59
HC 20: Calcium/PTH/Vitamine D bij honden en katten ............................................................................................... 62
HC 21: Calciumhuishouding paard .............................................................................................................................. 65
1
,HC 22: Hypocalcaemie en hypomagnesaemie ............................................................................................................. 68
HC 23: Reactiepatronen endocriene organen ............................................................................................................. 71
HC 24: DDx PU/PD ...................................................................................................................................................... 74
WC 1: Koolhydraat- en vetmetabolisme ..................................................................................................................... 80
WC 2: Vet- en eiwitmetabolisme ................................................................................................................................ 81
WC 4: Vasten & inspanning ........................................................................................................................................ 86
WC 5: Voedingsaspecten; vet ..................................................................................................................................... 90
WC 6: Voedingsaspecten; koolhydraat en vet ............................................................................................................. 92
WC 11: Stoornissen in de groeihormoon-IGF-I-as ..................................................................................................... 107
WC 12: Biosynthese van melk ................................................................................................................................... 110
,HC 1: Introductie
- Een cel wil niets en een cel denkt niet
- Een cel reageert op hormonen of geeft hormonen af
(omdat hij “zo gemaakt is”)
- Niet-essentiële AZ: kan je maken uit glucose
- Essentiële AZ: kan je niet zelf maken, moet je uit je
voeding halen
- Opslag van glucose: glycogeen
Lipolyse: van lipiden naar vetzuren
TAG-synthese: van vetzuren naar lipiden
Naamgeving enzymen:
1. Dehydrogenase: oxideert substraat
a. Te herkennen aan NAD+, FAD of NADP+ aan kant van het substraat waarnaar het
enzym genoemd is
i. BV. Lactaat dehydrogenase (LDH) en pyruvaat dehydrogenase (PDH)
2. Kinase: fosforyleert substraat (tegenhanger: fosfatase; haalt fosfaat eraf)
a. Te herkennen aan ATP aan kant van het substraat waarnaar het enzym genoemd is.
i. BV. Hexokinase (HK)/ glucokinase en pyruvaat kinase (PK) (= 1 richting) en
fosfofructokinase
3. Carboxylase: carboxyleert
a. Zet -COO- groep aan substraat waarnaar het enzym genoemd is m.b.v. CO2.
i. BV. Pyruvaat carboxylase (PC) en acetyl-CoA carboxylase (ACC) (regulering
vetzuursynthese)
b. Uitzondering: PEP-carboxy kinase (haalt CO2 eruit en P erop)
Regulering hoofdregels:
- Twee tegengestelde paden lopen niet tegelijkertijd
- Snelheid glycolyse, KC en oxfos wordt medebepaald door ATP-behoefte
3
, HC 2: Koolhydraatstofwisseling
Koolhydraat: elke C heeft een H2O (in de vorm van -OH en -H)
Bij hoge [glucose] in het bloed: welk pad kies je dan?
- Opnemen uit het bloed
- Gebruiken voor energie
- Opslaan voor later gebruik → Verschilt per orgaan!!
Spier- en levercellen hebben glycogeen
Insuline: uit de pancreas; regelt de glucostase
Glucostase: regulering glucoseconcentratie in het bloed
De β-cel van pancreas
- Glucose komt de cel binnen en zorgt voor ATP
- ATP in B-cel van pancreas: K+ kanaal wordt geremd.
Hierdoor depolariseert de cel, waardoor
spanningsgevoelige Ca2+ kanalen opengaan; afgifte
van insuline
- Glucosetransporteur in B-cel: lage affiniteit voor
glucose; GLUT-2 = hét kenmerk van pancreascel
Glucosetransporteur in spier en vet: nemen alleen glucose op
als insuline ook hoog is; GLUT-4.
→ Als insuline weer laag wordt, dan gaan de GLUT-4’s ook weer naar binnen de cel toe
GLUT-2 = lever = lage affiniteit transporteur
GLUT-3 = hersenen = hoge affiniteit glucosetransporteur
Glycogeen: alleen in spier en lever opgeslagen.
Opbouw glycogeen: via UDP-glucose; glycogeensynthase
Afbraak glycogeen: glycogeenfosforylase
Glycogeen is een vertakt glucosepolymeer.
Gevolgen:
- Glycogeen is beter oplosbaar
- Opbouw en afbraak gaan sneller
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rebeccaoostrom. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,48. Je zit daarna nergens aan vast.