Hoorcolleges
Huwelijksvermogensrecht
College 1 Inleiding, art. 1:81-84 BW en
partneralimentatie
Plaatsbepaling
Het huwelijksvermogensrecht is primair geregeld in boek 1 BW.
- Titel 1.6 rechten en verplichtingen van echtgenoten
o Bijna alle regels zijn dwingend recht, dan kan je er dus niet van afwijken,
tenzij de artikelen in deze titel zelf zeggen dat afwijken mogelijk is.
- Titel 1.7 wettelijke gemeenschap van goederen
o Sinds 2018 trouwen in beperkte gemeenschap van goederen. Voorhuwelijkse
bezittingen en schulden vallen buiten de gemeenschap. Daarvoor vielen de
bezittingen en schulden in de gemeenschap.
- Titel 1.8 huwelijkse voorwaarden
o Huwelijkse voorwaarden kunnen slechts bij de notaris worden opgesteld.
Ook andere regels van belang;
- Art. 1:155 e.v. BW over pensioenvereffening en alimentatieverplichtingen.
- Wet pensioenverevening bij echtscheiding
- Titel 3.7 (gemeenschap) = de eenvoudige gemeenschap uit boek 3 BW.
- Faillissementswet
- Andere plaatsen, zoals art. 7:266 BW over medehuurderschap.
o Als je trouwt met iemand die huurt, word je medehuurder en kan je er niet
zomaar uitgegooid worden.
Titel 1.5A BW is van toepassing met betrekking tot het geregistreerd partnerschap.
Geregistreerd partnerschap
- Regels inzake het geregistreerd partnerschap zijn te vinden in art. 1:80a-80g BW en
zijn ingevoerd per 1 januari 1998.
o Doel invoering van een wettelijk erkende vorm van samenleven van
partners gelijk geslacht.
o Praktijk met name heterostellen, zeker na openstelling huwelijk voor
partners van gelijk geslacht per 1 april 2001.
- Art. 1:80b BW (schakelbepaling) titel 6, 7 en 8 zijn van overeenkomstige
toepassing op het geregistreerd partnerschap.
o Alles van het huwelijk geldt analoog ook voor geregistreerd partnerschap
door deze schakelbepaling.
- Belangrijk verschil met het huwelijk is een grond voor beëindiging van het
geregistreerd partnerschap (art. 1:80c lid 1 sub c jo. lid 3 BW, nadere eisen art. 1:80d
BW).
, o Van een geregistreerd partnerschap kan je makkelijker af als je geen kinderen
hebt. In dat geval hoef je niet langs de rechter, terwijl bij een echtscheiding
dat altijd vereist is.
o Als er wel kinderen zijn, kom je er niet zo makkelijk af, omdat er dan een
ouderschapsplan is vereist.
Als mensen getrouwd zijn, kan het er op drie
manieren uitzien.
- Algemene huwelijksgemeenschap geldt
voor iedereen voor 2018 getrouwd zonder
iets te regelen.
o Gemeenschappelijk vermogen is dan
groot en privévermogens zijn klein of
zijn er helemaal niet.
- Beperkte huwelijksgemeenschap huidig stelsel.
o Gemeenschappelijk vermogen is kleiner dan voorheen, want de echtgenoten
hebben meer privévermogen.
o Alles wat je krijgt na het huwelijk valt in de gemeenschap en wat je voor het
huwelijk had, blijft privé.
- Geen huwelijksgemeenschap
o Bijvoorbeeld bij ongehuwd samenwonen of bij huwen in koude uitsluiting
(vermogens blijven totaal gescheiden, ook wat er na huwen binnenkomt).
o Titel 3.7 gemeenschap kan ook art. 3:166 BW onder vallen.
Stel ze kopen samen een huis, maar niet getrouwd, dan zijn ze wel
beide eigenaar van het huis, maar het valt niet in de gemeenschap,
want geen huwelijksgemeenschap.
Is er geen huwelijksgemeenschap, maar wel een gemeenschap, dan
kijk je naar titel 3.7.
BEPAAL VOOR VRAAGSTUKKEN WELKE VERMOGENS ER ZIJN EN IN WELK VERMOGEN EEN
VERMOGENSBESTANDDEEL VALT.
Historische inleiding
- Romeins recht geen huwelijksgemeenschap, maar pater familias.
- Germaans (gewoonte)recht
- Ius commune
- Oud Vaderlands recht
- Frankrijk tot 1804
o Zuid-Frankrijk volgende het Romeinse recht en kende geen gemeenschap.
o Noord-Frankrijk volgde het (Parijse) gewoonterecht en kende een beperkte
gemeenschap.
- Frankrijk voerde in 1804 de Code Civil in.
o Art. 1401 CC in de gemeenschap vallen alle roerende goederen en de vanaf
het moment van de huwelijkssluiting verkregen onroerende goederen.
o Tegenwoordig in beginsel alleen alle vanaf de huwelijkssluiting verkregen
goederen.
- In het Wetboek Napoleon ingericht voor het Koninkrijk Holland (1809) koos
Nederland voor een algehele gemeenschap van goederen.
, - Deze vorm werd behouden in oud-BW van 1838. Ook behouden in het nieuwe BW
van 1970.
- Sinds 2018 een beperkte gemeenschap van goederen die lijkt op het moderne Franse
recht.
Recente aanpassingen in Nederland;
- 1e tranche op 22 juni 2001 wijzigingen titel 1.6 en 1.8 BW
o Samenwoonplicht afgeschaft vroeger moest je samenwonen als je
getrouwd was.
e
- 2 tranche op 1 september 2002 wijziging titel 1.8 BW
o Verrekenbedingen ingevoerd
- 3e tranche op 1 januari 2012 wijzigingen titel 1.6, 1.7 en 1.8 BW
o Recht op vergoedingen ingevoerd
e
- 4 tranche op 1 januari 2018 wijziging titel 1.7 BW
o Trouwen doe je niet meer in algehele, maar in beperkte
huwelijksgemeenschap.
Art. 1:81 BW (getrouwheid, hulp en bijstand)
Het is meer een bijkomstigheid, dan dat je er daadwerkelijk iets mee kan.
- Getrouwheid = huwelijkstrouw niet vreemdgaan.
o Op grond van dit artikel in ieder geval verplicht om bij scheiding onderdak te
bieden.
- Rechtbank Arnhem 15 april 2009, over vreemdgaan.
o In principe mag je volgens de wet niet vreemdgaan, maar als je dat wel doet,
is er dan een sanctie?
o Man en vrouw hadden moeite met kinderen krijgen, maar later krijgen ze wel
een zoon. Dan vermoedt de man dat de vrouw vreemdgaat en eist een DNA-
test. De zoon blijkt van een andere man te zijn. De man stelt een vordering op
grond van art. 6:162 jo. 1:81 BW, want het is onrechtmatig dat de vrouw de
wet schendt, dus hij wilde een schadevergoeding.
o Uit deze bepaling volgt dat echtgenoten elkaar trouw moeten zijn, maar het is
een ideële verplichting en dus kan je het niet voor de rechter uitvechten. Dit
artikel stelt niet dat je de waarheid moet vertellen tegen je echtgenoot.
- Echtgenoten dienen elkaar ‘het nodige’ te verschaffen.
o Dit wordt met name uitgewerkt in art. 1:84 BW.
o Zolang het huwelijk duurt, heeft de echtgenoot bij scheiding bijvoorbeeld
recht op gebruik van het huis en inboedel.
- Je kan op grond van dit artikel niets vorderen van de ander als je bijvoorbeeld in
koude uitsluiting bent getrouwd, alimentatie, vergoeding en dat soort dingen kan je
op grond van dit artikel niet afdwingen.
- Hoogstpersoonlijke informatie over gevoelens hoef je niet per se te delen met je
partner, dat mag je ook voor jezelf houden.
Eindigt het huwelijk, dan eindigt ook het huwelijksvermogensrecht. Partneralimentatie werkt
wel door na het huwelijk, omdat je dan juist moet betalen.
, Partneralimentatie
De grondslag is art. 1:156 en 1:157 BW.
- Art. 1:156 lid 1 BW de rechter kan aan de echtgenoot die niet voldoende
inkomsten tot zijn levensonderhoud heeft een uitkering tot levensonderhoud
toekennen.
o Zie lid 3 voor nadere regels.
- Art. 1:157 lid 1 BW een termijn die gelijk is aan de helft van de duur van het
huwelijk met een maximum van vijf jaren.
o Eindigt ook als je hertrouwt en dan voldoende vermogen tot je beschikking
hebt.
- Art. 1:158 BW voor of na de beschikking tot echtscheiding kunnen echtgenoten
bepalen tot welk bedrag de een tegenover de ander verplicht is tot betaling van een
uitkering tot levensonderhoud.
Afstand van alimentatie (nr. 144)
Art. 1:158 BW strekt zich niet uit tot voor het huwelijk tussen aanstaande echtgenoten
gesloten overeenkomsten inzake levensonderhoud indien er een echtscheiding zal
plaatsvinden (in casu in voorhuwelijkse huwelijkse voorwaarden). Die afspraak is nietig (art.
1:400 lid 2 BW).
- Voorafgaand afstand doen van alimentatie, dat kan niet.
A-G Lückers met cassatie in het belang der wet
- Volgens de A-G zou het wel moeten kunnen om dit in voorhuwelijkse huwelijkse
voorwaarden te regelen. In de praktijk nemen notarissen zo’n nihilbeding ook op,
maar met de kanttekening dat dit beding mogelijk rechtskracht mist.
- De lijn in de feitenrechtspraak is dat, gelet op de wet, voorhuwelijkse nihilbedingen
nietig zijn, maar dat het beroep op de nietigheid van het beding onder bijzondere
omstandigheden in strijd kan zijn met de redelijkheid en billijkheid.
- Volgens de A-G zij er wel voldoende aanknopingspunten in de parlementaire
geschiedenis te vinden dat het zou moeten kunnen. Volgens de A-G heeft de
wetgever de contractvrijheid van echtgenoten ten aanzien van partneralimentatie
voorop willen stellen. Art. 1:400 lid 2 BW is dan niet van toepassing.
- Overigens vindt de A-G wel dat een nihilbeding in een voorhuwelijkse
alimentatieovereenkomst niet onaantastbaar zou moeten zijn. Onder
omstandigheden kunnen partijen de rechter op grond van de wet verzoeken het
nihilbeding terzijde te stellen of te wijzigen.
Art. 1:82 BW (verzorging minderjarige kinderen)
- Het is een verplichting van echtgenoten jegens elkaar.
o Ze moeten voor de kinderen zorgen.
- Het artikel biedt aan de kinderen zelf geen aanspraak.
o Kinderen kunnen niets met dit artikel.
o Dit artikel biedt de mogelijkheid om bij geschillen tussen ouders over
bijvoorbeeld geldzaken omtrent de kinderen naar de rechter te stappen.
- Wie zijn ‘tot het gezin behorende minderjarige kinderen’?