Basisfilosofie transactionele analyse
- Mensen zijn OK.
In de praktijk vinden we elkaar niet altijd allemaal oke. TA geeft handvaten hoe kun je normaal
met mensen omgaan waar je normaal gefrustreerd door raakt.
- Iedereen is in staat tot nadenken.
- Het leven van mensen wordt bepaald door (onbewuste) beslissingen die veranderbaar zijn.
Identiteit
Identiteit: datgene wat in de mens kenmerkend is, in wisselende tijd en omstandigheden. We zijn
unieke wezens, maar ook complex. We zijn wel allemaal mens. Alle mensen zijn verschillend; ieder
mens heeft een eigen identiteit. Onze identiteit is de fysieke, psychische en spirituele vingerafdruk
van onze persoonlijkheid. De formele omschrijving van identiteit is: datgene wat in de mens
kenmerkend is, in wisselende tijd en omstandigheden.
Identiteitsontwikkeling: op basis van een goede relatie met jezelf veranderen en ontwikkelen en
toch steeds dezelfde blijven. Op het moment dat jij een ontwikkeling doormaakt heb je kernen die
van jezelf zijn, zonder dat je in een bepaalde positie schuift. Je bent bezig verschillende posities te
integreren tot een gezonde volwassen. De gehele ontwikkeling die je doormaakt is je
identiteitsontwikkeling die uiteindelijk leidt tot je identiteit..
Subpersoonlijkheden: die hebben we allemaal (student, dochter, vriendin…). Je hebt heel veel
rollen en posities. Mogelijk komen in verschillende relaties verschillende eigenschappen naar
boven. Deze verschillende eigenschappen vormen samen je identiteit.
Regisseur: bepaald wanneer je welke positie inzet. Je hebt geleerd dat je bepaalde eigenschappen
op bepaalde momenten het beste kan inzetten.
Identiteit in relatie tot andere mensen in de omgeving: we hebben andere mensen nodig om
onze identiteit te ontwikkelen. Je staat altijd in relatie met anderen en de omgeving. Je bent daar
altijd onderdeel van.
Psychologische dimensie: in jezelf. Ik kan dingen ervaren, leuk vinden, negatief vinden, etc.
Sociale dimensie: hoe anderen op je reageren. In relatie tot andere mensen.
Casus Jelle
Identiteit: 16 jarige jongen, voetballer, onderdeel van een gezin, homoseksuele gevoelens, hij
worstelt met zijn gevoelens en past zich aan
Identiteitsontwikkeling: hij worstelt met zijn gevoelens en is zoekende
Regisseur: op school in de maatschappijleer les durft hij wel meer van zijn gevoelens te laten
zien, thuis past hij zich aan en laat zijn gevoelens niet zien, in het voetbalelftal laat hij dit ook niet
zien, er is geen duidelijke regisseur ((positieve) subpersoonlijkheid die de boventoon voert), hij zit
niet goed en zijn vel en is nog zoekende
Sociale dimensie: Jelle laat zich niet uit over zijn gevoelens naar zijn naasten, hij past zich aan,
hij durft er niet over te praten
Psychologische dimensie: Jelle heeft warme gevoelens voor een jongen, hij worstelt met die
gevoelens en is zoekende
Egotoestanden
Ego positie: een ego positie kan omschreven worden als een samenhangend systeem van denken,
voelen en handelen. We hebben drie verschillende ego posities tot onze beschikking: ouder,
volwassene en kind. Steeds zullen we ons door een van deze drie ego posities manifesteren. Ego
posities zijn sociale realiteiten, dat wil zeggen: ze zijn altijd waarneembaar in het sociale verkeer.
, Ouder: ik praat en handel zoals ik mijn ouders en andere opvoeders heb horen praten (we nemen
dus een stukje van de identiteit van onze ouders over). Structureren, kritisch zijn, autoritair zijn,
hulp bieden, troosten, zorgen.
Volwassene: ik denk en reageer op basis van feiten, reële beslissingen, overwegingen of
mogelijkheden. Analytisch, vragen stellen, feiten onderzoeken, conclusies trekken.
Kind: ik denk, voel en reageer zoals ik ook deed toen ik een kind was, gevoelens en expressief
zijn. Blij, boos, aangepast, recalcitrant, luisterend, dwars.
Volwassen positie is dus eigenlijk het samenspel tussen kind en ouder.
De volwassene is nodig om in balans te komen en te blijven. Problemen ontstaan als we dit
kwijtraken, het hier en nu (volwassene) kwijt raken. Er kan een gebeurtenis zijn in je leven
waardoor je een bepaalde egotoestand veel (hebt) (ge)hanteert (overlevingstoestand). De
volwassen positief geeft je de mogelijkheid dat je naar jezelf kan kijken en je handelen kan
aanpassen.
Als werker moet je met de cliënt die volwassen positie hanteren. In het dagelijks leven handel je
elke dag wel een keer vanuit het kind/ouder/volwassene. Wat je doet en zegt heeft altijd invloed op
de ander. Je moet je bewust worden van hoe reageer ik en vanuit welke positie reageer ik.
Mogelijke reacties vanuit de Mogelijke reacties vanuit de Mogelijke reacties vanuit
ouder (egotoestand) volwassene (egotoestand) het kind (egotoestand)
- Dreigen met opgeheven - ‘Moeilijk’ kijken - Lachen
wijsvinger - Met het hoofd knikken - Stampen
- Liefdevol omarmen - Vingertoppen tegen elkaar - Adem inhouden
- Hoofdschudden plaatsen - Huilen
- Zuchten - Grote lichamelijke - Mokken
- Veiligheid en geborgenheid beweeglijkheid - Neergeslagen ogen
uitstralen - Luisterende houding - Schouderophalen
‘Je moet dit doen!’ ‘Wat zegt de deskundige daarvan?’ ‘Ik wou, ik wil…’
‘Wees toch verstandig!’ ‘Waarom? Wat? Waar?’ ‘Het kan me niet schelen!’
‘Iedereen weet dat!’ ‘Hoe werkt dat?’ ‘Laat me toch!’
‘Kan ik je helpen?’ ‘Naar mijn mening…’ ‘Dat is van mij!’
‘Dat doe je zo!’ ‘Geef eens aan mij!’
Belangrijk om egotoestanden te kunnen onderscheiden omdat…
Voor jezelf: verklaren van eigen gedrag en van moeizame communicatie tussen jezelf en ander en
hier vervolgens iets aan doen!
Zeer nuttig als mwd-er: je bent zelf je belangrijkste instrument
Voor anderen (bv. cliënten): verklaren van andermans gedrag en van moeizame communicatie