samenvatting lessen vennootschapsrecht gebaseerd op de leerpaden. Gegeven door N. Vandenbussche in de richting rechtspraktijk.
Boek: vennootschaps- en verenigingsrecht toegepast (6e editie). - ISBN: 978-94-000-1160-1
Ik leerde voor het examen enkel deze samenvatting en behaalde in 1e zit 18/20.
Academiejaar 2021-2022 VENNOOTSCHAPS
RECHT
Vandenbussche N.
ALLE AUTEURSRECHTEN GAAN NAAR VANDENBUSSCHE N.
,INHOUD
1 de rechtspersoon in het WVV ......................................................................................... 3
1.1 Structuur van het WVV ............................................................................................................ 3
1.2 rechtspersoonlijkheid .............................................................................................................. 3
1.3 eenmanszaak vs. vennootschap .............................................................................................. 4
1.4 De vennootschap ..................................................................................................................... 4
1.5 bijzonderheden ...................................................................................................................... 10
2 Betrokkenen bij de vennootschap................................................................................. 13
3 effecten ....................................................................................................................... 14
3.1 Onderscheid tussen categorie en soort ................................................................................. 14
3.2 rechten verbonden aan aandelen.......................................................................................... 16
3.3 Gedematerialiseerde effecten ............................................................................................... 17
3.4 effecten in BV ......................................................................................................................... 17
3.5 effecten in CV ......................................................................................................................... 18
3.6 Effecten in de NV ................................................................................................................... 19
3.7 Overdracht van aandelen in de BV ........................................................................................ 21
3.8 overdracht aandelen in CV..................................................................................................... 24
3.9 overdracht aandelen in NV .................................................................................................... 24
4 de oprichting van een vennootschap ............................................................................ 25
4.1 oprichting van vennootschap ................................................................................................ 25
4.2 Preconstitutief handelen ....................................................................................................... 26
4.3 Inbreng ................................................................................................................................... 28
4.4 Quasi inbreng bij NV .............................................................................................................. 30
4.5 BV, CV & NV in oprichting ...................................................................................................... 32
4.6 Oprichtersaansprakelijkheid .................................................................................................. 35
4.7 Het financieel plan ................................................................................................................. 36
4.8 nietigheid van de rechtspersoon ........................................................................................... 37
5 het bestuursorgaan ...................................................................................................... 38
5.1 benoeming ............................................................................................................................. 38
5.2 bezoldiging ............................................................................................................................. 39
5.3 bevoegdheden ....................................................................................................................... 39
5.4 Vertegenwoordiging .............................................................................................................. 40
5.5 Vaste vertegenwoordiger ...................................................................................................... 44
5.6 Bestuur in de BV..................................................................................................................... 45
5.7 bestuur in de NV .................................................................................................................... 47
5.8 bestuur in de CV ..................................................................................................................... 51
5.9 Tegenstrijdig belang ............................................................................................................... 52
5.10 Vrijwaring van continuïteit .................................................................................................... 55
5.11 aansprakelijkheid ................................................................................................................... 56
6 de commissaris ............................................................................................................ 63
,de rechtspersoon in het WVV Structuur van het WVV
1 DE RECHTSPERSOON IN HET WVV
1.1 STRUCTUUR VAN HET WVV
WVV = Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
- Deel 1: Algemene bepalingen (Boek 1, 2 en 3)
- Deel 2: De vennootschappen (Boek 4, 5, 6, 7 en 8)
- Deel 3: De verenigingen en stichtingen (Boek 9, 10, 11)
- Deel 4: Herstructureringen (Boek 12, 13 en 14)
- Deel 5: De Europese rechtsvormen (Boek 15, 16, 17 en 18)
Schematische voorstelling van de verschillende
boeken:
Boek 1: definities
Boek 2: regels van toepassing op alle RP, indien geen
uitzonderingen in volgende boeken
Boek 3: jaarrekeningrecht
Boek 4-7: verschillende vennootschapsvormen
Boek 9-11: voorschriften verenigingen en stichtingen
Boek 12-14: herstructurering en omzetting
1.2 RECHTSPERSOONLIJKHEID Boek 15-18: regels Europese rechtsvormen
Rechten komen toe aan rechtssubjecten
1. Natuurlijke personen
2. Rechtspersonen
o Door toekenning van rechtspersoonlijkheid, wordt een vereniging of een vennootschap in
het rechtsverkeer erkend als een rechtssubject (~NP)
Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid (vb. VOF, CommV, NV, CV, BV)
- heeft een afzonderlijk vermogen
- Heeft eigen rechten en plichten
- Kan zelfstandig optreden in rechte (bv. contracten sluiten)
- Eigen identiteit en eigen organen die voor hen optreden
Hoe kan een vennootschap rechtspersoonlijkheid verkrijgen? Formaliteit: Oprichtingsakte neerleggen
op de griffie
Pagina 3 van 99
,de rechtspersoon in het WVV eenmanszaak vs. vennootschap
1.3 EENMANSZAAK VS. VENNOOTSCHAP
Voordelen Nadelen
- Eenvoudig op te richten - Vermogen van de zaak en
- Snel van start gaan: geen formaliteiten privévermogen niet
- Eenvoudige boekhouding gescheiden (je vormt
- Geen startkapitaal juridisch 1 geheel)
eenmanszaak - Je neemt alle beslissingen zelf - Fiscaliteit
(personenbelasting is hoger
dan
vennootschapsbelasting)
- Spreiding van risico en meer financiële - Formaliteiten:
mogelijkheden oprichtingsakte → notaris
- Samenwerkingscontract - Minimumkapitaal
- Beperkte aansprakelijkheid (opgelet: niet - Boekhouding
vennootschap voor alle vennootschappen)
o Je kan niet je hele privévermogen
verliezen
- Continuïteit van de onderneming
- Fiscaliteit
1.4 DE VENNOOTSCHAP
1.4.1 WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN EEN VENNOOTSCHAP EN EEN VERENIGING?
Art.1:2. WVV “Een vereniging wordt opgericht bij een overeenkomst tussen twee of meer personen, leden genaamd. Zij
streeft een belangeloos doel na in het kader van één of meer welbepaalde activiteiten die zij tot voorwerp heeft. Zij mag
rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan de oprichters, de leden, de bestuurders
of enig andere persoon behalve voor het in de statuten bepaald belangeloos doel. Elke verrichting in strijd met dit verbod is
nietig.”
Beide vennootschap en vereniging kunnen een onderneming zijn. → ondernemingsnummer
- Uitzondering: vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die geen uitkeringen verrichten aan
leden → geen onderneming
Belangrijkste onderscheid
- Doel vennootschap: uitkering van tenminste een gedeelte van haar winsten aan vennoten en
aandeelhouders
o Dit mogen verenigingen NIET doen!
o LET OP: Vereniging mag commerciële activiteit ontwikkelen en winsten nastreven
MAAR eventuele winst niet uitkeren aan leden
- Vennootschap: verplicht een inbreng te doen
o Bij verenigingen is deze verplichting er niet.
Onderscheid niet op vlak van activiteit!!! Kunnen exact hetzelfde doen, maar gewoon een ander doel
hebben.
Pagina 4 van 99
,de rechtspersoon in het WVV De vennootschap
1.4.2 WAT IS EEN VENNOOTSCHAP?
Artikel 1:1WVV: “Een vennootschap wordt opgericht bij een rechtshandeling door één of meer personen, vennoten
genaamd, die een inbreng doen. Zij heeft een vermogen en stelt zich de uitoefening van één of meer welbepaalde
activiteiten tot voorwerp. Een van haar doelen is aan haar vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel
uit te keren of te bezorgen.”
Essentiële elementen van een vennootschap
1. Rechtshandeling door één of meerdere personen
o Wetboek: BV’s en NV’s kunnen ook door 1 persoon worden opgericht
▪ = Eenhoofdige oprichting
▪ Kan natuurlijk persoon of rechtspersoon zijn
2. De vennoten of aandeelhouders doen een inbreng (= ondernemingsrisico)
o Oprichting: iedere vennoot gaat een verbintenis aan ten aanzien van de
vennootschap (= inbreng)
▪ Inbreng = toezegging om een bepaald vermogensbestanddeel in
gemeenschap te brengen en te onderwerpen aan het ondernemingsrisico
(Art. 1.8 WVV)
▪ Ondernemingsrisico = dat elke oprichter zich ervan bewust moet zijn dat zijn
inbreng verloren kan gaan indien de onderneming niet succesvol blijkt te zijn
o → door de inbreng bouwt de vennootschap zijn eigen vermogen op.
3. Het voorwerp van de vennootschap is de uitoefening van een of meer activiteiten
o Activiteiten die een rechtspersoon voert = voorwerp (vroeger: doel)
4. Met als een van haar doelen een vermogensvoordeel te bezorgen aan de vennoten of
aandeelhouders
o Vennootschap = opgericht met winstoogmerk ↔ vereniging
▪ Dubbele betekenis: winst maken + winst verdelen
▪ Winst verdelen: moet niet gelijk worden verdeeld MAAR iedereen moet
delen in de winst
▪ DUS: indien de vennootschap in haar doel geen enkele uitkering van een
vermogensbestanddeel bepaalt → geen vennootschap
Pagina 5 van 99
,de rechtspersoon in het WVV De vennootschap
1.4.3 VENNOOTSCHAPSCATEGORIEËN
Maatschap Art. 4:1 WVV
- 2 of meer personen
GEEN rechtspersoonlijkheid
- niet als zelfstandige juridische entiteit optreden.
→ geen rechten/plichten
Vennootschappen Onbeperkte aansprakelijkheid
zonder rechts- - De vennootschap “bestaat” niet als afgescheiden
persoonlijkheid persoon → heeft dus geen eigen schulden
o Vennoten zijn persoonlijk gehouden tot
betaling van de schulden
- Schuldeisers van de vennootschap kunnen de
schulden verhalen op alle vennoten.
Een vennootschap onder firma (VOF) en een
commanditaire vennootschap (Comm.V) zijn
vennootschapsvormen met onvolkomen
rechtspersoonlijkheid.
WEL rechtspersoonlijkheid
Onbeperkte aansprakelijkheid
- = beperkte afscheiding tussen
vennootschapsvermogen en privé-vermogen
Personen- - Vennootschapsvermogen vormt preferentieel
vennootschap verhaalsvermogen voor
(persoon is van vennootschapsschuldeisers
belang →
ontbinding o MAAR in ondergeschikte orde KAN ook
indien het privé vermogen worden
overlijden) aangesproken
- OPM: privé-schuldeisers kunnen NOOIT verhalen
Vennootschappen op vennootschapsvermogen
met onvolkomen
rechts- - VOF: Alle vennoten zijn onbeperkt en hoofdelijk
persoonlijkheid aansprakelijk voor de verbintenissen van de
vennootschap
- DUS: De schuldeisers van de vennootschap
kunnen de schulden verhalen op alle vennoten
- CommV: Alle beherende vennoten zijn
onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk voor de
verbintenissen van de vennootschap
o NIET stille vennoten
o De schuldeisers van de vennootschap
kunnen de schulden verhalen op
beherende vennoten
o Stille vennoten zijn beperkt aansprakelijk
ten belope hun inbreng
CommV: minstens 1 beherend vennoot en 1 stille
vennoot.
Pagina 6 van 99
,de rechtspersoon in het WVV De vennootschap
De naamloze vennootschap (NV), de besloten
vennootschap (BV) en de coöperatieve vennootschap
(CV) zijn vennootschapsvormen met volkomen
rechtspersoonlijkheid. Art. 5:1, 6:1 en 7:1 WVV
Beperkte aansprakelijkheid
- Volledige afscheiding tussen
vennootschapsvermogen en privévermogen
- aandeelhouders zijn aansprakelijk tot beloop van
Vermogens- Vennootschappen hun inbreng = beperkte aansprakelijkheid
vennootschap met volkomen - Uitzonderingen:
(inbreng is van rechts- o Door rechtbank veroordeeld
belang) persoonlijkheid o Oprichtersaansprakelijkheid
o Aandeelhouder kan zich onbeperkt
aansprakelijk stellen in een
overeenkomst → borgstelling
WEL rechtspersoonlijkheid
- juridisch zelfstandige entiteit en drager van
rechten en plichten.
- De vennootschap kan dus in rechte optreden.
1.4.4 KENMERKEN VAN DE VENNOOTSCHAPSVORMEN
1.4.4.1 DE MAATSCHAP
art. 4:1 WVV
- Basisvorm van de personenvennootschap
- Kan stil en tijdelijk zijn
o Stil = wanneer de zaakvoerders handelen in eigen naar en niet in naam van de
vennootschap → bestaan van vennootschap wordt niet kenbaar gemaakt
- Ovk bepaald welk aandeel de vennoten hebben in de winsten en verliezen en het vermogen
van de vennootschap ingeval van ontbinding (art. 4:4 WVV)
- Wordt bestuurd door een of meerdere zaakvoerder (kunnen vennoten zijn)
o Hoedanigheid: lasthebber
o Hun bevoegdheden → vastgelegd in de akte van benoeming (art. 4:8 WVV)
- Vennoten ten aanzien van derden? Enkel verbonden door de daden van een van hun of een
daad van de zaakvoerder. = hoofdelijke AS
o VW: moeten hebben gehandeld binnen hun bevoegdheid! (art. 4:11 WVV)
Als een maatschap rechtspersoonlijkheid krijgt → wordt het een VOF (= vennootschap onder firma)
OF Als er commanditaire vennoten zijn → CommV (= commanditaire vennootschap)
Pagina 7 van 99
,de rechtspersoon in het WVV De vennootschap
1.4.4.2 DE VOF EN DE COMMV
- Basisartikel: art. 4:22 WVV
o Wettelijke kader van de maatschap is van toepassing (art. 4:23 WVV)
o Met uitzondering van!!: art. 4:13, eerste lid en art. 4:14, tweede lid en art. 4:21
WVV
- Beide zijn personenvennootschappen
- Overeenkomst kan door een eenparig akkoord worden gewijzigd (tenzij anders in de
statuten) EN in overeenstemming met het contractenrecht
Derden
- VOF: vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de verbintenissen van de vennootschap
- CommV: idem voor de gecommanditeerde vennoten
Geen minimale inbrengvereiste
- Reden: hoofdelijk aansprakelijke vennoten vormen een waarborg
- Vermogen van de vennoten kan worden aangesproken als de vennootschap haar
schulden niet kan betalen
Oprichting
- Authentieke of onderhandse akte (bij onderhands -> rekening houdend met art. 8:20
NBW)
- Uittreksel van de oprichtingsakte neergelegd ter griffie (art. 2:8, §1 WVV)
Daad van bestuur
Commanditaire vennoot mag GEEN enkele daad van bestuur verrichten
- Ook niet met een volmacht
- Niet aan houden → ten aanzien van derden hoofdelijk aansprakelijk voor alle
verbintenissen van de vennootschap waaraan hij heeft meegewerkt (art. 4:25 WVV)
- Het is mogelijk een derde niet vennoot als zaakvoerder te benoemen
Aandelen
Aandelen kunnen niet worden overgedragen
- Tenzij anders overeengekomen (art. 4:6 WVV)
- Stel dat het is toegelaten → moeten de regels van het burgerlijk recht in acht worden
genomen (art. 4:7 WVV)
Besturing
= Door een of meer zaakvoerders (kunnen vennoten zijn)
- Hoedanigheid van lasthebber
- Bevoegdheden worden vastgelegd in de akte van benoeming (art. 4:8 WVV)
Pagina 8 van 99
, de rechtspersoon in het WVV De vennootschap
Ontbinding
Gevallen bepaald in art. 4:16 WVV tenzij de Ok anders voorziet
- Bewindvoerder kan worden aangesteld door de ondernemingsrechtbank (bij VOF of
CommV)
o Als de OK niet anders bepaald
o Door elke belanghebbende
o Duur en taak wordt bepaald door de rechtbank
o Kan een vennoot zijn
o Voorlopige bewindvoerder is niet aansprakelijk voor alles buiten zijn opdracht
(art. 4:28 WVV)
- Bij VOF: bij overlijden → vennootschap gaat voortduren door de rechtverkrijgenden en
ze nemen hoedanigheid van commanditaire vennoten aan
o Waar terug te vinden: in de statuten
o Gevolg: voor de omzetting zijn de artikelen 14:3 tot 14:12 WVV niet van
toepassing
o Enige geval waarin een omzetting niet verplicht authentiek moet gebeuren, kan
ook door een onderhandse akte (art. 14:14, tweede lid WVV)
1.4.4.3 DE BV
Meest voorkomende vennootschapsvorm in België
- Zowel voor kleine als grote vennootschappen
- Basisartikel: art. 5:1 WVV
o Kan ook van toepassing zijn op de CV
o Onderscheid wordt gemaakt in art. 6:1 WVV
- Kan worden opgericht door een of meerder personen (natuurlijke of rechtspersonen)
1.4.4.4 DE CV
Oorspronkelijke eenheid: onderneming voeren op basis van het coöperatieve gedachtengoed dat
vervat ligt in de coöperatieve beginselen
Coöperatieve beginselen
1. Vrijwillig en open lidmaatschap
2. Democratische controle door de leden
3. Economische participatie door de leden
4. Autonomie en onafhankelijkheid
5. Onderwijs, vorming en informatieverstrekking
6. Samenwerking tussen coöperaties
7. Aandacht voor de gemeenschap
Basisartikel: art. 6:1, §1 WVV
Doel: verstrekken van een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel aan de
aandeelhouders
Pagina 9 van 99
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudent011. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.