Hersenen & Gedrag
Samenvatting voor de eerste tentamen kans van de cursus ‘hersenen en gedrag’. Niet
alleen meerkeuze, ook open vragen. Tentamenstof:
- HFD. 1, 3, 4, 6, 7 (hersenwerk)
- HFD 2 (fundamenten)
- Er is een samenvatting, let vooral op de in de PowerPoint behandelde punten
Bijeenkomst 1 ‘Gedrag’ (hfd 3)
Uitganspunten van de biologische psychologie:
- Erfelijke bagage, alles van het DNA is al vastgelegd
- Gedrag & gedachten hangen samen met biologische processen (virus, tekort cellen)
- Zonder hersenen is gedrag onmogelijk, = het belangrijkste orgaan
- Gedrag van mensen kan begrepen worden door evolutie
In ‘normale’ gevallen gaan we er van uit dat mensen hun gedrag wel kunnen bepalen, en in
niet ‘normale’ gevallen juist niet. Denk aan autisme of dergelijk.
Uitganspunten van de evolutionaire psychologie:
- Hersenen zijn, net als alle andere onderdelen van het lichaam, uitkomst van een
evolutionair proces.
- Hierdoor vinden we kenmerken bij elkaar terug, ook al is ieder uniek.
Deze worden doorgegeven door natuurlijke selectie > psychologische adaptaties.
De psychologische adaptaties zijn complex, functioneel gespecialiseerd, bestaan uit
verschillende onderdelen en snel, automatisch & onbewust. Denk aan bijv. snel en gepast
reageren bij dieren of vervelende mensen.
Adaptaties van eigenschappen die niet bijdragen aan overleving/voortplanting kan je
onderscheiden door:
- Complexiteit
- Hebben verschillende onderdelen
- Werken automatisch
- Duidelijke functie
Toch zijn er ook aanpassingen die niet cruciaal zijn voor overleven. Volgens Darwin gaat dit
om seksuele selectie. Dit heeft meer effect op mannen. Het verschil wordt seksueel
dimorfisme genoemd. Dit is meer bij dieren, waar mannen groot & sterk zijn en vrouwtjes
kieskeurig.
Na Darwin kwam er meer inzicht in erfelijkheid. Ethologie = onderzoek naar de adaptieve
waarde van diergedrag. ‘Inclusive fitness’ , het gaat niet alleen om het individu maar ook om
de genetische verwantschap.
Vergelijkende psychologie: gedrag mens & dier vergelijken. Typerend voor mensen:
- Cumulatieve cultuur = nemen dingen van elkaar over, en brengen verbeteringen aan
- Shared intentionality = samen iets doen en bereiken
, Cognitieve archeologie = op basis van vondsten een beeld vormen van voorouders.
Kritiek op deze evolutionaire psychologie gaat over de starheid, dat het teveel om
aangeboren instincten draait. Tevens is het niet te toetsen en zijn het verklaringen achteraf.
“Ons brein in een notendop”
Ons brein is bij alles betrokken wat wij doen, denken en voelen. Je brein heeft zogeheten
grijze en witte stof.
- Grijs = informatieverwerking
- Wit = informatieoverdracht
Het brein is een zachte klomp hersencellen, bizar veel cellen. Neuronen zijn er al ca. 80
miljard. Gliacellen ongeveer evenveel.
Neuronen = overdracht zintuiglijke, motorische en interneuronale informatie.
Gliacellen = steuncellen: voor structuur/stevigheid, aanvoer voedingsstoffen, opruimen afval,
isolatie axonen, wegwijzen
Onze neuronen en hun verbindingen bepalen ons gedrag, en wij zij zijn.
Bijeenkomst 2 ‘neurowetenschappen’ (Hfd 1H &
2F)
Neurowetenschap gaat over het zenuwstelsel van de mens. Dit zenuwstelsel verwerkt
zintuiglijke informatie en maakt het lichaam klaar voor actie of rust, zet emotionele en
cognitieve processen in gang en stuurt spieren aan.
Een belangrijk verschil dat wordt gemaakt is die tussen structuur en functie.
Structuur kent anatomie = gebieden in de hersenen onderscheiden zich van elkaar op
basis van bijv. het soort neuronen dat er zich bevindt.
Wat die gebieden doen, gaat over functie.