SAMENVATTING + TIJDSLIJN INLEIDING II
Renaissance: 1400 – 1500
Hoge Renaissance: 1500 – 1520
Maniërisme: 1520 – 1600
Barok: 1600 – 1700
Rococo: 1730 – 1770
VROEG RENAISSANCE: VOOR 1400
ITALIË
- Giotto di Bondone: 1267 – 1337
o Ontdekt door Cimabue Florence
o Tekende naar werkelijkheid/natuur
o Hij vult contouren in, modelleert – driedimensionaal
Ontwikkeling van de stijl van de Italiaanse kunst in de 13e/14e eeuw
Oorzaken wedergeboorte
- Aandacht voor natuur & mens
o Naar het leven werken (Giotto)
o Bedelorde van de Franciscanen
Niet teruggetrokken religie bedrijven: geven om mensen in steden + aandacht natuur
Portretkunst: Franiscus van Assisi, 1235 (Berlingieri kende hem, F dood in 1226 –
dus is hier herkenbaar).
Kerk van San Francesco in Assisi: 1228 – 1253
Onder: volgeschilderd in middeleeuwse stijl
Bovenkerk: geschilderd door Giotto en atelier (iemand die naar
werkelijkheid kijkt)
o Franciscus predikt vogels, 1290
Vogels op de grond, idee van diepte
o Franciscus viert kerstmis
Verhaal naspelen met leken
- Geografisch bewustzijn
o Internationale oriëntatie
Plein voor San Francesco in Assisi: afgekeken van Islamitische kunst
Met deze gebieden werd handel gedreven
Benedenkerk in romaanse stijl
Bovenkerk in gotische stijl – spitsbogen, hoger, lichter, maar minder ramen dan
Frankrijk
Idee van opstijgen: hoe hoger, hoe lichter, hoe goddelijker
- Historisch bewustzijn
o Goede meesters (wedijver)
Cimabue nam Giotto mee naar Florence, trainde hem daar.
Bovenkerk San Francesco: 2 fresco’s door Cimabue:
o Kruisiging, 1279-1282: pigmenten die Cimabue gebruikte werkte
niet in fresco: chemische reactie
o Christus hangt hier echt, zakt door, expressief geschilderd
Giotto, kruisiging, 1310
o Kennis en vaardigheid van fresco kleuren beter
o Ook expressief: zie gebaren, uitdrukkingen van figuren
o Lichamen gemodelleerd
o Overgang in gezichten gradueel
Cimabue begon dus met modelleren en expressiviteit, Giotto pakte dit op
Begon in Byzantijnse kunst = frontaal
Dan Cimabue: madonna 1280-1290
o Gouden omlijning (byzantijns)
o Maar engelen om troon, dragen die naar ons toe
driedimensionaliteit
Dan Giotto, madonna 1310
, o Meer perspectief, ipv troon gebruikt hij architectuur (zie man die
doorheen kijkt: gevoel van diepte en ruimte)
o Tredes: gelaagdheid en perspectief: alsof je schilderij in kan stappen
o Veel overlapping: van vlak naar diepte.
o Madonna heeft gewicht, anatomie achter draperie. Is niet meer
goddelijk
o Oudheid
Wedergeboorte = met hernieuwde aandacht voor wat er om ons heen gebeurde naar
oudheid kijken
Arenakapel, Padua, 1305-1306, fresco’s door Giotto (1302-04?)
o Geboorte christus
Gewicht madonna zichtbaar
Spel moeder/kind
o Onder fresco’s: grisailles: deugden: beeldhouwkunst nadoen
Giovanni Pisano: madonna + kind 1305
o Geïnspireerd op oudheid door vinden Camposanto begraafplaats in
Rome sacrofagen. Materiaal, zwaarte en driedimensionaliteit van
figuren
o Veel sacrofagen (meleager) hadden naakte figuren. Inspireerde
Nicola Pisano voor zijn preekstoel in 1260 (+ sacrofaag Etrusken)
o Giovanni vervolgens ook preekstoel: 1302-1310
Zit verder van oudheid af dan Nicola: meer spel van
figuren
Iconografie: begrip van de opzet van een 14e-eeuws decoratieprogramma
- Palazzo Publico, 1298, Siena
- Zaal van negen heren, Ambrogio Lorenzetti, 1337 – 1339
o Allegorie van goed bewind
o Effect goed bewind op stad en land
o Effect slecht bewind op stad en land
Heraldisch rechts (voor kijker links) is goed. Hier, slecht bewind heraldisch rechts.
Deur raadzaal zit heraldisch links, dus daar goede bewind. Expres omgekeerd hier.
- Allegorie goede bewind
o Sapienza, wijsheid; houdt weegschaal vast voor
o Justitia, rechtvaardigheid. Wijsheid inspireert rechtvaardigheid
2 soorten recht: communicatief en distributief (handelsgelijkheid)
o Touw aan weegschaal concordia: eendracht. Wijsheid en rechtvaardigheid inspireren
eendracht
Schaaf om gelijkheid te bewerkstelligen
o Touw naar mannen in optocht: heren 9 en anderen
o Brengen eer aan personificatie van de stad (Siena: zwart/wit)
Schild = stadszegel Siena
Bontmuts – rechters – rechtvaardig man
Men kijkt om zich heen: nieuwe iconografie
o Om de stad heen: deugden
Boven: theologische deugden
Geloof (kruis)
Hoop (handen)
Liefde (rood)
Naast: kardinale/wereldlijke deugden
Rechtvaardigheid (zwaard)
Voorzichtigheid (verleden/heden/toekomst)
Gematigdheid (zandloper)
Kracht (zwart)
Vrede (wit)
Vrijgevigheid (geld)
o Onder de stad: wolf met Romulus en Remus
Kind Rom stichtte Siena: klassieke oudheid naar je toetrekken
- Goed bewind in de stad
, o Gedanst, negotie, harmonie, handelsgelijkheid en handelsrecht.
- Goed bewind op platteland
o Veiligheid, jongelingen vermaken zich, boer brengt varkentje naar de stad
o Zekerheid als godin: misdadigers macht ontnomen
- Slecht bewind
o Tiran, justitia gekneuveld aan haar voeten
o Figuur van bedrog (klauwen)
o Nare figuren, boven ingangspoort: timor/angst
o Stad brokkelt af, land fikt af
Lorenzetti kijkt naar stijl uit zijn eigen tijd en ontwerpt een christelijk programma en zet dit om in iets wat is
genomen uit het dagelijks leven, met idee dat het gemeenschappelijk belang > persoonlijk belang. Omdat
schilder om zich heen kijkt, werkt hij in een nieuwe stijl. Er ontstaat een nieuwe, inhoudelijke beeldtaal, welke
een credo is voor de republiek.
RENAISSANCE: 1400 - 1500
NEDERLANDEN
- Margaretha van Male + Philips van Bourgondië
o Chartreuse de Champol: 1377
Mozesput: Claus Sluter & Claus de Werve: 1395 – 1406
Profeten
o Koppen en draperie realistisch
o Engelen emotie: gezichtsuitdrukking
o = Anders dan middeleeuwen
Kerk, toegangspoort door Claus Sluter: 1355 – 1406
Levendige draperie
Levendig contact moeder/kind
In kerk: grafmonument van Philips de Stoute, door Claus Sluter & Claus de Werve:
1381-1410
Steen & alblast
Lichaam en engelen eromheen zijn realistisch
Eronder: gotisch bouwwerk + pleurence
o Karakteristieke koppen, beelden emotie uit
Hoofdaltaar Chartreuse de Champol: Jacob de Baerze 1390-1399
Van hout
Popperig
Schilderingen altaar: Melchior Broederlam: 1394-1399
Vroege leven van christus
Complexe architectuur
Mooie figuren en draperie
o Kunstenaars in Chartreuse: hoog niveau, Nederlandse kunstenaars hiernaartoe gehaald.
Voorgeschiedenis onzeker: was er al schilderkunst in de Nederlanden?
o Philips de Stoute: opgevolgd door Jan zonder Vrees 1404
Bijgezet in Chartreuse: graf met pleurence (1419)
o Opgevolgd door Philips de Goede: groot land door huwelijken
Trouwde met Isabella van Portugal: prinses keuren + schilder mee Jan van Eyck.
Schilderde de vrouw. Kreeg zo positie aan hof in 1428/1429
- Jan van Eyck
o Man met rode tulband, 1433
Uiterste van zijn vermogen ‘als ich kan’
Man kijkt ons aan, intens rode hoed
Baardgroei van een dag
= Overtuigingskracht van het menselijk gelaat
o Hubert & Jan van Eyck: het Gents altaar (lam gods) 1432, 340 x 220 cm
Dicht altaar (doordeweeks)
Joos Feit en vrouw biddend = donorportretten
Johannes de Doper en Johannes de Evangelist
Annunciatie
Profeten en tekst
, = Sober en monochroom
Open altaar
Boven: kleine figuren, onder: monumentaal (twee opdrachten)
Lam op offer in landschap (christus’ offerdood)
o Landschap klopt (atmosferisch perspectief)
o Heilige/clericale/wereldlijke figuren
o Fontein: water spetterend klopt
o Scherp waarnemingsvermogen van Eyck
Bovenin: God, Maria en Johannes de Doper: tronend/koninklijk
weergegeven.
o Christus gedetailleerd, licht in edelstenen klopt
Zingende engelen
Adam en Eva
o Lichamelijkheid (té?)
o Haren op hoofden, wimpers, baard, schaamhaar
o Ook Eva had schaamhaar: voor het eerst
o Realisme te ver op religieus altaarstuk?
o Licht/donker effect in gezicht Eva: rondom mond, haar, en ogen in
detail
Boven A&E: Kaïn en Abel: hun kinderen
o Vermoorden elkaar: is de zondigheid van de mens. Offerdood van
het lam moet mens bevrijden van zondigheid die hier is begonnen.
Doodslag illustreert zonde.
o Wat doet van Eyck?
Laagopbouw olieverf om realistisch te schilderen: transparante en opake verf
verdieping
o Van Eyck: madonna met kanunnik Joris, st. Donatius en st. Joris, 1436
Stofuitdrukking door kleur, licht en schaduwwerking heel goed
o Hoe kon deze illusie zo goed weergegeven worden?
Olieverf! Tempera is mat, streperig.
Olieverf = meer diepte, valt licht naar binnen, grotere diepte in kleur.
Transparante/opake verf – ook meer diepte.
Hierdoor rijke bekleding, vlammen, edelstenen
Van Eyck introduceerde olieverf: lijnzaadolie, welke beter droogt.
NOORDEN
1. Verspreiding van de Renaissance in de eerste helft van de zestiende eeuw
- Reformatie
1517: Martin Luther: kritiek op katholieke kerk. Tegen aflaten en bouw nieuwe St Pieter (rijkdom van de paus).
Door drukpers konden zijn ideeën snel verspreiden – tegenbeweging was hierdoor sterker dan het vermogen van
de kerk om contrageluiden te stoppen.
Was dramatisch voor de kunst: 1566/67: beeldenstorm. Gevolg voor kunst die al bestond. Hiernaast vervielen
bepaalde kunstvormen: gevolg voor toenmalig heden: kerken werden kaal.
Maar, geen neerslag voor de kunst: er ontstonden nieuwe kunstvormen. Protestante gebieden waren ontwikkeld:
burgers lazen, hadden een sterk bewustzijn en hadden belangstelling in de kunst.
Kenmerken renaissance
Natuurgetrouwheid, klassieke thema’s, correcte anatomie, architectuur (perspectief), evenwichtige composities,
rationeel lichtgebruik, reductie van het decoratieve, geheel dominanter dan detail.
a. Duitsland
- Matthias Grünewald 1470/80 – 1528
Isenheim altaarstuk: 1510 – 1515, 167 x 307 cm
- Gemaakt voor Anthonius hospitaal-klooster.
- St. Anthonius
o Ter genezing van anthoniusvuur (door schimmel op tarwe: doorbloedingsproblemen en
hallucinaties)