100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Tentamen Fundamentele Rechten (mei 2019) Vragen + Antwoorden €7,49
In winkelwagen

Tentamen (uitwerkingen)

Tentamen Fundamentele Rechten (mei 2019) Vragen + Antwoorden

 0 keer verkocht

Dit document bevat de vragen en antwoorden van het tentamen Fundamentele Rechten van mei 2019. Fundamentele rechten is onderdeel van de bachelor rechtsgeleerdheid aan de UvA.

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 23 december 2022
  • 5
  • 2022/2023
  • Tentamen (uitwerkingen)
  • Vragen en antwoorden
Alle documenten voor dit vak (44)
avatar-seller
Jordyf18
Tentamen Fundamentele Rechten – mei 2019

VRAAG 1

De 39-jarige actrice A. v. Z. die op Instagram een paar honderdduizend volgers heeft,
wordt betrapt op rijden onder invloed. Het tijdschrift ‘Kijk naar de Sterren’ bericht daar
uitgebreid over. Daarbij worden ook oude foto’s gepubliceerd waarop de toen 18-jarige
actrice feestend met grote pullen bier te zien is en de suggestie wordt gewekt dat er
sprake was van een alcoholverslaving. De actrice is met name ontstemd over dat deel
van de publicatie. De actrice daagt de uitgever van het blad voor de civiele rechter en
doet daarbij een beroep op het recht op respect voor het privéleven. De rechter weegt
dat belang mee, wanneer hij vaststelt of er sprake is van een onrechtmatige daad.

a) Leg uit dat hier sprake is van horizontale werking en wel van indirecte horizontale
werking. (6 pt) (80 woorden)
b) De uitgever van het tijdschrift doet een beroep op het recht op vrijheid van
meningsuiting. De actrice werpt tegen dat een bedrijf dat met zijn publicaties
alleen maar geld wil verdienen geen beroep kan doen op dat grondrecht. Hoe
beoordeelt u deze tegenwerping? (4pt) (30 woorden)
c) Het persorgaan wordt – tot aan de hoogste Nederlandse instantie toe -
veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 2.000 Euro. Het
persorgaan dient een klacht in bij het EHRM wegens schending van art. 10
EVRM. Het EHRM zal een afweging moeten maken tussen persvrijheid en
privacy. Geef van tenminste vier elementen uit deze zaak aan, waarom die van
belang zijn bij die afweging. (10pt) (80 woorden)


VRAAG 2
Op hun reizen door Mexico is een aantal Nederlandse studenten in aanraking gekomen
met de Huatulca beweging. Leden ervan komen tweewekelijks bijeen om peyote te
gebruiken. Onder invloed van deze drug ervaren de leden fantasiewerelden met
ongekend intense kleuren, licht en vredigheid. De leden gaan ervan uit dat deze
fantasiewereld een hogere werkelijkheid is; ook geven de ervaringen en gesprekken
erover hen moed om weer twee weken lang het leven van alledag te leiden. Terug in
Nederland gaan de studenten door met hun bijeenkomsten. Ze trachten ook derden van
de waarde van de genoemde ervaringen te overtuigen, wat tot aandacht van de politie
leidt, omdat het bezit van peyote strafbaar is. De daarin aanwezige stof mescaline staat
duidelijk vermeld in de bijlage bij de Opiumwet. Voor de strafrechter doet één van de
studenten een beroep op art. 9 EVRM.

a) Hoe moet de rechter in deze zaak beoordelen of er sprake is van een inmenging
in het in artikel 9 EVRM vastgelegde recht? (9pt) (120 woorden).
b) De rechter neemt aan dat inderdaad sprake is van een inmenging in het in artikel
9 EVRM vastgelegde recht. Is het opleggen van een boete aan de student in dit
geval dan toch geoorloofd? (9pt) (140 woorden).

, VRAAG 3
a) Noem twee belangrijke overeenkomsten tussen de theorie van Hobbes en de
theorie van Locke ten aanzien van de totstandkoming van de staat. (5pt) (40
woorden)
b) Noem vervolgens twee belangrijke verschillen tussen de theorie van Hobbes en
die van Locke. (5pt) (60 woorden)

VRAAG 4
In de gemeente L. woont een groepje goede vrienden dat graag rondhangt bij wat
bankjes in het park. In de buurt daarvan steken ze prullenmanden in de fik of roepen
voorbijgangers na. De gemeenteraad heeft er op een gegeven moment genoeg van en
wil op grond van art. 149 Gemeentewet een bepaling vaststellen die de burgemeester
de bevoegdheid geeft om in bepaalde gevallen een contactverbod op te leggen, wat
inhoudt dat bepaalde personen zich op de openbare weg niet in elkaars gezelschap
mogen bevinden. Tijdens de vergadering komt de vraag op hoe de bepaling zich
verhoudt tot art. 10 Grondwet.
a) Een van de gemeenteraadsleden beweert dat art. 10 Grondwet niet van
toepassing is, nu het gaat om gedragingen buitenshuis. Is dat juist? (3pt) (30
woorden)
b) Aangenomen dat artikel 10 Grondwet wél van toepassing is, is de vastgestelde
bepaling dan in overeenstemming met de Grondwet? (9pt) (80 woorden)

VRAAG 5
Een particuliere peuterspeelzaal weigert kinderen die niet zijn ingeënt tegen
besmettelijke kinderziekten als mazelen, polio en kinkhoest om deze ziekten zo min
mogelijk kans te geven. De weigering treft in het bijzonder ook een groep streng
gereformeerde ouders die hun kinderen niet laten inenten omdat zulks op gespannen
voet staat met de ‘voorzienigheid Gods’.

a) Is hier sprake van direct of indirect onderscheid in de zin van de Awgb? (6pt) (70
woorden)
b) Stel: de gereformeerde ouders klagen over de weigering bij het College voor de
Rechten van de Mens, dat toezicht houdt op de Awgb. Kunnen de ouders zich tot
het EHRM wenden, direct nadat het College een oordeel heeft gegeven? (4pt)
(30 woorden)


VRAAG 6
Om klimaatverandering tegen te gaan komt er een regeling die het kopen van een
elektrische auto stimuleert; de overheid subsidieert maximaal 30% van de aankoopprijs.
Overtuigde klimaatactivisten, die al lang geleden hun auto aan de wilgen hebben
gehangen, menen dat er ook voordelen moeten komen voor de aankoop van een
elektrische fiets, en dat de ongelijke behandeling in strijd is met art. 1 Twaalfde Protocol
bij het EVRM. Een activist, die net een elektrische fiets heeft gekocht, stapt naar de
rechter.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Jordyf18. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66456 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€7,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd