100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting boek psychische aandoeningen hfst 3 3,1 en 3,2. €3,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting boek psychische aandoeningen hfst 3 3,1 en 3,2.

 10 keer bekeken  1 keer verkocht

het boek psychische aandoeningen. hoofdstuk 3 samenvatting 3.1 en 3.2

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • Nee
  • Onbekend
  • 23 december 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
Hbosocialwork
Boek psychische aandoeningen Hoofdstuk 3
3. Hoe ontstaan psychische aandoeningen.
Toetstof: Blauwe tekst op p.61: lezen
Biologische factoren zijn onder andere erfelijkheid, het zenuwstelsel, stress en de werking van
verschillende hormonen. Er blijkt een belangrijke connectie te bestaan tussen de hersenen en de
darm, zowel door verbinding via zenuwbanen als door het effect van bacteriën die in de darm leven
in aantallen vergelijkbaar met het aantal lichaamscellen van een mens.
Psychologische factoren betreffen iemand persoonlijkheidsstructuur, zijn cognitieve en emotionele
en zijn coping gedrag. De sociale kant van de biopsychosociaal model vraagt aandacht voor de rol
van sociale interacties met belangrijke anderen, bijvoorbeeld in het gezin en de peergroup, de
invloed van de sociaal interacties met belangrijke anderen, bijvoorbeeld in het gezin en de
peergroup, de invloed van de sociaaleconomische situaties (SES) en het sociale en fysieke milieu
waarin mensen leven.
Een belangrijke notie in het biopsychosociaal model is dat de drie aspecten- biologische, psychische
en sociale factoren- elkaar onderling beïnvloeden en met elkaar samenhangen.
Problemen door drugsgebruik komen tot stand door interactie van biologische factoren (de
chemische eigenschappen van de drug en de verslavingsgevoeligheid van de gebruiker), psychische
factoren (persoonlijkheid en coping strategie van de gebruiker) en sociale factoren (invloed van
negatieve levensomstandigheden, invloed van de peergroup, beschikbaarheid van het middel, sociaal
maatschappelijke factoren)
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de biologische, psychische en sociale factoren,
maar in werkelijkheid zijn ze sterk onderling verweven en is het altijd de interactie tussen de
verschillende factoren die tot problemen kan leiden.
3.1 algemene gezichtspunten
3.1.1. Erklären versus verstehen (lezen)
In de wetenschapsfilosofie wordt onderscheidt gemaakt tussen erklären(verklaren) en
verstehen(begrijpen) erklären gaat over het (natuur)wetenschappelijk verklaren van fenomenen.
Daarvoor is het nodig om het onderzochte fenomeen, bijv: psychose of verslaving, te ontdoen van
allerlei individuele en subjectieve variaties en op zoek te gaan naar algemene en meetbare
kenmerken van het fenomeen.
Empirische onderzoek is de basis voor de tegenwoordig zo gewaardeerde evidence-based medicine,
de op wetenschappelijk bewijs gebaseerde geneeskundige behandeling van aandoeningen, inclusief
psychische.
Het subjectieve psychische lijden wordt door deze wetenschappelijke benadering geabstraheerd en
geobjectiveerd, ontdaan van tijd- en plaatsgebonden ervaringen, gegoten in specialistische taal en
uitgedrukte in algemene uitspraken, cijfers en statistieken. Bij verstehen gaat het om interpreterend
en invoelend begrijpen. Dit kan alleen plaatsvinden op het niveau van het individu, in de relatie
tussen de hulpverlener en de hulpvrager.
Bij erklären is de mens object van wetenschappelijk onderzoek, bij verstehen is hij subject, persoon.
In het individuele contact met hulpvragen moet het altijd gaan om verstehen.
3.1.2 het kwetsbaarheid- stressmodel (Het kwetsbaarheid-stressmodel moet je kunnen uitleggen.)
Een relatief eenvoudig model om het ontstaan van psychische aandoeningen te verklaren is het kwetsbaarheid-
stressmodel. Dit model zegt dat een psychische aandoening of psychische ontregeling ontstaat door een
combinatie van enerzijds de kwetsbaarheid van het individu en anderzijds allerlei vormen van stress die hij in
zijn leefomgeving ervaart. In het geval van een bepaalde kwetsbaarheid kan stress leiden tot een psychische
aandoening. Bij iemand met ‘psych gevoelig’ is dat zijn individuele kwetsbaarheid. Deze gebeurtenissen kan
luiden tot een psychose. Iemand individuele kwetsbaarheid wordt onder ander bepaald door genetische
aanleg. Ook kan het zich ontwikkelen in de kinderjaren onder invloed van ongunstige of zelfs zeer schadelijke
ervaringen in de kinderjaren. Kwetsbaarheid is dus het resultaat van nature en nurture, aanleg en
omgevingsinvloeden.

, 3.2 biologische factoren.
De begrippen chromosoom, DNA, gen, genotype en fenotype moet je kennen; niet: polygeen en
polymorfisme.

3.2.1 de rol van erfelijke aanleg
Alle lichaamscellen hebben een kern, die het erfelijke of genetische materiaal bevat in de vormen
van 46 chromosomen. Deze zijn opgebouwd uit DNA (desoxyribonucleïnezuur), een wonderbaarlijk
ingenieus en complex molecuul. Stukjes DNA, oftewel stukjes van een chromosoom, oftewel genen
bevatten informatie voor de vorming van talloze eiwitten. In allerlei combinaties met elkaar kunnen
deze eiwitten zorgen voor talloze functies in verschillende lichaamscellen, en daarmee allerlei
eigenschapen van het individu mogelijk maken. Je kan ervan uitgaan dat alle fysieke, mentale en
gedragsmatige eigenschappen van een mens door zijn erfelijke aanleg worden mogelijk gemaakt.
Dat geldt voor de vorm van je neus, lichaamsbouw, begaafdheid en je lichamelijke en psychische
aandoening. Elke celkern is ongeveer 240 cm lang. Bij een uitvergroting blijkt de draad uit twee om
elkaar heen gedraaide te bestaan. (DNA-structuur) genen zijn stukjes van de draad. Op éen
chromosoom liggen honderden tot duizenden genen.

Mensen hebben in aanleg allerlei eigenschappen en die aanleg wordt bij de conceptie vastgelegd.
Dan komt namelijk het genetische materiaal van de vader en de moeder bij elkaar. Beiden leveren 23
chromosomen voor het nieuwe individu. Of al die eigenschappen ook werkelijk tot uiting komen
hangt n veel gevallen af van de omgevingsfactoren.
Wat in aanleg in een individu aanwezig is wordt in de erfelijkheidsleer het ‘genotype’ genoemd. Wat
daarvan werkelijk tot uiting komt in het leven van dat individu heet ‘fenotype’. In het voorbeeld van
muzikaliteit kun je genotypische de aanleg hebben om een groot musicus te worden, maar of en in
welke vorm je de fenotypisch wordt hangt sterk af van omgevingsfactoren.

Kader 3.1
Dat genen onder invloed van de omgeving kunnen worden ‘aan’ en ‘uit’ gezet moet je kennen. De
begrippen methylering en de-methylering niet, ook niet het begrip gen-omgevingscorrelatie.
Omstandigheden blijken van invloed te zijn op het tot uiting komen van genetische aanleg.
Omgevingsinvloeden kunnen een chemisch proces in gang zetten. Dat proces heet ‘methylering’ of
het omgekeerde ‘de- methylering’. Waardoor bepaalde delen van het DNA geactiveerd of
geïnactiveerd worden. Populair gezegd: genen kunnen worden aan- en uitgezet onder invloed van
omstandigheden. De epi genetica is de wetenschap die de fascinerende interactie tussen
omgevingsfactoren en DNA onderzoekt. Het is lange tijd bekend dat ongunstig omstandigheden in de
jeugd, zoals lage sociaaleconomische status (SES), affectieve verwaarlozing en andere traumatische
ervaringen kunnen leiden tot veel uiteenlopende lichamelijke en psychische problemen epi
genetische onderzoek maakt aannemelijk dat deze verhoogde kwetsbaarheid het gevolg is van het
aan en uitzetten van talloze genen onder invloed van die ongunstige omstandigheden. Ook zijn er
aanwijzingen dat wanneer ongunstige omgevingsinvloeden op zeer jonge leeftijd jonger dat drie jaar,
maar zeker ook daarna nog aanwezig zijn, de gevolgen voor de psychische gezondheid later in het
leven het ernstigst zijn.

3.2.2 het brein
Je moet kunnen uitleggen hoe een neuron is opgebouwd. De begrippen neuron, dendriet, axon,
synaps, receptor en neurotransmitter moet je kennen.
Je moet de drie ‘etages’ van het brein kunnen benoemen en uitleggen welke functies daarin geregeld
worden. De cursieve woorden op p.72 t/m 76 moet je kennen.
Aan de hand van afbeelding 3.7 moet je kunnen uitleggen hoe het brein zich ontwikkelt.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Hbosocialwork. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48072 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd