Dit document bevat de vragen en antwoorden van het tentamen Materieel Strafrecht van april 2020. Het vak is onderdeel van de bachelor rechtsgeleerdheid aan de UvA.
Tentamen Materieel strafrecht – 6 april 2020, 9.00-11.00 uur
Totaal aantal punten: 60 punten, omslagpunt ligt bij 33 punten
Opgave A
Chris is thuis zijn strip-act als hete politieagent aan het voorbereiden als plots zijn vriend Aad
aanbelt. Hij vertelt hem dat hij zijn vriendin met Berend in bed heeft betrapt en vraagt aan Chris
of hij een van zijn rekwisieten, te weten zijn gummiknuppel, mag lenen. Op de vraag van Chris
aan Aad waarom hij de gummiknuppel wil lenen, antwoordt Aad dat hij Berend een
waarschuwende tik met de knuppel wil geven zodat hij niet nogmaals met zijn vriendin aan de
haal gaat. Chris gaat ervanuit dat een waarschuwende tik geen zwaar lichamelijk letsel
veroorzaakt en snapt zijn vriend wel. Hij leent de gummiknuppel daarom aan hem uit. Aad rijdt
meteen naar het huis van Berend en als Berend de deur opent, slaat Aad meerdere keren keihard
met de geleende knuppel in de buik van Berend. Berend komt te overlijden als gevolg van de
door de klappen veroorzaakte interne bloedingen.
Aad wordt veroordeeld wegens zware mishandeling, de dood ten gevolge hebbend (art. 302 lid 2
Sr). Chris wordt vervolgd wegens medeplichtigheid aan zware mishandeling, de dood ten
gevolge hebbende (artt. 48 jo. 302 lid 2 Sr).
De raadsman van Chris voert aan dat het ten laste gelegde niet bewezen kan worden, omdat
Chris slechts opzet had op mishandeling (300 Sr) en er dus geen sprake is van het voor
medeplichtigheid vereiste dubbele opzet.
Vraag 1a. Beoordeel of Chris als medeplichtige aan art. 302 lid 2 Sr kan worden
aangemerkt. Betrek in uw antwoord het standpunt van de raadsman. (10 punten)(max. 300
woorden)
Normantwoord
In artikel 48 onder 1 Sr staat dat zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het
plegen van het misdrijf als medeplichtige worden gestraft. Alleen medeplichtigheid aan een misdrijf is
strafbaar (art. 48 jo art. 52 Sr). Er moet sprake zijn van een gepleegd gronddelict (accessoriteit) en de
medeplichtige moet dubbel opzet hebben gehad (opzet op zijn deelname aan en opzet op het gronddelict).
Als het opzet van de medeplichtige afwijkt van het opzet van de pleger, kan de medeplichtige toch
veroordeeld worden voor medeplichtigheid aan het gronddelict als het misdrijf waarop het opzet van de
medeplichtige was gericht, voldoende verband houdt met het gronddelict (HR NJ 2011, 342 Geef het
mes!). (4 punten)
In casu is het gronddelict een misdrijf, Aad heeft namelijk zware mishandeling, de dood ten gevolge
hebbend gepleegd (art. 302, lid 2 Sr). Uit de casus volgt dat Chris bewust zijn gummiknuppel heeft
uitgeleend aan Aad; hij heeft dus opzettelijk een middel verschaft (opzet op de deelneming). Uit de casus
volgt voorts dat Chris ervanuit ging dat Berend enkel een waarschuwende tik zou uitdelen en dat dat geen
zwaar lichamelijk letsel zal veroorzaken. Het argument van zijn raadsman ziet daar ook op, namelijk dat
Chris geen opzet had op zware mishandeling, maar alleen op mishandeling. Het opzet van Chris was dus
niet (volledig) gericht op het gronddelict. Dit maakt niet uit nu mishandeling voldoende verband houdt met
zware mishandeling (HR NJ 2011, 342 Geef het mes!). Mishandeling maakt immers onderdeel uit van
, zware mishandeling en in ‘Geef het mes!’ was bovendien volgens de Hoge Raad (onder andere) sprake van
voldoende verband tussen bedreiging en een poging tot zware mishandeling.
De conclusie is dat het verweer van de raadsman moet worden verworpen, Chris kan wel worden
aangemerkt als medeplichtige aan art. 302 lid 2 Sr. (6 punten)
NB: Het strafverzwarende gevolg in casu, te weten ‘de dood’ is een geobjectiveerd bestanddeel dus daar
hoeft het (voorwaardelijk) opzet van beide heren niet op te zien. Het overlijden van Berend komt voor
rekening van Aad en van Chris.
NB: Het gaat niet om voorwaardelijk opzet op zwaar lichamelijk letsel, nu uit de casus duidelijk volgt dat
Chris ervanuit gaat er bij Berend geen lichamelijk letsel zou ontstaan en hier ook vanuit mocht gaan gelet
op hetgeen Aad aan hem vertelde over de waarschuwende tik. De redenering dat aan het dubbel opzet
vereiste is voldaan middels deze weg is dus niet juist.
NB: Het klopt dat bij de kwalificatie van de medeplichtige wordt uitgegaan van de kwalificatie van de
dader, maar er moet, om tot die kwalificatie te komen, wel voldaan zijn aan het vereiste uit ‘Geef het mes!’.
Vraag 1b. Stel: Chris kan aangemerkt worden als medeplichtige aan zware mishandeling,
de dood ten gevolge hebbend, welke gevangenisstraf kan de rechter Chris maximaal
opleggen? (5 punten)(max. 150 woorden)
Normantwoord
Artikel 49 lid 4 bepaalt dat bij het bepalen van de straf alleen de handelingen in aanmerking komen die de
medeplichtige opzettelijk heeft gemakkelijk gemaakt of bevorderd, benevens hun gevolgen. Hieruit volgt
dat at bij de straftoemeting moet worden uitgegaan van het delict waarop het opzet van Chris gericht was.
Dat delict is mishandeling. De zinsnede ‘benevens hun gevolgen’ gaat over de onbedoelde gevolgen, in
casu de strafverzwarende omstandigheid, namelijk de dood van Berend. Dit gevolg komt voor rekening van
Aad en voor Chris. De maximale straf komt daarom uit op 4 jaren gevangenisstraf gelet op artikel 49 lid 1
Sr jo artikel 300 lid 3 Sr. 1/3 van 6 jaren is 4jaren. (6:3x2=4)
NB nakijken
Een aantal studenten heeft deze vraag apart gelezen van vraag 1, dat was niet de bedoeling, maar
antwoorden die om die reden uitgaan van artikel 302 lid 2 Sr zijn toch goed gerekend. De berekening is dan
als volgt: 1/3 van 10 jaar is 6 jaar en 8 maanden. (of 80 maanden).
Niet goed gerekend is het antwoord dat uitgaat van artikel 300 lid 1 Sr of van artikel 302 lid 1 Sr, omdat
hierbij het onbedoelde gevolg namelijk de dood van Berend als strafverzwarende omstandigheid niet aan
Chris wordt toegerekend.
Opgave B
Vraag 2. Schrijf een kort essay van maximaal 350 woorden waarin u gemotiveerd ingaat op
de stelling: “Overmacht noodtoestand zou ook gehonoreerd moeten worden voor hulp bij
zelfdoding door niet artsen.” Bespreek hierbij het leerstuk van overmacht noodtoestand en
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Jordyf18. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,39. Je zit daarna nergens aan vast.