Samenvatting Cybercrime
Week 1, H1: Inleiding:
Cybercriminaliteit is in opkomst en komt relatief vaak voor. Pas sinds een aantal jaren is
criminologisch onderzoek hierover toegenomen. Zowel kwantitatief als kwalitatieve stijging van
onderzoek.
Cybercrime ontwikkeld zich snel.
Cybercrime is strafbaar gesteld gedrag waarbij de rol van ICT benadrukt wordt.
Definitie = alle strafbare gedragingen waarbij ICT-systemen van wezenlijk belang zijn in de uitvoering
van het delict.
Subonderscheid in enge en ruime zin:
- Cybercrime in enge zin = nieuwe delicten, die eerst niet bestonden. ICT is zowel doelwit als middel
(hacken, ddos-aanvallen, computervirus).
- Cybercrime in ruime zin = traditionele delicten die d.m.v. ICT worden gepleegd en ICT van belang is
voor de uitvoering van het delict (cyberstalking, grooming, internetoplichting. Ook wel
gedigitaliseerde criminaliteit.
Verschil in doelwit is ICT of doelwit is mens. Focused = enge zin, Enabled = ruime zin.
De computer kan object, instrument of omgeving zijn voor criminaliteit.
Week 1, H2.1-H2.3: Cybercriminaliteit in criminologisch perspectief:
Vanaf 1970 ontwikkelde het internet en cybercrime zich snel.
Een van de eerste vormen van een virus was de ‘worm’ van Robert Morris. Deze software
verspreidde zich snel over netwerken. Hierdoor kwam er wetgeving voor computercriminaliteit.
In NL ging in 1993 een wetsvoorstel voor computercriminaliteit van kracht.
In de jaren ’90 viel de schade nog mee omdat nog niet iedereen een computer had.
In de 00’s ontwikkeling van smartphones, internetbankieren, nieuwsgroepen en marktplaats
zorgden voor nieuwe mogelijkheden van criminaliteit.
Het Cybercrime verdrag zorgt ervoor dat staten op dezelfde wijze cybercrime strafbaar stellen en
bepaalde opsporingsbevoegdheden krijgen om gegevens te kunnen vorderen. Daardoor is bewijs
verkrijgen makkelijker geworden.
Ddos = distributed denial of service
Ook de ontwikkeling van darknetmarkets en crypto.
Is cybercrime wel of niet een nieuw verschijnsel? 6 aspecten:
- Het wegvallen van berieres in tijd en ruimte: deterritiorialisation, het internet is grenzeloos. Time-
space compression. Minimis-principe = van veel mensen €1 stelen i.p.v. van 1 iemand €100.000.
- Automatisering en amplificatie: veel macht voor het individu door automatisering, met 1 muisklik
kan een heel proces in gang worden gezet.
- Innovatie en transformatie: ontwikkelingen op rap tempo.
,- Sociale en commerciële interconnectiviteit: iedereen kan overal direct met iedereen
communiceren. Criminele diensten worden online aangeboden (commercie).
- Anonimiteit en plasticiteit van de identiteit: makkelijk identiteit verborgen houden of veranderen.
Annonimiteit neemt ook gedragsremmingen weg.
- Virtualisering en hybridisering: virtuele diefstal
Week 1, H3: Verschijningsvormen van cybercriminaliteit:
Hacken = computervredebreuk en komt relatief vaak voor.
Dit kan op verschillende manieren zoals dmv een slimme list of misbruik van kwetsbare software.
Hacken is strafbaar gesteld in art. 138ab Sv. Dit moet opzettelijk en wederrechtelijk zijn.
Ethisch hacken is niet strafbaar als er toestemming is. Bijv. om zwakke punten in een systeem te
ontdekken. Moet ook proportioneel en subsidiair zijn.
Ethisch hackers kunnen kwetsbaarheden melden zodat de eigenaar dit kan oplossen.
Malware = kwaadaardige software. Zoals virus, worm of Trojaans paard. Virus vereist een handeling
van de gebruiker, worm niet. Maar veel overlap dus verzamelnaam malware.
Ransomware is populair. Daarbij worden bestanden op afstand versleuteld en moet de gebruiker
geld betalen om weer toegang te krijgen.
Banking malware bij internetbankieren.
Botnet = een netwerk van geïnfecteerde computers met malware dat door 1 of meer beheerders
wordt aangestuurd. Ook wel zombiecomputers genoemd.
Bij een ddos-aanval bezoeken veel computers tegelijk een andere computer (server) waardoor deze
overbelast raakt.
Gedigitaliseerde crimi: traditionele criminaliteit met behulp van een computer:
- Internetoplichting: o.a. phishing. Kan via link, bijlage of een list.
- Online drugshandel: prijslijsten via whatsapp of telegram.
- Witwassen en virtuele valuta: door het gebruik van crypto blijven criminele transacties verhult voor
de overheid.
- Online zedendelicten: kinderporno, sexting, grooming (digitaal kinderlokken: vaak eerst vriendelijk
en daarna ontmoeting voor seksueel contact), sextortion (iemand dwingen tot seksuele handelingen
voor een webcam), wraakporno.
Week 1, Artikel 1: ‘High risk’ cyber-crime is really a mixed bag of threats:
For cybercrime, prosecutions are a bad indicator of success because of the many different types of
victims, offenders and regulations.
There is also a problem of underreporting
Cyber assisted vs cyberenabled crime
Different levels of modus operandi:
- Crimes against the machine (hacking, ddos, viruses)
- Crimes that use the machine (fraud, phishing)
- Crimes in the machine (distribution of graphic content, sexual and violent)
,Week 1: Artikel 2: The internet and its opportunities for cybercrime:
The internet provides special opportunities to commit crime.
The internet is global and allows connection no matter their location. Time, distance and national
borders are less important.
There is a high dark number for cybercrime.
Internet as a tool or a target?
Different ways to sort cybercrimes.
12 risk factors:
- Global reach - Automation
- Deterritorialisation - Scale
- Flexible networks - Aggregation
- Anonymity - Information economy
- Distant interaction - Limitations to capable guardianship
- Manipulability - Rapid innovation cycles
Ethical hackes are also known as white hat hackers.
Cybercriminals on average are: male, white, young and tech savvy.
Different motives can be: revenge, financial gain, curiosity or fame.
Cybervictims are an unknown group.
There are various strategies to reduce cybercrime.
First party strategy: target offenders (lock up)
Second party strategy: victim precaution + reduce opportunities
Third party strategy: third parties such as internet providers, manufacturers or banks.
Week 1, Artikel 3: Empty streets, busy internet: A time-series analysis of cybercrime and fraud
trends during Covid-19:
Due to people being inside more because of covid, opportunities for cybercrime and fraud increased.
Both cybercrime and fraud increased during this period.
How changes in routine activities have influences cybercrime and fraud opportunities.
A shift in crime opportunities from physical space to cyberspace.
Online shopping fraud, auction fraud and dating fraud all increased. They spiked at first, but then
later decreased.
Causes:
- Changes in mobility
- Changes in time spent at home
HC 1:
Definitie
Categoriseringen
Geschiedenis
Introductie techniek
, 6 Hoorcollege’s waarvan 2 gastcolleges
1 responsiecollege
Schriftelijk tentamen 100%
Week 3 en week 5 gastcolleges
Sterke stijging in cybercrime, door covid nog eens extra versneld.
Grote verschillen in typen cybercrime. Datingfraude gestegen, maar ticketfraude gedaald.
Grote verschillen in typen slachtoffers. Individuele slachtoffers gestegen, organisaties als slachtoffer
gedaald.
Te verklaren door de RAT en gelegenheidstheorie.
Men voelt zich veiliger op straat dan online.
Oplossingspercentage van cybercrime is zeer laag (5%).
Opsporing is zeer arbeidsintensief en rechercheurs hebben bepaalde kennis nodig.
Steeds meer gebruik van digitaal bewijs bij vervolging, ook vervolging van traditionele criminaliteit.
Op verschillende manieren zijn locatiegegevens te traceren, zoals bluetooth of wifi.
Oplichting is de meest voorkomende variant van cybercrime.
Virussen kunnen verschillende vormen hebben, zoals acces denied of gegevens delen.
Definitie: ‘Strafbare feiten gepleegd door gebruikmaking van elektronische communicatienetwerken
en informatiesystemen of tegen dergelijke netwerken en systemen.’
● Cyber-assisted: traditionele crimi met een digitaal component, maar kern nog wel fysiek (online
drugshandel).
● Cyber-enabled: crimi gefaciliteerd door computers/internet (online fraude).
● Cyber-dependent: crimi gericht op de integriteit, beschikbaarheid en vertrouwelijkheid van
gegevens op computers (ddos-aanval, computervredebreuk, malware). > Cybercrime in enge zin
(true cybercrime)
Onderscheid in 3 categorieën: virussen, wormen en Trojaanse paarden.
Transformatietest: computers/internet wegnemen, wat blijft er dan over?
Bij cyber-dependent blijft niets over. Cyber-enabled vindt nog wel plaats, maar op veel kleinere
schaal en bij cyber-assisted vindt het nog steeds plaats alleen op andere wijze.
In 2021 is 17% van de NL bevolking slachtoffer geworden van cybercrime.
20% van de bedrijven is slachtoffer geworden van cybercrime.
Aangiftebereidheid is zeer laag, zelfs lager onder bedrijven. Want dit kan invloed hebben op de
reputatie van het bedrijf.
DIVD is een organisatie die ethisch hackt.
Dilemma losgeld betalen om grote schade te voorkomen of niet betalen zodat er geen winst is voor
dader.