Human Communication in Society
Hoofdstuk 1 – Introduction to human communication
Communicatie kan helpen om doelen te behalen, relaties te bewerkstelligen en een identiteit te
ontwikkelen.
Kritisch denken bestaat uit een aantal stappen:
1. Identificeren actie.
2. Wat is het bewijs voor of tegen de actie?
3. Waar wijst het bewijs naar toe?
4. Is er een andere uitleg of conclusie mogelijk?
5. Houd een open blik voor nieuw bewijs en nieuwe manieren van evaluatie.
Menselijke communicatie wordt gedefinieerd als een transactioneel proces waarbij mensen betekenis
genereren door uitwisseling van verbale en non-verbale boodschappen in specifieke contexten,
beïnvloed door individuele en maatschappelijke krachten en ingebed in cultuur.
Communicatie bestaat uit zeven basis componenten:
1. Message creation, bestaande uit encoding en decoding. Een symbool is een element wat staat voor
iets anders en zo betekenis overbrengt. Betekenis ontstaat doordat mensen het eens zijn over
bepaalde definities en betekenissen.
2. Meaning creation, het doel van het overbrengen van symbolen waarin we ook ervaringen,
overtuigingen en waarden overbrengen. Door gezamenlijke betekenissen worden gezamenlijke
communities gevormd.
1. Content meaning, denotatieve (concrete) en connotatieve (gesuggereerde) vorm.
2. Relationship meaning, wat de boodschap overbrengt over de relatie.
3. Setting, de fysieke omgeving. Bestaande uit locatie, ‘environmental’ omstandigheden, tijd en
nabijheid van de plaats van communicatie.
4. Participants, met hun kenmerken, de relatie die zij al hebben en de emoties die opspelen.
5. Channels, de middelen waardoor een boodschap wordt overgebracht (de technologie).
6. Noise, elke stimulus die kan onderbreken of de kwaliteit van een boodschap kan belemmeren.
Externe en interne vormen.
7. Feedback, het antwoord waardoor je weet hoe een boodschap is geïnterpreteerd.
Dit proces is lineair, in een richting. Bij het synergetische model worden de volgende elementen
toegevoegd: individuele en maatschappelijke krachten, contexten en cultuur.
Deze regels staan centraal:
1. Communicatie is transactioneel:
1. Een communicator is een zender en ontvanger op hetzelfde moment.
2. Betekenis ontstaat in samenwerking tussen zender en ontvanger.
3. Communicatie is een lopend proces.
4. Eerdere communicatie en de relatie beïnvloed betekenis.
2. Communicatie is beïnvloed door individuele krachten. Zoals demografische kenmerken,
persoonlijke, cognitieve en lichamelijke mogelijkheden en gebied van ervaringen.
3. Communicatie is beïnvloed door maatschappelijke krachten. Zoals politieke, historische,
economische en sociale structuren en media die zorgen voor hiërarchie in individuele kenmerken.
4. Communicatie is beïnvloed door cultuur. Cultuur is het aangeleerde patroon van percepties,
waarden en gedragen wat wordt gedeeld door een groep mensen.
5. Communicatie is beïnvloed door context, setting uitgebreid met aantal participanten en de
gelegenheid.
Communicatie ethiek is belangrijk omdat ze professioneel succes bewerkstelligen en helpen bij het
ontwikkelen van persoonlijke relatie.
Ethiek: een systeem van morele principes waardoor acties worden beoordeeld als goed of slecht.
Regels die worden erkend door een groep, klasse of individu wat ‘the common good’ helpt te
bereiken.
, Communicatie ethiek: standaarden voor goed en slecht over het zenden en ontvangen van
boodschappen. Voor jezelf vast te stellen op basis van een aantal elementen.
1. ‘Truthfulness’: omdat andere eerlijkheid verwachten en boodschappen consequenties hebben.
2. Sharing or withholding information: verschil tussen legitieme privacy of ongepaste geheimhouding.
3. Benefit and harm of messages.
4. Absolutism vs. relativism: heb je standaarden voor elke interactie of wisselen deze.
Hoofdstuk 2 – Perspectives on human communication
Paradigma/benadering: een set van aannames over kennis, de aard van realiteit en menselijke aard.
Een soort geloofssysteem wat een bepaald wereldbeeld representeert.
Theorie: een set van uitspraken die een bepaald fenomeen uitlegt.
Methode: beschrijft een bepaalde manier waarop onderzoekers data verzamelen en analyseren. Deze
hangt af van het paradigma/de benadering.
Drie hedendaagse benaderingen om human communication te bestuderen. Elk hebben zij aannames
over de aard van het menselijke gedrag en se representeren een bepaalde historische traditie.
Social sciences approach
Communicatie is origineel gefocust op het individu of een paar mensen. Afkomstig uit psychologie en
sociology. In samenwerking met het behaviorisme, een tak van de psychologie m.b.t. waarneembaar
gedrag. Het doel is om menselijk gedrag te beschrijven, voorspellen en uitleggen op basis van
universele wetten voor meerdere situaties en in meerdere contexten.
Zij maken eerst hypotheses afkomstig van theorieën en testen deze door data te verzamelen. Veelal
kwantitatieve analyses met vragenlijsten en observaties. Soms ook analyses van gesprekken.
Deelnemers moeten hierbij ingelicht worden over het proces.
+ identificeren en uitleggen van communicatie patronen en effecten voorspellen.
- houdt geen rekening met externe factoren, relaties, culturele verschillen etc.
- communicatie is niet geheel te voorspellen.
Interpretive approach
Beïnvloed door de oude Griekse traditie van retoriek (kunst van overtuiging) en door humanisme, tak
van filosofie die zich bezig houdt met ‘human nature’ en zijn potentieel. Focus op het individu,
realiteit is een construct.
Kwalitatieve methodes van analyse:
- Vormen van content analyse: een techniek om objectief en systematisch specifieke
kenmerken van communicatie boodschappen te identificeren.
- Etnografisch onderzoek: onderzoekers gaan actief in gesprek met onderzoeksobjecten door
observaties en interviews.
- Rhetorical analyis: onderzoekers onderzoeken teksten of publieke toespraken.
Member checking wordt gebruikt om ethische problemen uit de weg te gaan.
+ diep begrip in communicatie in specifieke situaties.
- weinig onderzoeksobjecten waardoor je niet kan generaliseren.
- onderzoekers zijn vaak ‘outsiders’ in hun onderzoek.
Critical approach
Houdt meer rekening met maatschappelijke krachten die individuele krachten beïnvloeden, met het
ultieme doel om de maatschappij te veranderen. Hierbij bestuderen ze kracht en hiërarchie als
maatschappelijke invloeden. Realiteit is een construct en deze hebben consequenties in levens.
Culturele studies, om moeilijkheden in de cultuur bloot te leggen.
Kwalitatieve onderzoeksmethodes zoals observaties, tekstuele analyses en etnografische methodes.
Ethische afweging, ethisch juist de wereldblikken van andere weergeven.
+ belang van economische, politieke en historische krachten op communicatie.
+ belang van ‘power’.
- weinig aandacht aan face-to-face interacties.
- conclusies zijn niet te generaliseren.