Een duidelijke en overzichtelijke samenvatting van het vak Pathologie aan de hand van de leerdoelen met afbeeldingen en schema's voor een betere uitleg. Hierin staan de belangrijkste punten duidelijk uitgelegd die je moet kennen voor het tentamen.
In plaats van meer dan 100 pagina's te lezen, kun ...
SAMENVATTING PATHOLOGIE 1.3 AAN DE
HAND VAN DE LEERDOELEN
STOFWISSELING EN WELVAARTZIEKTEN
BESCHRIJVEN UIT WELKE ONDERDELEN ONS BLOED IS OPGEBOUWD EN WELKE FUNCTIES DIE
ONDERDELEN HEBBEN.
Bloed (%) Samenstelling % Soorten (%) Functies
Plasma (… Plasma eiwitten 7% albuminen Leveren belangrijke
55%..) bijdrage aan de
osmotische druk van
plasma, transport van
lipiden, steroidhormonen
globulinen Transport van ionen,
hormone, vetten,
immuunfunctie
fibrinogeen Essentieel onderdeel van
stollingssysteem; kan in
het oplosbare fibrine
worden omgezet
Regulerende eiwitten Enzyme, pro-enzymen,
hormonen
Andere opgeloste 1% Elektrolyten Normale
stoffen ionensamenstelling;
extracellulaire vloeistof
Gebruikt voor ATP-
Organische vorming , groei en
voedingstoffen onderhoud van cellen
Vervoerd naar plaatsen
Organische van afbraak of
afvalproducten uitscheiding
Water 92% Transportmiddel
Oplosmiddel
Vaste bloedplaatjes bloedplaatjes Spelen een rol bij
bestanddelen bloedstolling
(45%…..)
Leukocyten Neutrofielen afweermechanisme
Eosinofielen
Basofielen
DE BOUW VAN BLOEDVATEN EN HET VERSCHIL TUSSEN EEN VENE (ADER), CAPILL AIR (HAARVAT) EN
ARTERIE (SL AGADER) BESCHRIJVEN.
Arteriae
Venae
Capillair
,DE WEG DIE HET BLOED AFLEGT IN DE GROTE EN KLEINE BLOEDSOMLOOP BESCHRIJVEN EN
VERKL AREN WAAROM DE BLOEDDRUK VAN ELKAAR VERSCHILT IN ARTERIËN, VENEN EN
CAPILL AIREN.
Kleine bloedsomloop
Vanuit de rechterboezem wordt er bloed gepompt naar de longen via de longslagader. Dit bloed
passeert vervolgens de langcapillair, terwijl het zuurstof opneemt en koolstofdioxide afgeeft. Daarna
gaat het bloed via de long ader terug naar het hart, de linkerboezem.
Verschil in druk
Bloeddruk van hoog naar laag
1. Arterie: Deze heeft de hoogste bloeddruk omdat het bloed hierin direct vanuit het hart wordt
gepompt naar de rest van het lichaam.
2. Capillair: De capillaire hebben een lager bloeddruk, omdat deze verder weg van het hart zitten.
Daarnaast is de bloeddruk hiervan lager omdat hier stofwisseling plaats vindt: Voedingstoffen
moeten in de cellen worden opgenomen en afvalstoffen moeten worden opgenomen door het
bloed om vervolgens uitgescheiden te worden. Dit is een proces wat meer tijd nodig heeft.
3. Venae: Deze hebben de laagste bloeddruk omdat ze “het verst” van de aorta liggen en dus nog
weinig druk vanuit het hart krijgen. Dit bloed moet helemaal naar het hart terugstromen.
DE LIGGING EN DE FUNCTIE VAN HET LYMFESTELSEL BESCHRIJVEN.
, Een netwerk van lymfevaten begint in de perifere weefsels en eindigt bij de verbindingen met de
venen. De lymfefollikels bevinden zich bijvoorbeeld in de amandelen. Voorbeelden van lymfoide
organen de lymfeknopen, de milt en de thymus.
Functies:
- De productie, het onderhoud en het transport van lymfocyten
Lymfocyten worden in de lymfe organen gevormd. Deze reageren op de aanwezigheid van
binnendringende ziekteverwekkers, afwijkende lichaamscellen en vreemde eiwitten zoals
gifstoffen. Lymfocyten proberen deze bedreigingen via een combinatie van fysische en
chemische effecten te elimineren of onschadelijk te maken.
- De terugkeer van vloeistoffen en opgeloste deeltjes van perifere weefsels naar het bloed.
Doordat het lymfestelsel het weefselvocht terugbrengt, wordt het bloedvolume op peil
gehouden en wordt de samenstelling van de interstitiële vloeistoffen overal in het lichaam
constant gehouden.
- Het transport van hormonen, voedingsstoffen en afvalstoffen vanuit de plaats van opname in
de weefsels naar het bloed. Sommige stoffen die de bloedsomloop niet rechtstreeks kunnen
binnenkomen, worden via lymfevaten naar de venen vervoerd.
UITLEGGEN HOE ONS AFWEERSYSTEEM EN DE SPECIFIEKE AFWEERREACTIES WERKEN.
- De membranen van cellen bestaan uit 2 lagen fosfolipiden en allerlei soorten
membraaneiwitten. Aan die membraaneiwitten zitten vaak ketens van koolhydraten. De
membraaneiwitten hebben verschillende functies. Ze dienen soms als doorlaatpost voor
moleculen die niet via diffusie door het membraan kunnen. De eiwitten met koolhydraten zijn
per organisme verschillend. Cellen kunnen elkaar herkennen aan deze membraaneiwitten.
Mensen en dieren maken tegen cellen met vreemde stoffen in de membraan antistoffen. Een
stof (meestal een eiwit met koolhydraatketen zogenaamde glycoproteïnen) die niet in je
lichaam thuis hoort, een lichaamsvreemde stof , is een antigeen.
Aspecifieke afweer: Door speciale witte bloedcellen (leucocyten)worden vreemde cellen
opgevreten (fagocytose). Deze witte bloedcellen vreten alles wat vreemd is (niet
specifiek).
Specifieke afweer: Andere typen witte bloedcellen maken antistoffen tegen specifieke
antigenen of doden cellen die aangetast zijn door virussen en bacteriën. Het bijzondere
is dat voor ieder mogelijk antigeen aparte lymfocyten in het lichaam zitten. Deze
lymfocyten worden echter pas in grote getallen gemaakt na een besmetting met dat
vreemde antigeen. Het duurt na een besmetting dus even voor er voldoende antistoffen
zijn om de indringer, meestal een bacterie of virus uit te schakelen. In die periode kan de
ziekteverwekker zich zo snel vermenigvuldigen dat een mens ziek wordt. Zodra er
voldoende cellen met antistoffen aangemaakt zijn, wordt de ziekteverwekker
uitgeschakeld en geneest men. Als de aanmaakt te lang duurt, wint de ziekteverwekker.
Na een tweede besmetting worden veel sneller antistoffen gevormd.
Tijdens de eerste besmetting zijn geheugencellen gemaakt die informatie bevatten om
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fgh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.