Dit is een oefentoets voor het vak Bestuursrecht. Deze oefentoets heb ik ontvangen tijdens mijn lessen van he vakBestuursrecht. Het is een goede voorbereiding voor het tentamen. De oefentoets is voorzien van antwoorden. Succes!
Oefentoets bestuursrecht
QUESTION 1
Jan Borrel vraagt het college van B&W een vergunning om zijn cafe 'Met een borrel op' te
kunnen exploiteren (exploitatievergunning). Jan Borrel heeft het voornemen om het pand,
dat hij nu eerst, na enige tijd te kopen.
Het college van B&W laat de aanvraag bewust liggen, want de gemeente wil het pand
zelf aankopen, omdat daar in de toekomst een weg moet worden aangelegd. Door een
exploitatievergunning af te geven wordt het pand meer waard, zodat bij eventuele
verkoop de gemeente er meer voor moet betalen.
Welke van de onderstaande beweringen is juist? Door de aanvraag voor een
omgevingsvergunning om genoemde redenen bewust te laten liggen, handelt het college
in strijd met:
a. Het motiveringsbeginsel.
b. Het verbod van willekeur.
c. Het gelijkheidsbeginsel.
d. Het beginsel van fair play.
QUESTION 2
Harm Koper heeft een vergunning aangevraagd voor het uitbouwen van zijn woning, deze
vergunning wordt hem echter geweigerd. Hij besluit bezwaar in te stellen tegen deze
weigering en uiteindelijk komt hij bij de bestuursrechter, maar ook door deze wordt zijn
beroep ongegrond verklaard. De bouwvergunning wordt niet genoemd in bijlage 2
Bevoegdheidsverdeling.
Vervolgens wil hij tegen deze uitspraak hoger beroep instellen. Kan dat?
a. Ja, bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
b. Ja, bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.
c. Ja, bij het Gerechtshof.
d. Ja, bij de Centrale Raad van Beroep.
QUESTION 3
Als juridisch adviseur help je Kees Pol die het inhoudelijk absoluut niet eens is met een
aan hem gerichte beschikking. Gelukkig vernietigt de sector bestuursrecht van de
rechtbank deze beschikking.
Met welke van de onderstaande vernietigingsgronden is Kees Pol het meest gebaat en is
het resultaat voor hem dus het gunstigst?
a. Het zorgvuldigheidsbeginsel.
b. Het beginsel van fair play.
c. Het vertrouwensbeginsel.
d. Het formele motiveringsbeginsel.
QUESTION 4
Welke van de onderstaande beweringen is juist?
a. Een besluit dat een beleidsregel inhoudt, is een beschikking.
b. Een besluit is ook altijd een beschikking.
c. Een beschikking is ook altijd een besluit van algemene strekking.
d. Een besluit dat gericht is tot een bepaalde persoon, is een beschikking.
, QUESTION 5
De gemeenteraad van Apeldoorn heeft het besluit genomen om de APV uit te breiden met
een afdeling over grote evenementen. Dit in het kader van de eventuele organisatie van
het evenement Serious Request. De winkeliersvereniging Apeldoorn Centrum is het niet
eens met dit besluit en wil hier dan ook iets tegen doen. Zij besluit om een bezwaarschrift
in te dienen. Wat zal het oordeel van de gemeenteraad zijn ten aanzien van dit
bezwaarschrift?
a Zij zal het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren, want er hier geen sprake van
. een appellabel besluit.
b De gemeenteraad zal het bezwaarschrift gegrond verklaren, want de
. winkeliersvereniging moet worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van
artikel 1:2 lid 3 Awb.
c Zij zal het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren. Immers, de vereniging is
. geen belanghebbende in de zin van artikel 1:2 lid 3 Awb.
d Zij zal het bezwaarschrift ongegrond verklaren.
.
QUESTION 6
Welke van de onderstaande beweringen over besluiten is juist?
a. Een noodbevel (als bedoeld in art. 176 Gemeentewet) is geen beschikking.
b. Een beleidsregel in de zin van artikel 1:3 lid 4 is geen besluit.
c. De Afvalstofffenverordening van de gemeente Apeldoor is een beleidsregel.
d. Een bestemmingsplan is een besluit.
QUESTION 7
Welke van de volgende alternatieven is geen recht van het handhavende
bestuursorgaan?
a. Verkopen, vernietigen.
b. Gebouwen verzegelen, zaken wegnemen.
c. Voorlopige hechtenis gelasten.
d. Betreden van plaatsen.
QUESTION 8
Welke van onderstaande uitspraken is juist?
a Aanwijzing is een vorm van repressief toezicht.
.
b Goedkeuring, toestemming en schorsing van een besluit zijn vormen van repressief
. toezicht.
c Toezicht op het openbaar bestuur vindt plaats door bestuursorganen die bevoegd
. zijn om besluiten van andere bestuursorganen vooraf of achteraf te toetsen.
d Openbaarheid van bestuur is de enige vorm van preventief toezicht.
.
QUESTION 9
Jan heeft onlangs een vergunning aanvraagd voor het verbouwen van zijn woning. Deze
vergunning is hem geweigerd door het college van B&W van de gemeente Almelo. Jan is
het hier, uiteraard, niet mee eens. Hij besluit dan ook direct de stap te maken naar de
rechter, zodat hij zo spoedig mogelijk wel de vergunning krijgt en kan beginnen met het
verbouwen van de woning.
Kan Jan zelfstandig besluiten om naar de rechter te stappen?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper verakamphuis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.