Het betreft een uitgebreide samenvatting (22 blz) van het vak Recht als wetenschap (RB1502) aan de Open Universiteit. Het vak maakt onderdeel uit van de bachelor Rechtsgeleerdheid. De samenvatting behelst de voorgeschreven stof van de reader, inclusief eventuele aanvullingen van de cursussite. Bela...
Samenvatting Recht als wetenschap
Tekst 1 - Wat is wetenschap?
In het ideale geval zouden we over een lijst willen beschikken van noodzakelijke en voldoende
eigenschappen of criteria aan de hand waarvan we ondubbelzinnig een grens kunnen trekken tussen
wat wel en wat niet tot wetenschap behoort. Dit probleem noemt men het demarcatieprobleem.
Ten eerste wordt wetenschap in verband gebracht met systematisch geordende kennis. Een losse
verzamelijk van feiten en gegevens zonder enige onderlinge samenhang is geen wetenschap. Er
moeten meer eisen worden gesteld. Ten tweede moet de systematisch geordende kennis methodisch
getoetst zijn en/of de vorm van wetmatigheden of theorieën hebben. Wetenschappelijke kennis
wordt in verband gebracht met wetenschappelijke methoden van onderzoek.
Middels een descriptieve benadering wordt de betekenis beschreven die feitelijk aan de term
wetenschap wordt toegekend. Op de eerste plaats blijkt het begrip wetenschap meerduidig te zijn, in
die zin dat het verschillende hoofdbetekenissen kent. De primaire betekenis van het begrip is kennis,
maar de term kan ook verwijzen naar de activiteit die die kennis voortbrengt, naar een
maatschappelijke instelling waar die activiteit plaatsvindt of de beroepsgroep. De aandacht richt zich
op de primaire betekenis: kennis. De nadruk ligt op een epistemologische en methodologische analyse
van wetenschap: we houden ons bezig met die aspecten van wetenschap die betrekking hebben op de
aard van wetenschappelijke kennis en de wijze waarop die kennis wordt onderbouwd.
De term wetenschap verwijst in de praktijk naar een heel scala van disciplines en subdisciplines, die
ieder gekenmerkt worden door een eigen object van studie en veelal ook door een speci eke methode
van onderzoek. Het ligt voor de hand het gebruik van eenzelfde methode (de wetenschappelijke
methode) als gemeenschappelijk element aan te wijzen. Wetenschappelijke kennis zou zich van
andere vormen van kennis onderscheiden doordat die kennis met behulp van de wetenschappelijke
methode verkregen en bewezen/gefundeerd is. Echter, dé wetenschappelijke methode bestaat niet
zodat het begrip wetenschap ook in dit opzicht meerduidig is.
Een derde obstakel is dat in de praktijk de betekenis van de term wetenschap zeer sterk bepaald
wordt door de context waarin de term wordt gebruikt. In het algemeen blijkt dat verschillende
beroepsgroepen de termen wetenschap en wetenschappelijk op verschillende wijze gebruiken. Dit
heeft te maken met de verschillen in belangen en waarden tussen beroepsgroepen. Een laatste
moeilijkheid t.a.v. het descriptief de niëren van het begrip wetenschap heeft betrekking op de
veranderingen in betekenis die dit begrip ondergaan heeft. De wetenschap gaat terug tot de Griekse
Oudheid en sindsdien is niet alleen de omvang van de wetenschappelijke kennis enorm toegenomen,
maar zijn ook de opvattingen over wat wetenschap is sterk veranderd. In de visie van Aristoteles gaat
RECHT ALS WETENSCHAP 1
,het in de wetenschap om het vergaren van kennis omwille van de kennis zelf. Doel van de
wetenschap is kennis van oorzaken op basis waarvan de werkelijkheid om ons heen verklaard kan
worden. Hij maakt onderscheid tussen de materiële oorzaak, de vormoorzaak, de werkoorzaak en de
doeloorzaak. De doeloorzaak staat centraal. Voor het experiment is in de wetenschap geen plaats, in
het experiment grijpt de mens in de werkelijkheid in met als gevolg dat die werkelijkheid zich niet aan
ons toont zoals ze van nature is. Het bedrijven van wetenschap is voor Aristoteles een beschouwende
bezigheid. In de zestiende en zeventiende eeuw verandert dit beeld. In plaats van een passieve
waarnemer wordt de wetenschapper een actief onderzoeker, die in zijn laboratorium ingrijpt in het
natuurlijke verloop. De bestudering van de werkelijkheid onder kunstmatige omstandigheden wordt
geaccepteerd als legitiem middel om wetenschappelijke kennis te verkrijgen. Alleen de werkoorzaken
worden nog erkend als belangrijk voor een wetenschappelijke verklaring. Kenmerkend voor de
nieuwe wetenschap is ook dat de mathematische bestudering van de werkelijkheid voorop komt te
staan. De taal van de wiskunde doet zijn intrede: kwantitatieve, functionele relaties krijgen de
overhand ten koste van kwalitatieve, causale relaties. De introductie van het experiment en van de
wiskunde betekenen een radicale koerswijziging in de ontwikkeling van de wetenschap. De betekenis
van het begrip wetenschap is aan verandering onderhevig. Het is niet uitgesloten dat in de toekomst
andere eisen aan wetenschap of wetenschappelijke methoden worden gesteld. In het kader van het
demarcatieprobleem is een precisering van het vage begrip wetenschap onvermijdelijk. Zo’n
precisering is echter niet realiseerbaar binnen een zuiver descriptief perspectief, een beroep op
normatieve uitgangspunten is nodig.
De kern van de normatieve benadering is het toetsen van kennis aan een bepaald ideaalbeeld
van wetenschappelijke kennis dat men voor ogen heeft. Twee normatieve oplossingen van het
demarcatieprobleem zijn van belang. Ten eerste het logisch-positivisme. Uitgangspunt voor logisch-
positivisten (Russell) is dat alleen die kennis die op grond van empirische (zintuiglijk
waarneembare) feiten geveri eerd kan worden, wetenschappelijke kennis is. Veri catie betekent voor
hen dat de waarheid van een uitspraak onomstotelijk aangetoond was en dat er nu en in de toekomst
geen enkele ruimte meer zou zijn voor twijfel. Volgens hen is de enige onbetwistbare bron van
wetenschappelijke kennis de ervaring, die berust op wat gegeven is in de waarneming. De inhoud
daarvan kan op neutrale onbevooroordeelde wijze beschreven worden in observationele uitspraken.
Alle waarnemers zouden het in principe altijd eens kunnen worden over de (on)waarheid van zulke
uitspraken (bv. Deze staaf is langer dan die staaf). Die beschrijven de empirische feiten. De taak van
wetenschappers is vervolgens het langs logisch-mathematische weg ordenen van de vaststaande
empirische feiten. Hierbij geldt dat alleen de observationele uitspraken zelf en uitspraken die logisch
daaruit af te leiden zijn tot de wetenschappelijke kennis gerekend mogen worden. Dus: iedere
uitspraak waarvan de (on)waarheid niet op basis van zintuiglijke waarneming is vast te stellen, valt
buiten het domein van de wetenschappelijke kennis. Het onderscheid tussen wetenschappelijke en
niet-wetenschappelijke uitspraken valt voor hen dus samen met het onderscheid tussen betekenisvolle
en betekenisloze uitspraken. Het ideaalbeeld is als volgt: de basis van wetenschappelijke kennis zijn de
vaststaande empirische feiten, weergegeven in observationele uitspraken in een ideale taal. Door
RECHT ALS WETENSCHAP 2
, logisch redeneren worden hieruit wetten afgeleid, uit die wetten worden via logisch redeneren
theorieën afgeleid. In een schema: empirische feiten > wetten (via logisch redeneren) > theorieën (via
logisch redeneren). Er zijn een aantal tekortkomingen. Voor het demarcatieprobleem is van belang
dat dit beeld impliceert dat wetten en theorieën helemaal niet tot het domein van de
wetenschappelijke kennis behoren. Wetten en theorieën hebben namelijk een universeel karakter.
Aangezien alleen uitspraken die logisch af te leiden zijn uit observationele uitspraken behoren tot de
wetenschappelijke kennis, is de wet een betekenisloze uitspraak. Dit geldt voor alle wetten en
theorieën.
Ten tweede de benadering van Popper. Hij wijst de logisch-positivistische benadering af, dit zou
dogmatisme in de hand werken: eenmaal geaccepteerde wetenschappelijke kennis zou niet meer voor
kritiek vatbaar zijn. Kritiek is juist het sleutelwoord van Poppers ideaalbeeld van de wetenschap.
Kritiek is de motor achter de vooruitgang van de wetenschap. Het is kenmerkend voor de
rationaliteit van de wetenschap dat ideeën voortdurend en systematisch blootgesteld worden aan
kritiek. Het is de plicht van iedere wetenschapper wetten en theorieën kritisch en streng te toetsen
aan de empirische feiten, alleen dan kan de waarheid steeds dichter worden benaderd. We moeten
leren van onze fouten. De wetenschapper kan dit doen door te pogen kennis te weerleggen, te
falsi ëren (onwaar maken). Het draait niet om veri catie, maar om falsi catie. Zijn opvatting staat
bekend onder de naam falsi cationisme. Wil kritiek, uitgaande van empirische feiten, een
effectief wapen kunnen zijn bij het beoordelen van de juistheid van kennis, dan houdt dat in dat die
kennis weerlegbaar moet zijn. Pas als het mogelijk is uitspraken (theorieën) op basis van feiten te
weerleggen, is er sprake van wetenschappelijke kennis. De opvatting is niet zonder problemen. Als dit
criterium strikt wordt toegepast, vallen heel wat wetten en theorieën af die normaal als
wetenschappelijk te boek staan. Denk aan universele existentiële uitspraken: uitspraken waarin
beweerd wordt dat iets, met bepaalde eigenschappen, bestaat. Dit soort uitspraken is niet te
weerleggen vanwege de logische vorm ervan. Er doet zich ook een probleem voor t.a.v. de
wetenschappelijkheid van theorieën die een statistisch karakter hebben. In de meeste gevallen is een
strikte, logisch sluitende weerlegging van waarschijnlijkheidsuitspraken niet mogelijk. Er kunnen
altijd ad hoc-redenen worden verzonnen waarom een bepaalde voorspelling niet uitkomt. De
conclusie is dat de meest bewonderde wetenschappelijke theorieën niet weerlegbaar zijn omdat ze
nalaten ook maar één enkele waarneembare toestand te verbieden. Popper’s criterium,
weerlegbaarheid, blijkt veel te streng. Er bestaat een te grote discrepantie tussen het ideaalbeeld van
wetenschap en de werkelijke wetenschap.
Er is sprake van een dilemma tussen een normatieve en descriptieve benadering, dat zich niet beperkt
tot het demarcatieprobleem, maar betrekking heeft op de wetenschaps loso e in het algemeen. Bij
een normatieve benadering stelt men zich tot doel regels en normen op te stellen waaraan in de
wetenschap moet worden voldaan. Meestal gebeurt dit op basis van een ideaalbeeld van wetenschap.
Bij een descriptieve benadering stelt men zich meer bescheiden op; op basis van een beschrijving en
analyse van het feitelijk reilen en zeilen in de wetenschap probeert men te achterhalen aan welke
RECHT ALS WETENSCHAP 3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper basdammers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.