AM: Geleidingsstoornissen college 1
Je krijgt 3 vragen over het vak. Je moet 3 ritmes beoordelen en herkennen door middel van het
stappenplan. Ook moet je zeggen wat je denkt wat het is en wat de klinische consequenties zijn.
Oefenen: The 6 second ECG. Skillstat.com
Bij ritmestroken heb je de extremiteiten afleidingen nodig (driehoek van einthoven). Je krijgt dan 1
tot 5 afleidingen. Met de andere afleidingen maak je een ECG (12 afleidingen). X-as is in
milliseconde en y-as in milliampère. Dit kan je tellen of met een ECG-liniaal bepalen.
Iso-elektrische lijn is de basis lijn van de ritmestrook. Alles erboven is positief en alles eronder is
negatief. Hiermee kan je ook ischemie beoordelen. Je hebt dan 10 elektrodes en de andere 2
worden berekend. Je leest afleiding 2 af. Hier kan je ook ischemie van de rechterhelft op aflezen.
Je hart as kan veranderen als je richting veranderd van je elektrische geleiding.
De elektrische geleiding gaat van de sinusknoop naar de av knoop. In de afbeelding hiernaast
staat wat er precies gebeurt bij een PQRST interactie.
Fysiologie:
P: De elektrische prikkel begint in de
sinusknoop in het rechteratria.
QRS: De elektrische prikkel wordt
vervolgens even opgehouden in de
AV-knoop. Dat is het lijntje tussen de P
en de Q. De elektrische prikkel gaat
vervolgens over de spierwand van de
ventrikels en knijpen samen.
T: Herstelfase (ST -> repolarisatie aka
rustfase). Geen mechanische activiteit,
maar wel elektrische activiteit.
Het strookje kan je analyseren. Elk hokje staat voor een bepaald aantal seconde:
1mm=0,04 s (1 klein hokje) 5mm=0,20 s (5 kleine hokjes) -> 1 groot hokje 25mm=1 s
Stappenplan Normaal Hoe?
1: Frequentie P-toppen 60-100/min Tel 15 grote hokjes=3 sec.
P=toppenx20=HF
2: Frequentie QRS-complexen 60-100/min Tel 15 grote hokjes=3 sec. QRSx20=HF.
3: Bepaling PQ-tijd 0,12-0,21 sec 3-5 kleine hokjes
4: P-top analyse 0,11 sec breed, 3 kleine hokjes. Verder: Positief?
Atria-activatie 2,5mm hoog Allemaal gelijk?
5: QRS analyse 0,08-0,10 sec Tellen.
Ventrikelactivatie
6: Plaats van de gangmaker Sinusritme Sinus/AV/Ventrikels
1
, Soorten geleidingsstoornissen:
Sinusritme:
● Regelmatig (relatie 1:1).
● Frequentie is 60 tot 99 /min.
● PQ tijd is 0,12 tot 0,20 sec.
● QRS breedte 0,6 tot 0,10 sec.
Hemodynamishe gevolgen: Geen.
Therapie: Geen.
Sinusbradycardie:
- Alle kenmerken normaal sinusritme.
- HF <60/min.
Sinustachycardie:
- Alle kenmerken normaal sinusritme.
- Frequentie>100 BPM.
Hemodynamische consequenties: meestal geen,
bij hele hoge frequenties soms output /bloeddruk
daling, collaps.
Therapie: alleen bij ernstige tachycardiën:
anti-aritmica.
Premature atriale capture (PAC)
- Vroeggvallende slagen.
- P-top aanwezig.
- Smal QRS-complex.
- QRS: 0,06-0,10
- P-top/PQ tijd zijn afwijkend
Hemodynamische gevolgen; geen, soms gevoel
van hartkloppingen.
Therapie; geen, veel klachten; anti aritmica (bèta
blokker).
Atriumfibrilleren:
- Geen duidelijke P-toppen. Atrium
depolarisaties tussen 35-60/min.
- Fibrillatiegolf
- Geen PQ-tijd
- Onregelmatig en hoge frequentie.
- QRS: 0,06-0,10 Cardioversie geven. Je wilt niet in het ST segment
Hemodynamische gevolgen: Je mist output 15%, de klap geven. Je maakt een kunstmatige R. In de
collapsneiging, indirect hogere stollingsrisico’s. repolarisatiefase schok je VF in en niet het
Therapie: anti-aritmica, cardioversie. sinusritme in. Anders anti-aritmica geven en evt
antistolling (bij langdurig ontstaan). Levenslang
geef je dat.
Rechterboezemhypertrofie P> 2,5mm in II, III en AVF.
2