Volledige samenvatting voor het vak Taal en Theorie 1 (Basis Vakgebied). Dit vak werd gevolgd in collegejaar 2021/2022 (FO), gegeven door José Bruining. Alle hand-outs, PowerPoints, handige tips tijdens de colleges én natuurlijk de theorie van zowel de Taalcanon als de Taalatlas zijn hierin samen...
Taal en theorie
Taalcanon + taalatlas + PPT’s college’s + hand-outs + overige artikelen
College 1 en 2: Wat is taal?
Gemeenschappelijke kenmerken talen:
• 'discreteness': bouwstenen (arbitrair)
• 'grammar': systeem van regels voor combineren bouwstenen
• 'productiviteit': recursiviteit + creativiteit
• 'displacement': communicatie buiten het hier en nu
Esperanto = een kunsttaal. Zelf bedachte taal die beter zou zijn dan een andere internationale taal
zoals Engels of Chinees. Dit zouden geen eerlijke internationale talen zijn omdat moedertaalsprekers
dan een groter voordeel zouden hebben.
Taalgebruikers zijn in staat om te beoordelen of een zin wel of niet goed is op grond van hun kennis
van taal, niet uitsluitend op basis van hun geheugen. Deze kennis is niet bewust en vrij abstract,
veelal in de vorm van algemene regels, vandaar dat mensen meestal moeite hebben om uit te leggen
waarom een zin fout is. Taalgebruikers hebben de kennis om taal te begrijpen en te produceren maar
kunnen niet uitleggen hoe het systeem werkt. Daarom noemen we die kennis abstract en ook
onbewust.
Taal is flexibel door:
→ recursiviteit: set regels tot in het oneindige te combineren (Droste-effect)
bv. caravan + deur = caravandeur, raam in deur van caravan = caravandeurraam, hendel voor raam in
deur van caravan = caravandeurraamhendel, etc.
→ creativiteit: heeft betrekking op het feit dat mensen met de regels waar ze over beschikken steeds
nieuwe, mogelijk unieke zinnen kunnen maken.
Structuren en regels van talen (Universalia):
• 3A: fonologische kennis, zelfs als je woorden niet kent.
• 3B: wel degelijk regelmaat, hoewel je dat niet altijd bewust weet
→ Klanken/klankclusters zijn ook bouwstenen van taal, net als woorden/woorddelen.
Structuren en regels van talen (morfologie): Woorden worden gevormd op basis van lexicale kennis,
onzinwoorden naar analogie
• Etymologie: geschiedenis van de woorden in een taal.
• Erfwoorden: vanuit talige voorouders in huidige taal geërfd.
• Leenwoorden: uit andere talen geleend, soms al heel lang geleden.
• Etymologisch moment: snipverkouden (vogel met lange snavel)
Structuren en regels van talen: (3C) Syntactische kennis
• vraagzinnen: Plek van de persoonsvorm in eerste zinsdeel
• mededelende zinnen: plek van de persoonsvorm in tweede zinsdeel (V2, verb second)
,Alle talen hebben universalia (eigenschappen die door alle talen worden gedeeld):
1. kleine elementen (woorden, gebaren) leiden tot grotere elementen (zinnen)
2. vocalen + consonanten (Alle gesproken talen hebben klinkers en medeklinkers)
3. mogelijkheden voor: negaties (een ontkennende bewering uitdrukken), vragen stellen,
bevelen doorgeven
4. mogelijkheden voor constructie complexe zinnen
5. In alle talen bestaan wederkerende voornaamwoorden (zoals zich) dat terugverwijst naar
iemand die eerder genoemd is
6. alle talen hebben woorden voor zwart + wit óf donker + licht
Naast recursiviteit en creativiteit wordt taal gekenmerkt door dubbele articulatie (Charles Hockett -
compositionaliteit): Menselijke taal bestaat uit twee lagen: een laag met klanken die samen woorden
vormen (fonologie) en een laag van woorden die samen zinnen vormen (syntaxis). ‘Dubbele
articulatie’ heeft betrekking op het feit dat woorden los gezien een bepaalde betekenis hebben,
maar gecombineerd met andere woorden een complexe boodschap kunnen vormen. Een slim
systeem: we kunnen ons op deze manier met een gering aantal betekenisloze klanken op een vrijwel
oneindige manier uitdrukken → recursiviteit en creativiteit. Compositionaliteit is één van de
kenmerken van taal. Om een zin te begrijpen, is het niet genoeg om te kijken naar de betekenis van
ieder afzonderlijk woord. De manier waarop de woorden binnen een zin gecombineerd worden en
welke positie ze innemen, heeft grote invloed op de betekenis van die zin. Ook op woordniveau
bepaalt de verhouding tussen losse bouwstenen de betekenis van het geheel.
Fonologie = Lastig: onze gesproken taal weergeven in schrift, want
- meer spraakklanken (40 à 45) dan letters (26)
- klanken veranderen afhankelijk van de positie
Drie verschillende redenen om nieuwe talen te maken: (1) een instrument om te denken, (2) om
boodschappen naar andere mensen over te brengen (internationale verkeer te vergemakkelijken),
(3) of om mee te spelen (amusement > denk aan Avatar en Star Trek).
Conclusies over taal:
– Talen hebben een bepaalde structuur; de uitingen worden gevormd volgens bepaalde regels. –
Alle talen delen een aantal universele eigenschappen. – Een belangrijk onderscheidend kenmerk
van talen is dat van de dubbele articulatie. – Talen worden verworven door kinderen middels
interactie met de omgeving en ze worden van generatie op generatie overgedragen. –
Creativiteit is een eigenschap van het menselijk taalvermogen. – Menselijk taalgebruik is een
vorm van ‘samen handelen’. – Taalgebruik kan plaatsvinden los van het hier en nu, dat wil
zeggen, taalgebruik hoeft niet gekoppeld te zijn aan actuele ervaringen of omstandigheden. – In
talen bestaat er in veel gevallen een willekeurige of arbitraire relatie tussen de vorm van het
taalteken en de betekenis van dat teken. – Veel taaluitingen hebben meer betekenissen, maar op
basis van de context is meestal vast te stellen wat de bedoelde betekenis is.
Eindvragen college 1 en 2:
Waarin verschillen dierentalen van mensentalen? Met name te weinig variatie in de mogelijke
boodschappen. De taal van dieren is vaak niet arbitrair. Zo kunnen ze bepaalde roepen hebben voor
verschillende bedreigingen of aanwijzen in welke richting de nectar te vinden is. Dierentaal heeft een
, systeem dat weinig veranderlijk is. Chomsky stelt dat recursiviteit het enige kenmerk is waarin
menselijke taal wezenlijk verschilt van welke dierentaal dan ook. Verder is mensentaal spontaan. Dat
wil zeggen, er hoeft geen directe aanleiding of stimulus te zijn.
Hoe zorgen recursiviteit en creativiteit voor flexibele talen? Geleerde systemen zoals dat van de
mens is flexibeler. Is voortdurend aan het veranderen. Voor Hockett lag het unieke van ons menselijk
taalvermogen in het tegelijkertijd voorkomen van verschillende kenmerken die we in dierlijke
communicatiesystemen alleen los aantreffen. Voor Chomsky is recursiviteit in menselijke
taalsystemen de onderscheidende factor, en voor Tomasello ligt de bron bij de unieke sociale
vaardigheden van de mens.
Waarom hebben onomatopeeën geen arbitraire woordbetekenis? → Er is een waarneembaar
verband tussen dat wat er ‘gezegd’ wordt en waarnaar dit verwijst. Denk aan woorden zoals koekoek
en oehoe. Maar menselijke taal is voornamelijk arbitrair (willekeurig). Er is niks ‘huizigs’ aan een huis,
en niks ‘appeligs’ aan een appel. Arbitraire relatie tussen taal en teken: het teken (het woord) heeft
qua vorm/klank in principe niets met de betekenis te maken.
Wat zijn universalia? (In eigen woorden uitleggen) → Zie ‘alle talen hebben universalia’
Waarom is Nederlands een V2 taal? → In mededelende hoofdzinnen komt de verbogen vorm van
het werkwoord op de tweede plaats.
Wat is het verschil tussen prescriptieve en descriptieve taalregels? prescriptief (hoe hoort het
eigenlijk?)= voorschrijvend: ze geven de normen voor ‘correct taalgebruik’. (regels die we wel
hebben geleerd op school om taal goed te gebruiken). & descriptief (Wat doen taalgebruikers echt?)
= beschrijvend: alle vormen van een bepaalde taal beschreven, niet alleen de standaardvorm. Deze
regels zijn niet op school geleerd, maar komen wel in ons taalgebruik voor.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nynkebruinsma1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.