Verpleegkundige als coach
Leerdoel 1. Kenschetsen wat coaching inhoudt, algemeen en in de context van de
verpleegkundige beroepspraktijk.
- Coach is een bijzondere rol voor de hbo-verpleegkundige, omdat de rol niet
gericht is op patiënten, maar op collega’s en stagiaires. Het doel van de
rol coach is ervoor zorgen dat (nieuwe) collega’s en stagiaires kunnen
groeien in het vak en hun taken efficiënt en met plezier uitvoeren.
- Een belangrijk uitgangspunt is dat de collega of de stagiaire leert tijdens
het werk en vooral geholpen wordt zelfstandig te werken.
- De leidinggevende moet beschikken over een coachende manier van
leidinggeven.
- Competent wil zeggen over de vaardigheden, de kennis, de instelling en
de persoonlijke eigenschappen beschikken om werkzaamheden goed te
kunnen uitvoeren. Coachen kent termen van begeleiden, opleiden,
aanwijzingen geven, feiten aanreiken.
o Coachen stelt de gecoachte persoon centraal. Dit wordt vaak
aangeduid als termen van inlevingsvermogen en empathie.
o Coachen richt zich op ontwikkelingen en transfer. Transfer is het
vermogen om in bepaalde situaties gevonden oplossingen toe te
passen in vergelijkbare situaties die zich later voordoen.
o Coachen richt zich ook op motivatie en plezier in het werk. Om goed
te kunnen functioneren en presenteren is het van belang dat iemand
zich goed voelt. Gewoontes en ongeschreven regels worden vaak
aangeduid met de term cultuur. De cultuur in een groep van
collega’s kan soms voor problemen zorgen, waardoor coaching
nodig is.
o Coachen is vooral analyseren en communiceren. Analyse: wat
gebeurt er, hoe komt dat en hoe moet dat verbetert worden?
Communiceren is het praten, luisteren en observeren, vragen en de
juiste atmosfeer scheppen, empathie uitstralen en vaak een ander
laten praten.
- Coachen is dus een ander helpen om zijn en haar werk goed te doen.
- Coachen kan zowel gaan over kennis en vaardigheden als over gedrag,
gewoontes en emoties. In de verpleegkundige setting is coaching
gerelateerd aan zorgprogrammering, verpleegbeleid en werkbegeleiding.
Een hbo-verpleegkundige moet andere collega’s kunnen helpen bij het
realiseren van doelstellingen in het zorgprogramma of beleid. Een hbo-
verpleegkundige moet in staat zijn een collega of stagiaire te begeleiden
bij het werk. In de praktijk zal begeleiding van anderen en de introductie
van nieuwe zaken rond programmering en beleid expliciet onderdeel zijn
van de taak van hbo-v’er.
Leerdoel 2. Kenmerken van een competente coach benoemen, (algemeen en in
de verpleegkundige beroepspraktijk).
- Om een bepaald gedrag te kunnen vertonen, moet de coach een bepaalde
combinatie van houding, kennis en vaardigheden te hebben. Zo’n
combinatie wordt een profiel genoemd. Een profiel beschrijft de taken, die
op grond van bepaalde kennis, houding en vaardigheden uitgevoerd moet
worden.
- Het ijsbergmodel (McClelland) is het vermogen om een taak te vervullen
als puntje van de ijsberg, waarvan het grote deel onder water ligt. Het
topje van de ijsberg is het zichtbare gedrag, de getoonde kennis en
vaardigheden. Onder water bevinden zich de niet zichtbare, dat het
, vermogen om een taak te vervullen in hoge mate bepaalt. Het zijn normen
en waarden, de overtuigingen, de persoonlijke eigenschappen en de
motieven van iemand.
- Iemands houding wordt bepaald door onder meer zijn waarden en
overtuigingen, zijn vermogen tot reflectie en persoonlijke eigenschappen.
- De houding van een coach wordt bepaald door een aantal
persoonskenmerken die typerend zijn voor het functioneren van de
zorgverleners. Er wordt onderscheid gemaakt in grondhouding (geheel
van opvattingen, gedachten en gevoelens die iemand heeft en bepaald zijn
door o.a. cultuur, waarden, normen, gewoonten, opleiding en gevoelens)
en beroepshouding. Je grondhouding bepaalt onder meer je
beroepskeuze en vormt de basis voor de beroepshouding. Aan je
grondhouding worden dan kennis, vaardigheden, ervaring en
professionaliteit toegevoegd.
- Er zijn verschillende soorten grondhoudingen: commerciële, creatieve,
technische, organisatie, onderzoek, actieve en mensgerichte
grondhouding.
- Psycholoog Carl Rogers benoemt en aantal eigenschappen die vereist zijn
bij cliëntgerichte therapie. Deze worden vaak aangeduid als kerncondities
van de hulpverlening.
o Echtheid: zich bewust zijn van gevoelens, gedachten, houding,
waarden en normen, waardoor iemand zich voordoet zoals hij
werkelijk is. Iemands persoonlijkheid bepaalt de manier waarop
iemand in verschillende situaties zal reageren, hoe hij denkt en
waardoor hij gemotiveerd zal worden. Als er overeenstemming is
tussen denken en voelen en tussen gedrag, is er sprake van
congruentie.
o Acceptatie: uit zich in het begrip dat de hulpverlener kan
opbrengen voor wat de cliënt beleeft, ongeacht zijn emoties en
gevoelens. En in het respect dat hij voor de cliënt heeft. Respect
duidt op het erkennen en eerbiedingen van waarden in het
algemeen en iemands menselijke waardigheid in het bijzonder.
Respect heeft een aantal gedragsregels, zoals gelijkwaardige
behandeling, keuzevrijheid, opkomen voor belangen, rekening
houden met ontwikkelingsniveau, mogelijkheden en behoeften.
o Empathie: het vermogen om je in te leven in de gevoelens van een
ander. Het zichzelf kunnen verplaatsen in een ander draagt bij tot
het kunnen begrijpen van emoties van anderen en communicatie
met de medemens.
- Een werkbegeleider heeft naast echtheid, acceptatie en empathie nog de
volgende eigenschappen nodig: betrokken, assertief, representatief,
integer, veelzijdig, leergierig, bewaken van grenzen en objectief.
- Van een hbo-er in de coachrol wordt allereerst verwacht dat zij begrip heeft
voor de uitgangssituatie: ze snapt dat er tegenover haar iemand staat die
onzeker is en iets wil leren, en zij zich in kan leven in de situatie van de
gecoachte. Zij is zeker en straalt die zekerheid uit: zij heeft de situatie in
hand, biedt veiligheid en is in staat de gecoachte te stimuleren. Een coach
dient zich verantwoordelijk te voelen voor de situatie en het proces en
bereid te zijn om een veilige leersituatie te scheppen.
- Kenmerken van een coaching relatie zijn: vertrouwen & zekerheid bieden
en beschikbaarheid & aandacht.
- Vaardigheden die belangrijk zijn het coachingstraject te kunnen
vormgeven: