Hoofdstuk 1
Beginstof(fen) → reactieproduct(en)
Beginstof is altijd een zuiver stof (geen mengsel).
(s) solid → vast
(l) liquid → vloeibaar
(g) gas → gasvormig
(aq) aqua → in water opgelost
MAC-waarde
Maximaal Aanvaardbare Concentratie. De hoeveelheid stof per m3 die maximaal aanwezig
mag zijn. Boven deze waarde is de stof schadelijk.
Zuivere stof/mengsel
Soorten mengsels:
Homogeen (alle deeltjes verbonden, geen losse onderdelen te onderscheiden)
- Oplossing (helder, soms gekleurd, l+s of l+l kan ook l+g (frisdrank))
- thee, appelsap, wijn
Heterogeen (niet heel goed gemengd, losse onderdelen te onderscheiden)
- Suspensie (troebel, soms gekleurd, l+s) (stoffen die niet met elkaar mengen)
- olie + water, chocolademelk, sinaasappelsap
- Emulsie (troebel, soms gekleurd, l+s) (vloeistof met vaste stof erin)
- melk (schudden voor gebruik), yoghurt, room, boter
Door een emulgator toe te voegen voorkom je dat de fijn verdeelde vloeistofdruppels
aaneengroeien en dus ontmengen.
Zuivere stof (water) Mengsel
Massapercentage = massa (opgeloste) stof :
massa mengsel x 100%
Volumepercentage = volume (opgeloste) stof :
volume vloeistofmengsel x 100%
S = m/v (dichtheid = massa : volume)
Scheidingsmethodes
1. Bezinken + afschenken → verschil in dichtheid (contrifugeren is een snellere variant)
2. Filtreren → verschil in deeltjesgrootte
3. Indampen → verschil in vluchtigheid
4. Destilleren → verschil in kookpunt
5. Adsorberen → verschil in aanhechtingsvermogen
6. Extraheren → verschil in oplosbaarheid
7. Chromatograferen → oplosbaarheid t.o.v. aanhechtingsvermogen
, Hoofdstuk 2
Reactieschema verbranden: brandbare stof + zuurstof → verbrandingsproducten
Reactieschema ontledingsreactie: beginstof → ontledingsproducten
Thermolyse(1) + Elektrolyse(2) + Licht(3)
1. organische stoffen → koolstof + water + rook + (brandbaar) gas
2. water → waterstofgas + zuurstofgas
3. zilverbromide → zilver + broom
organische stoffen = stof die bij verhitting zonder zuurstof verkoolt
Elementen → 70 metalen → geleiden water + elektriciteit + glanzend oppervlak
niet metalen → geen gemeenschappelijke kenmerken
Deeltjesmodel is een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid:
- Iedere stof is opgebouwd uit kleine deeltjes
- Iedere stof heeft zijn eigen soort moleculen
- Moleculen bewegen voortdurend
- Moleculen trekken elkaar aan
Bij een reactie hergroeperen de atomen zich tot nieuwe moleculen.
zuurstof O2(g)
waterstof H2(g)
water H2O(l)
stikstof N2(g)
stikstofdioxide NO2(g)
koolstofmono-oxide CO(g)
zwaveldioxide SO2(g)
zoutzuur (oplossing van waterstofchloride in water) HCl(aq)
methaan (brandbare bestanddeel in aardgas) CH4(g)
suiker C12H22O11(s)
zuurstof oxide chloor chloride
zwavel sulfide broom bromide
fluor fluoride jood jodide
periodiek systeem: 1869 → D.I. Mendelev → Horizontale rijen = perioden
Groep 1 → alkalimetalen → reageren heftig met water een zuurstof → Li, Na, K, Rb, Cs
Groep 2 → aardalkalimetalen → reactie minder met water een zuurstof → Mg, Ca, Sr, Ba, Ra
Groep 17 → zouten → F, Cl, Br, I
Groep 18 → edelgassen → He, Ne, Ar, Kr, Xe, Rn → 1 atomig
Verbindingen
metaal + metaal = legering
niet metaal + niet metaal = molecuul