In dit bestand staan de hoorcolleges van het 1e tentamen van Gedragsbiologie verwerkt. Verder zijn een aantal werkcolleges ook hierin verwerkt, het gaat om de volgende werkcolleges: motivatie, leren en emoties. Aan de hand van deze aantekeningen kan voorbereid worden op het tentamen.
Gedragsbiologie
Hoorcollege 1 Introductie
Ethologie: de wetenschappelijke bestudering (leer) van het gedrag van dieren
‘Ethos’: gewoonte/karakter
Ethiek: juist handelen, hoe je je behoort te gedragen
Gedrag: omvat alle manieren waarop dieren met hun omgeving interacteren
Verandering in activiteit als respons op een stimulus(extern of intern)
Intern gecoördineerde controle over bewegingen of signalen waardoor een
intact organisme interacteert met componenten van de omgeving en
activiteiten die zorgen voor homeostase
Factoren die invloed hebben op gedrag
Ontwikkelingsprocessen
Zintuigelijke waarneming
Neuronale aansturing
Fysiologische processen
Hormonale processen
Genen
Natuurlijke selectie
‘Cost-benefit approach to behavioural biology’: gedrag is adaptief (en blijft
bestaan) als de baten ervan opwegen tegen de kosten, in termen van fitness.
Gedragsbiologie in de 19e eeuw
Het idee dat intelligentie evolueert van simpel naar complex(George
Romanes)
o Anekdotes
o Antropomorfisme: menselijke eigenschappen aan dieren toebedienen
Francis Galton: bestudeerde erfelijkheid van intellect/mentale capaciteiten
o Vreesde voor de verloedering van de maatschappij wanneer voor de
‘sick and needy’ en ‘mental feeble’ wordt gezorgd
Zijn advies: ‘selecteer op genialiteit, talent, temperament en
persoonlijkheid’
o Basis voor eugenetica: ‘improve humankind through selective breeding’
Gedragsbiologie in de 20e eeuw
USA: focus op ‘vergelijkende psychologie’
o C. Lloyd Moran; Occam’s razor: gedrag verklaren op de meest simpele
manier
o Clever Hans: paard reageerde op gezichtsuitdrukkingen, werd gedacht
dat het paard kon rekenen
o Focus op observeerbare reacties in dieren, zonder vooronderstellingen
over mentale processen
Behaviourisme
Klassieke conditionering/conditionering
o Pavlov
Europa: Ethologie
, o Focus niet op leerprocessen, maar juist op instinctief gedrag in
natuurlijke omgeving
Gedrag is een biologisch fenomeen
o Niko Tinbergen: 4 why’s
Waarom zingt een vogel?
Proximaat
o Omdat hij een vrouwtje wilt lokken (causatie –
mechanisme)
o Omdat er bepaalde hersengebieden actief zijn
(ontogenie – ontwikkeling)
Ultimaat
o Omdat hij dat heeft geleerd toen hij jong was
(evolutie – fylogenie)
o Zijn voorouders deden dat ook al (functie – fitness)
Animal Behaviour: Causation, Development, Evolution, Function
o Konrad Lorenz: imprinting
Gedrag bestuderen
Observationeel: beschrijf gedrag en relateer het aan sociale of ecologische
omstandigheden, of aan interne ontwikkelingsstaat – correlaties
Experimenteel: manipuleer bepaal omstandigheden van dier zelf of van
omgeving om duidelijke(re) verbanden te bepalen
Comparitive method: bestudeer meerdere diersoorten om de adaptieve
waarde van een bepaald gedrag te onderzoeken – bepaal algemene patronen
en evolutionaire geschiedenis (bijv. convergente of divergente evolutie)
Evolutionaire lijn: humaan gedrag
Evolutionaire overwegingen als verklaring voor menselijke gedrag
Seksuele selectie
Sociale evolutie en sociaal gedrag: kin selectie/kin
recognition/eusocialiteit/coöperatie/altruïsme/sociale strategieën
Toepassing: welzijn
,Hoorcollege 2 Motivatie
Stimulus –> zintuig –> sign stimulus –> centraal systeem <– motivatie
Motorisch centrum
Gedrag
Motivatie:
Sign stimulus: zet deblokkerend mechanisme (IRM) in gang -> reactie
Gestalt
Heterogene stimulussummatie
Supernormale stimulus
Motivationele gedragssystemen
Slaap
Zelfverzorging
Temperatuur
Uitscheiding
Dorst
Honger/verzadiging
Voortplanting
o Seks
o Nestbouw
o Ouderzorg
o Territorium verdediging
Agressie
Vluchten/exploratie
Factoren motivationele gedragssystemen
Biologische klok
Sign stimulus
Gedrag
o Appetitive = streefgedrag
o Consummatory = eindgedrag
Fysiologische reacties
Motivationele systeem + plaats
Motivationele isolijnen: relatie stimulus, motivatie en gedrag
Gedrag is een combinatie van de intensitieit van de externe stimulus en de
interne motivatie
Motivatie bouwt zich op (endogeen) en wordt tegengehouden door ‘ventiel’ en
drempelwaarde -> zorgt ervoor dat gedrag niet wordt uitgevoerd
Energiemodel: bij 1 motivationeel systeem
Vacuümactiviteit: dieren vertonen gedrag zonder dat sign stimulus aanwezig
is
Agressie en vluchtgedrag: gebeurt heel snel, dus motivatiereservoir zou niet
helemaal vol moeten zijn
Minpunt: Er is geen feedback binnen het motivationele systeem ingebouwd
, Conflictgedrag: 2 verschillende motivationele gedragssystemen gelijktijdig
geactiveerd en (min of meer) in evenwicht
Ambivalent/compromis gedrag: bijv. vluchten en eetgedrag tegelijkertijd
Overspronggedrag: 2 systemen actief, 3e irrelevant systeem geactiveerd
o 2 hypotheses op basis van het energiemodel
Overflow-hypothese: zoveel motivatie in motivationele systemen,
maar komt beide niet tot uiting en stroomt over naar ander
energiemodel wat zorgt voor ander gedrag
Disinhibitie hypothese: 2 systemen remmen elkaar waardoor een
3e systeem (wat normaal ook geremd zou worden) kan tot uiting
komen als er een juiste stimulus aanwezig is
Redirectie gedrag: bijv. agressie wat op iets anders wordt afgereageerd
Autonoom gedrag: motivationeel systeem wordt geactiveerd ->
sympathetische activiteit en dit zorgt voor een bepaalde fysiologische reactie
(haren overeind staan doordat dit hetzelfde mechanisme deelt)
Blokkeren: 2 dieren twijfelen tussen fight or flight(intern conflict) resulterend
in niks
Intentiebeweging: 2 conflicterende systemen, mond openen om te gaan bijten
Homeostase
Streefwaarde-actuele waarde = 0 -> geen reactie
Streefwaarde – actuele waarde = ± -> respons
o Respons: fysiologische reactie o.a. hormonen
gedrag (appetitive en consummatory)
o Streefwaarde wordt bepaald door ontwikkeling/ervaring/erfelijkheid
Feedback loops: continu controle door receptoren, terugkoppeling naar
systemen die voor respons zorgt
o Voorbeeld: uitgedroogde kat -> hogere osmolariteit van bloedplasma -
> hypothalamus -> osmoreceptoren -> stimulering dorstcentrum
(motivatie) -> drinken -> lagere osmolariteit in bloedvaten ->
hypothalamus -> osmoreceptoren -> remming dorstcentrum
Ontwikkeling en stress: gedrag van moeder heeft invloed op streefwaarde en/of
feedback
Ratten die hun jongen likken -> normale ontwikkeling van de HPA-as
Ratten die hun jonge niet likken -> overactieve HPA-as
Voorbeelden complexiteit homeostasis
Kauwen, slikken e.a. stimuli die wijzen op aankomende homeostase, dragen
bij aan feedback
Feed-forward: honden drinken tijdens eten
Cholecystokinine(CCK) geeft kortdurend een verzadigd gevoel bij ratten
Soorten gedrag
Appetitive = streefgedrag
o Nest bouwen
o Wroeten- voedsel zoeken
o Gebied afstruinen- prooi/partner zoeken
o Jagen (hinderlaag)- prooi vangen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ingehoogland. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.