100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Micro economie €5,48   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Micro economie

 18 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van hoorcollege 3 t/m 7 van Micro economie.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • 3 januari 2023
  • 22
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
VHouten
Micro- economie hoorcollege 2 laatste deel

Preferenties
 Indifferentiecurve = Combinaties met gelijk nut.
 Dalend grensnut = Convex verloop.
 Hoe verder van de oorsprong, hoe hoger het nut.
 Indifferentiecurve kan nooit een ander curve kruisen.
 Helling = Marginale substitutieverhouding.

Hoe gekozen?
 Wens  Indifferentiecurve die zo ver mogelijk is verwijderd van de oorsprong.
 Beperking = Budgetlijn.
 Keuze = Raakpunt van de indifferentiecurve aan de budgetlijn.

Optimum
In het optimum geldt dat de helling van de indifferentiecurve gelijk is aan de helling van de
budgetlijn. Ofwel MU(x) / MU(y) = P(y) / P(x)  is ook gelijk aan MU(x) / P(x) = MU(y) / P(y)

Prijs verandert
 Budgetlijn draait.
 Nieuwe combinatie gekozen.
 Normaal gesproken: minder geconsumeerd van duurder geworden goed.

De twee effecten
 Substitutie-effect  Altijd in dezelfde richting.
 Inkomenseffect  Kan twee kanten op.

Inkomen verandert
 Budgetlijn verschuift.
 Nieuwe combinatie gekozen.
 Normaal goed: bij hoger inkomen meer geconsumeerd.
 Inferieur goed: bij hoger inkomen minder geconsumeerd.

Giffen good
 Theoretisch  Bij hogere prijs, meer gevraagd.
 Substitutie-effect  Minder gevraagd.
 Dus moet hier het inkomenseffect negatief zijn (inferieur goed) en wel in extreme omvang.
 Gevolg = Stijgende vraagcurve.

,Micro- economie hoorcollege 3

Het gedrag van de producent
 Uitgangspunt: Producent wil winst maken.
 Uitgangspunt: Producent probeert winst te maximaliseren.
 Winst = opbrengsten – kosten.
 Expliciete (zichtbare kosten, zoals rekeningen betalen) en impliciete kosten (bijvoorbeeld
eigen vermogen dat de ondernemer in zijn zaak stopt, hierdoor mist hij eventuele
opbrengsten die hij ergens anders had kunnen krijgen over zijn vermogen).
 Bij winst = 0 toch normale vergoeding ondernemer.

Korte en lange termijn
Economische invulling:
 Korte termijn: tenminste één productiefactor onveranderd (meestal verandert arbeid).
 Lange termijn: alle productiefactoren variabel.

Kosten
 Law of diminishing returns = wet van de afnemende meeropbrengsten.
 Doelmatigheid neemt af  marginale kosten stijgen.

Kosten in soorten en maten
1. Total costs = totale kosten
2. Fixed costs = vaste kosten
3. Variable costs = variabele kosten
4. Average total costs = gemiddelde totale kosten
5. Average fixed costs = gemiddelde vaste kosten
6. Average variable costs = gemiddelde variabele kosten
7. Marginal costs = marginale kosten

Relatie marginaal – gemiddeld
 Marginale kosten snijden de gemiddelde totale kosten in het minimum.
 Idem gemiddelde variabele kosten.

Productie (blz. 152 – 153)
 Productiefunctie
 Keuze = combinaties van K en L
 Isoquant
 Kostenlijn

Keuze K en L
Gegeven de gewenste hoeveelheid product:
 Kies de voordeligste kostenlijn
 Raakpunt met de isoquant
 MP(k) / MP(l) = r / w
 Kosten K of L veranderen: substitutie productiefactoren.

,  Grote vraag blijft: hoeveel producten geproduceerd?

Keuze productie
 Afhankelijk van doelstelling
 Aanname: maximale winst
 Daarom: MO =MK
 Onafhankelijk van marktvorm

Marktvorm
Onderscheid marktvormen:
 Product: gestandaardiseerd of niet? (Homogeen of heterogeen product)
 Hoeveel aanbieders?
 Vrije toetreding en uittreding?
 Iedereen goed geïnformeerd? (Transparante markt)

Beoordeling
Hoe beoordeel je het ‘succes’ van een marktvorm?  3 criteria:
1. Productieve efficiency: minimale gemiddelde kosten?
2. Allocatieve efficiency: P = MK?
3. Maximale welvaart?

Welke marktvormen?
Er zij n 4 verschillende marktvormen:
1. Volledige mededinging
2. Monopolie
3. Monopolistische concurrentie
4. Oligopolie

Volledige mededinging
 Homogeen product (gestandaardiseerd product)
 Veel aanbieders (prijsnemers)
 Vrije toetreding en uittreding (factoren mobiel/ flexibel)
 Transparante markt (iedereen is goed geïnformeerd)

Individuele ondernemer
 Perfect elastische vraagcurve
 Vraag = P = MO
 Aanbod = MK
 Winstmaximalisatie: MO = MK
 Dus P = MK

De markt
 Marktaanbod
 Marktvraag: wel dalend
 Evenwicht

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper VHouten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 60904 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,48
  • (0)
  Kopen