Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 1
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Naam:
Studentnummer:
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0412)
Examinator:
Inleverdatum:
,Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 2
Samenvatting
Voorgaand onderzoek toont aan dat training in muziek een rol speelt bij de ontwikkeling
van de executieve functies bij kinderen. Ook blijkt dat ontwikkelde executieve functies bij
kinderen een positieve invloed hebben op de leerprestaties. Het onderzoek omvat 700
leerlingen van 50 verschillende basisscholen die at random geselecteerd werden. De
steekproef zelf bestaat uit 426 leerlingen. De klassen, allen groep 4, werden at random
toegewezen aan één van de twee condities: speciaal muziekonderwijs (SMO) of regulier
muziekonderwijs (RMO). In beide condities kreeg een derde van de klassen (at random) het
onderwijs hoogfrequent (tweemaal per week), een derde van de klassen met een
gemiddelde frequentie (eenmaal per week), terwijl de overige klassen eens per twee weken
muziekles kregen (laagfrequent).
Voor aanvang van het onderzoek is bij alle leerlingen een test afgenomen op het
executief functioneren. Halfweg het schooljaar, na 15 weken, werd ook de klassenparticipatie
bij de leerlingen gemeten. Na de 30 weken muziekonderwijs is bij de kinderen een tweede
meting gedaan op het executief functioneren. De onderzoeksvraag die hieruit is
voortgevloeid, luidde: ‘Heeft speciaal muziekonderwijs een significante grotere impact op het
executief functioneren in vergelijking met het regulier muziekonderwijs en in welke mate
speelt de frequentie van het aangeboden onderwijs hierin een rol?’
Met behulp van een mixed design ANOVA is gekeken naar de effecten van het type
onderwijs en de frequentie op het executief functioneren. Uit de analyse bleek dat type
onderwijs geen significant effect had op het executief functioneren, terwijl frequentie wel een
significant effect had. Bij het vergelijken van de zes condities bleek dat SMO in de hoge
frequentie een significante verbetering liet zien op het executief functioneren. Het effect is
echter minimaal. Gezien de beperkingen die dit onderzoek laat optekenen, is verder
onderzoek aangewezen.
, Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 3
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Training in muziek speelt een rol bij de ontwikkeling van de executieve functies bij
kinderen (Jaschke, Honing, & Scherder, 2018; Joret, Germeys & Gidron, 2017; Roden,
Kreutz, & Bongard, 2012). Executieve functies hebben betrekking op een palet aan
vaardigheden (zoals plannen en zelfmonitoren), gedragingen en emoties (Diamond & Lee,
2011). Hoewel er nog veel discussie is over de precieze conceptuele definitie van dit begrip,
is er consensus over het belang van dit begrip voor het leren en de ontwikkeling van
kinderen, wat zich uit in een verbeterd cognitief en sociaal functioneren (Blair & Raver, 2015;
Diamond, 2016; Miyake et al., 2000).
Er zijn sterke aanwijzingen dat actieve participatie, zoals bewegen, vragen stellen en
actieve klassendiscussies de leerprestaties bevorderen doordat deze actieve participatie de
executieve functies verbeteren (Cavanaugh, Clemence, Teale, Rule, & Montgomery, 2017).
Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot lesvormen waar leerlingen aangemoedigd worden om
meer te bewegen in plaats van stil te zitten, of om actiever bij de les betrokken te worden. Zo
is langzaam de vraag ontstaan in hoeverre muziekonderwijs in het bijzonder geschikt is om
de theorie te toetsen dat actieve participatie de executieve functies verbeteren. De
veronderstelling dat muziekonderwijs veelbelovend is voor de ontwikkeling van executief
functioneren is gebaseerd op het feit dat muziek verschillende relevante gebieden in het
brein activeert, inclusief de prefrontale cortex, die gelinkt is met executief functioneren
(Särkämö et al., 2014). Hoewel veelbelovend, is empirische ondersteuning voor een causaal
verband tussen muziek en executief functioneren nog zeer beperkt. Tevens zijn
generalisaties moeilijk te maken vanwege de grote diversiteit in de eerdere studies. Zo werd
muziektraining bijvoorbeeld geconceptualiseerd als instrumentele lessen (Joret et al., 2017),
vocale training (Bialystok & Depape, 2009), gestructureerd muziekonderwijs in school
(Jaschke et al., 2018) en als luisteren naar muziek (Moreno et al., 2011).
Voor zover bekend is bij studies naar muziektraining en onderwijs niet eerder een
interventie gedaan die plaatsvond in het reguliere schoolcurriculum. Een interventie die in het