Leren en geheugen deeltoets 2:
Zelfstudie module: Visueel sensorisch- en werkgeheugen:
Examen: hoofdstuk 1: “Visual Sensory Memory”, zie canvas en slides van het college.
Geheugen is niet 1 ding, je hebt verschillende soorten informatie en ook verschillend
geheugen.
Pad van geheugen:
1. Informatie komt binnen
2. Sensory buffers
3. Short-term storage (maar een paar seconden)
4. Working memory (voorkant van de hersenen, basis van de meeste acties)
5. Niet besproken
Visual sensory memory is ook niet 1 ding!
Er is veel discussie gaande over visual sensory memory
De neurale processen van ‘iconic memory’ is nog niet bekend
Er is een verschil tussen: “visual persistence”, “visual analog” en “postcategorical
information”.
Visual pesistence: retinaal nabeeld
Visual analog: Iconisch geheugen (low-level icon)
Postcatecorical information: fragile memory (High level icon)
Er is een cruciaal verschil tussen het verwerken van informatie, en het hebben van een ervaring.
Denk aan: laesie in een visueel gebied, ogen werken wel en er vindt verwerking plaats, toch
denken mensen dat ze blind zijn.
Perceptual/sensory awareness: zien, horen, etc.
cognitive/reflective awareness: aka things we van talk about or think about.
Perceptual/sensory awareness hoef je niks voor te doen, je ziet alles om je heen terwijl bij
cognitive/reflective awareness aandacht nodig is. Je moete er actief voor nadenken en kan maar
over een gelimiteerd aantal prikkels gaan.
Perceptual/sensory awareness: Korte, maar hoge capacitiet iconic memory
cognitive/reflective awareness: volhoudend, maar gelimiteerde working memory
,Visible persistence: voortzetting van wat je hebt gezien (NIET netative afterimage)
Visible persistence gaat over alle informatie die gezien wordt, zonder verwerking. Het zijn retinale
cellen die blijven vuren.
Object niet meer zichtbaar
Retinale activiteit op de Y-as, en tijd op de X-as.
De Visible persisetence blijft over het algemeen tot tussen de 40 ms en 200 ms actief
Inverse-duration effect: Als er lang naar een object wordt gekeken is visible persistence minder
aanwezig dan als er kort wordt gekeken. Dit gebeurt omdat door het lang te kijken de retinale cellen
uitgeput raken, en daardoor minder energie hebben om te blijven vuren.
Iconic memory en working memory
Iconic memory:
Capaciteit: 9+ Items, recentelijk lijkt het zelfs tot 20+ items te gaan
Levensduur: +-0.5 seconden, high-level (volledige objecten) iconic memory +- 4 seconden
Masking: low-level alleen kenmerken, high-level hele objecten
Aandacht: geen aandacht nodig
Representabel format: precategorical/features vs. postcategorical/objects
Iconic memory heft veel meer capaciteit dan working memory. Vandaar dat er een “partial report
priority” op treed binnen een paar seconden van een test. Dan zit er veel info in iconic memory en
kan het nog gefilterd worden.
Inatentional blindness: langere tijd naar een situatie kijken, hierdoor ben je afhankelijk van je
visuele working memory. Deze is zeer gelimiteerd en daardoor kunnen duidelijke veranderingen niet
opvallen.
The combined VSTM paradigm:
Levels op visual memory:
1. Iconic memory= limietloos
2. Fragile VSTM= = -+16
3. Working memory= +-4
, VSTM= visual short-term memory
Het verschil tussen working memory en visual sensory memory (=fragile VSTM) is niet de timing. Hier
onder is te zien dat working memory (rechts) en fragile VSTM memory (midden) allebei na 1
seconden getoond worden, maar het verschil nogsteeds aanwezig is.
’
Nog even de taak goed begrijpen!