De ondergang en daarna college 7: deportatie naar het oosten
Deportatietransporten hebben een lage prioriteit. Ze reden vooral ’s nachts.
Tot maart 1943 personenwagons en daarna goederenwagons.
In de treinen probeerden men nog enige waardigheid te behouden.
Veel mensen praten zichzelf moed in. Ze zijn wel bang en hebben geen idee waar ze heen gaan, maar
toch houden ze hun kop op en proberen optimistisch te blijven.
Er ontsnapten bijna niemand uit de trein, zeker na het passeren van de Duitse grens.
Auschwitz
- Geselecteerd door een arts.
- Mannen en vrouwen gescheiden.
- Bij aankomst chaos waardoor families elkaar soms al kwijtraakte
- Bestond uit drie delen:
1. Stammlager: bestond al langer als kamp voor politieke gevangen
2. Birkenau: vernietigingskamp, veel groter
3. Buna Werka: kunstrubber fabriek, Joden en niet-Joden werden hier ter werk gesteld
- Mensen die niet vergast werden, werden geregistreerd. Gedoucht, kaalgeschoren en
getatoeëerd. Vervolgens moesten ze in quarantaine.
- Mensen die wel vergast werden, werden niet geregistreerd.
Kommando’s
- In welk kommando je terecht komt, bepaalt je overlevingskans.
- Binnen het kamp: sonderkommando, gevangen die in de gaskamers werken
- Binnen het kamp: kanadokommando: kanada stond voor rijkdom. Hier kwamen alle bezitten
van de Joden binnen. Goed kammando omdat het vrij makkelijk was iets achter te houden
voor eigen consumptie. Zelfs SS’ers deden dit, ook al was dit verboden.
- Binnen het kamp: Muziek kommando: orkesten van mannen en vrouwen.
- Binnen het kamp: Experimentenblock: ook goede kans op overleving. Werden experimenten
op mensen gedaan, vooral op vrouwen en hoe vruchtbaarheid kon worden uitgezet.
- Buiten het kamp: Buna-fabriek Monowitz was heel slecht, werd heel gewelddadig
opgetreden en mensen werden doodgetrapt. Werd uiteindelijk gebombardeerd.
- Buiten het kamp: steenkolenmijn Jawischowitz zeer zwaar, weinig eten en slechte kleding.
Maar tientallen hebben het overleefd.
- Buiten het kamp: cementenfabriek Golleschau
- Buiten het kamp: getto Warschau, zeer slecht kommando, verzorging slecht, nauwelijks
barakken en het werk zeer zwaar. Enige manier om te overleven was dingen vinden in het
puin en dat ruilen voor voedsel.
Selectie in Auschwitz, juli 1942- september 1944
Bij aankomst vergast 38500 65,7%
Aanvankelijk door selectie 8500 14,5%
Onbekend 10619 18,1%
Overleefd 917 1,7%
Totaal 58590 100%
Vanaf maart 1943 naar vernietigingskamp Sobibor
- Niets van overgebleven
- Weinig overlevenden
- Bij binnenkomst een soort toespraak
, - Vergassing met uitlaatgassen en was minder effectief dan in Auschwitz
- Ook een Sonderkommando
- Iedereen die vernietiging had gezien moest dood
Overleven: drie fasen
- Eerste reactie: afhankelijk van wat men zich voorstelt bij aankomst.
Acute depersonalisatie: scheiden van object en subject. Je gaat jezelf zien als iemand anders,
het overkomt iemand anders. Ze schrijven over zichzelf alsof ze acteurs zijn, alsof zij het niet
zijn.
- Aanpassing: aanpassen dat je letterlijk alles kwijt was. Je was alleen nog maar een nummer.
Je bent gereduceerd tot een nummer. Aanpassen aan een degradatie.
Fallacy of innocence: overtuiging dat de opsluiting een misverstand is. Ik heb niks misdaan,
dit geldt niet voor mij, ik moet het rechtzetten. Daar moet je je overheen zetten, kost te veel
energie. Communisten hadden deze gedachte minder, want zij hadden aanslagen gepleegd
etc. dus waren fout geweest en werden gestraft. Joden hadden zich aan alle regels
gehouden.
Hiërarchie tussen de gevangen. Nieuwelingen moeten dit ook leren. Er zijn gevangen met
meer macht.
Je moet werken met je ogen: alleen werken indien je wordt bekeken want al het werk kost
energie en calorieën. Je moet zo weinig mogelijk werken, maar niet gezien worden.
Je moet je schaarse bezittingen goed bewaren en leren hoe te overleven door bijv. het goede
deel van de soep te nemen.
- Berusting: iedereen uit op zijn eigen overleving. Alles mag, je mag alleen niet stelen van
gevangen of stelen van de Duitsers als het risico te groot was.
In Auschwitz was je niet opgewassen tegen de gruwelijkheden. Er was geen geestelijk leven.
Mensen gaven niet meer om schoonheid, natuur of andere mensen.
Gevangen maakten een onderscheid tussen gevangen die zombies waren ‘musselmannen’ en
gevangen die er nog wel bij waren en wilden overleven.
Survivor’s guilt: Veel overlevenden voelden zich juist verlaagd en hadden geen extra wijsheid.
De ondergang en daarna college 9: kennis van de holocaust
Hebben wij het gewusst
- Dit is een schuldvraag
- Hebben omstanders het goed gedaan of niet? Omstanders hebben gefaald. Dat is geen vraag
meer, maar is ingeburgerd. De schuldvraag is dus in zijn algemeenheid al beantwoord.
- Gewustt = ik wist het wel maar doe alsof ik het niet wist want ik wil mijn
verantwoordelijkheid ontlopen
- Deze vraag dwingt tot een dichotomie (helder antwoord): ja of nee?
- Dit is een ingewikkelde belade kwestie
3 mei 1962: De Jong in de bezetting, documentaire. Er is dan nog maar een zender dus iedereen kijkt
hiernaar. Als het gaat om de Jodenvervolging worden er altijd gewetensvragen gesteld? Hoe heeft
het kunnen gebeuren? Eén antwoord is dat het voorstellingsvermogen van verreweg de meeste
mensen (Joden en niet-Joden) het niet heeft opgebracht tijdig te beseffen dat de
nationaalsocialisten, wanneer zij spraken van vernietiging van het Jodendom, dit meenden in zijn
meest concrete vorm.
Men kon zich niet voorstellen wat daar (Auschwitz) gebeurden.
De Jong in epiloog 1988: aangetoond is dat de reacties van de Joden en van de niet-Joden in ons land
volmaakt onbegrijpelijk zijn, wanneer men niet in het oog houdt dat vrijwel geen hunner in de jaren