Grondrechten
Alle aantekeningen – hoor- en werkcolleges
,Grondrechten – HC 1
Introductie/Grondrechtenbescherming en de nationale rechtsorde
Wat zijn grondrechten?
- Bekende voorbeelden:
De vrijheid van meningsuiting;
Lichamelijke integriteit;
De vrijheid van betoging, enz.
- Maar hoe leg je het begrip ‘grondrechten’ uit?
Vrijheidsbescherming tegen de overheid?
Elementen grondrecht
- Laten we het begrip ‘grondrecht’ in een formule gieten:
- Welke elementen van grondrechten kunnen wij benoemen?
‘A’ heeft,
een aanspraak (recht) op ‘X’,
jegens ‘B’,
berustend op ‘Y’, (juridische basis voor aanspraak)
af te dwingen voor ‘C’ (afdwingbaar!)
Dragers van grondrechten
Voorbeelden uit de Nederlandse Grondwet
- Art. 1 Grondwet:
‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras,
geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’
- Art. 4 Grondwet:
‘Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.’
- Art. 12 EVRM:
‘Mannen en vrouwen van huwbare leeftijd hebben het recht te huwen en een gezin
te stichten volgens de nationale wetten die de uitoefening van dit recht beheersen.’
Voorbeelden uit het IVBPR
- ‘(…) Jeugdige overtreders dienen gescheiden te worden gehouden van
volwassenen (…)’ (art. 10 lid 3)
- ‘Een ieder heeft het recht welk land ook, met inbegrip van het eigen land, te
verlaten.’ (art. 12 lid 2)
- ‘Een vreemdeling die wettig op het grondgebied verblijft van een Staat die partij is bij
dit Verdrag, kan…’ (art. 13)
Individuen
- Individu is drager
- Maar:
Niet altijd ieder individu (bijv. alleen met paspoort, overtreder, jeugdig)
Bepaalde categorieën personen uitgezonderd
Andere grondrechtendragers dan individuen
Groepen personen
Privaatrechtelijke rechtspersonen (bedrijven)
Publiekrechtelijk niet: want af te dwingen bij overheid; overheid geen drager
Dieren: art. 13 EU-Werkingsverdrag:
, - ‘Bij het formuleren en uitvoeren van het beleid van de Unie (…), houden de Unie en
de lidstaten ten volle rekening met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren als
wezens met gevoel, onder eerbiediging van de wettelijke en bestuursrechtelijke
bepalingen en gebruiken van de lidstaten met betrekking tot met name godsdienstige
riten, culturele tradities en regionaal erfgoed.’
- Dier geen drager van grondrechten, waarom?
Als je een recht hebt, dan heb je ook plichten dierenrechten kun je niet hebben
als mensenrechten, want je kunt een dier niet aan plichten houden…
Aanspraak (recht) op…
- Grondrechten, mensenrechten of fundamentele rechten?
- Sommigen vinden dat:
grondrechten, rechten in de Grondwet zijn
mensenrechten, rechten in verdragen zijn (zoals het EVRM)
mensenrechten natuurrechtelijke aanspraken zijn (aanspraken los van een
wettelijke/verdragsrechtelijke bron)
fundamentele rechten grond- en mensenrechten omvatten
- In deze cursus spreken wij van grondrechten als verzamelterm
Grondrechten = mensenrechten en fundamentele rechten
- Drie ‘generaties’ van grondrechten:
1. Klassieke rechten
2. Sociale rechten
3. ‘Solidarity rights’
Klassieke rechten, soms ook vrijheidsrechten, afweerrechten, burgerrechten genoemd
- Oudste soort grondrechten (1e generatie)
- Functie: typisch in te roepen tegen overheid, negatieve verplichting (overheid moet
zich terughoudend opstellen; niet inmengen)
- Art. 11 lid 1 EVRM:
‘Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vergadering en op vrijheid van
vereniging, met inbegrip van het recht met anderen vakverenigingen op te richten en
zich bij vakverenigingen aan te sluiten voor de bescherming van zijn belangen.’
- Zie verder het EVRM, IVBPR, vooral art. 1-18 Grondwet
Sociale rechten, soms ook socio-economische rechten genoemd
- Tweede oudste soort grondrechten (2e generatie)
- Functie: overheidsoptreden/prestatie verlangd, opdracht aan overheid, positieve
verplichting (overheid moet handelen voor ons)
- Art. 20 Grondwet:
1. ‘De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van
zorg der overheid.
2. De wet stelt regels omtrent de aanspraken op sociale zekerheid.
3. Nederlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een
bij de wet te regelen recht op bijstand van overheidswege…’
- Zie verder het ESH, IVESCR, vooral art. 19-23 Grondwet
‘Solidarity rights’, soms ook groepsrechten genoemd
- Derde oudste (jongste) soort grondrechten (3e generatie)
- Veelal gericht op groepen en de toekomst
- Zelfbeschikkingsrecht volkeren, recht op ontwikkeling, recht op cultuur en identiteit
(inheemse) volkeren
- Art. 20 lid 1 en art. 24 African Charter on Human and Peoples Rights:
‘All peoples shall have the right to existence. They shall have the unquestionable
and inalienable right to self-determination.’
, ‘All peoples shall have the right to a general satisfactory environment favorable to
their development.’
- Nadruk in deze cursus ligt sterk op klassieke rechten en sociale rechten
Verschillen tussen klassieke en sociale rechten nuancering verschillen:
Overheidsoptreden en klassieke grondrechten, niet alleen -onthouding
Overheidsonthouding bij sociale grondrechten, niet alleen -optreden
- Bij het onderscheid negatieve/positieve verplichtingen gaat het erom wat
grondrechten van de overheid verlangen om rechten en vrijheden te realiseren (HC
5)
Klassiek of sociaal? Oplettend lezen!
- Art. 23 Grondwet:
1. ‘Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering.’
2. ‘Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht van de overheid en,
voor wat bij de wet aangewezen vormen van onderwijs betreft, het onderzoek
naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven, een en
ander bij de wet te regelen.’
Allebei, lid 1: sociaal; lid 2: klassiek
Is mijn vertrekpunt handelen van de overheid of juist terughoudendheid van de
overheid?
Waar komen deze aanspraken/grondrechten vandaan?
- Oude Grieken (vrijheid voor sommigen/rol van de stadstaat)
- Feodale middeleeuwen (scheiding van kerk/staat; gebrek aan gelijkheid, (9e-15e
eeuw))
- Kerkhervorming (tolerantie van verschillende godsdiensten, 16e/17e eeuw)
- Verlichting (nadruk op reden, individu, 17e/18e eeuw)
- Vestiging van de natiestaat (centralisering van de macht in de 19e/20e eeuw)
- Opkomst van de burgerij (nadruk op eigendomsrecht, kiesrecht in de 19e/20e eeuw)
- Democratische rechtsstaat (omvattende bescherming van grondrechten, 20e eeuw)
- Internationalisering van grondrechten (post WO II) (zie hieronder voor positieve
bronnen)
Grondslagen van grondrechten?
- Menswaardigheid (aangeboren/inherent?)
- Democratie en menswaardigheid vullen elkaar aan
- Democratie (politieke meerderheid) kan de grondrechten ook schaden
- Minderheid legt zich neer bij meerderheid, meerderheid beschermt minderheid
Universaliteit van grondrechten?
- Weinig echt universele rechten (ius cogens = folterverbod; wel echt universeel)
Iedereen heeft een aanspraak op grondrechten, maar niet iedereen komen
dezelfde grondrechten toe
- Geleidelijk hoger eisen stellen aan grondrechtenbescherming (socio-economisch?)
- Grondrechten positiveren (vastleggen/garanderen/afdwingen)
- Moeten rechten universeel zijn? Gelijkstelling van (niet-)confessioneel onderwijs?
Werkingssfeer van grondrechten
- ‘Verticaal’/ ‘horizontaal’
Verticaal (traditionele functie): ‘ten opzichte van de overheid’
Horizontaal (moderne functie): ‘ten opzichte van derden’ (‘derdenwerking’, burger
tegen burger)