Dit is een volledige en uitgebreide samenvatting van de lessen horende bij het vak Hulpverlening en Culturele Diversiteit (P0W41a). Prof. De Haene, De Leersnyder en Meurs. Zowel de kennisclips, interactieve lessen als casusanalyses zijn hierin verwerkt! Er is ook een handige inhoudstafel aan de sta...
1. Transculturele geestelijke gezondheidszorg & psychotherapie ......................................................................... 6
1.1. Casusanalyse Ammar ............................................................................................................................ 6
Les week 2 .............................................................................................................................................................. 8
Kennisclip 1: Culturele psychologie: wat is het en waarom hebben we het nodig? .......................................... 8
Deel 1: Wat is cultuur? .............................................................................................................................. 8
Deel 2: Wat is culturele psychologie dan? ................................................................................................. 9
Deel 3: Waarom hebben we culturele psychologie nodig? ..................................................................... 10
Kennisclip 2: Culturele verschillen in Zelf-concept ........................................................................................... 11
Deel 1: Me, myself and I- Culturele verschillen in zelf ............................................................................ 11
Kennisclip 3: Culturele verschillen in Motivatie en Agency .............................................................................. 14
Deel 1: Voor wie of wat doe je het? Culturele verschillen in motivatie .................................................. 14
Deel 2: Some action, please! Culturele verschillen in agency ................................................................. 16
Kennisclip 4: culturele verschillen en perceptie en cognitie ............................................................................ 18
Deel 1: I spy with my little eye – Een andere kijk op de wereld .............................................................. 18
Deel 2: Niet zo fundamenteel – De wereld anders begrijpen ................................................................. 19
Fysieke les week 2: “Universality without uniformity” – hoe gaan we daar best mee om in de praktijk? ...... 20
Deel 1: Hoe vatten we kernboodschappen uit Cultuur Psychologische studies samen? ............................. 20
Deel 2: Wat is de positie van een individu in de culturele wereld en welk inzicht nemen we daaruit mee?
...................................................................................................................................................................... 21
Deel 3: Wat zijn dan ‘nuttige’ competenties voor de interculturele hulpverlening? ................................... 25
3. Hoe we samen cultuur doen ............................................................................................................................. 26
Kennisclip 1: De ‘enculturalisatie’ van kinderen ............................................................................................... 26
Deel 1: Mama Mia! Culturele verschillen in dagelijkse ouderlijke praktijken. ............................................. 26
Deel 2: Een kind van je ouders. Hoe ouder-kind interacties mee vorm geven aan de psyche. .................... 28
Deel 3: Een kind van de wereld. Hoe instituties en producten mee vorm geven aan de psyche. ................ 29
Kennisclip 2: Hoe we samen cultuur doen: Emoties in interacties ................................................................... 31
Deel 1: Why study emotions and culture? ................................................................................................... 31
Deel 2: Do people do emotions differently in social interactions?............................................................... 33
Kennisclip 3: Cultuur en welzijn: Fysieke gezondheid en het voorbeeld van Traditional Chinese Medicine ... 34
Deel 1: Algemene versus cultuur-sensitieve benadering van fysiek welzijn ................................................ 34
Deel 2: Verschillende culturele modellen van fysieke gezondheid. ............................................................. 35
Deel 3: Botsingen in culturele modellen van fysieke gezondheid ................................................................ 36
Pagina 1 van 138
, Kennisclip 4 Cultuur en welzijn: Mentale gezondheid en het voorbeeld van het Kanaka Maoli model .......... 37
Deel 1: Algemene versus cultuur-sensitieve benadering van mentaal welzijn. ........................................... 37
Deel 2: Over normaliteit en andere aandoeningen* - Culturele modellen van geestelijke gezondheid ...... 38
Deel 3: Botsingen in culturele modellen van mentale gezondheid. ............................................................. 39
Fysieke les week 3: Culturele modellen en cycli van ziekte en gezondheid – inzichten voor de praktijk. ....... 40
Deel 1: Welke aspecten van (mentale) ziekte en gezondheid zijn gelijk en/of verschillend over
verschillende culturen heen? ....................................................................................................................... 40
Deel 2: Hoe situeren we (mentale) ziekte en gezondheid in culturele cycli en welke inzichten levert dat
op? ................................................................................................................................................................ 43
4. Een cultureel psychologische visie op acculturatie en uitsluiting – bewustzijn in de praktijk ......................... 46
4.1. Kennisclip 1: Termen, begrippen en cijfers internationale migratie ......................................................... 46
4.2. Kennisclip 2: Een traditionele blik op acculturatie .................................................................................... 46
4.2.1. Definitie en conceptualisatie van acculturatie ................................................................................... 46
4.2.2. Traditionele focus op attitudes en identiteit ...................................................................................... 47
4.2.3. Verschillende acculturatie modellen: 1-2 dimensioneel en contextueel ........................................... 48
1-Dimensioneel model ............................................................................................................................ 48
2-Dimensioneel model (Berry) ................................................................................................................ 48
Contextueel model (Bourhis)................................................................................................................... 48
4.2.4. Bevindingen: hoe accultureren attitudes en identiteiten? ................................................................. 49
4.3. Kennisclip 3: Uitingsmechanismen in de context van migratie en acculturatie ........................................ 50
4.3.1. De positie van etnisch culturele minderheden in de samenleving ..................................................... 50
4.3.2. Het rad van ongelijkheid ..................................................................................................................... 52
4.3.3. Specifieke uitsluitingsmechanismen ................................................................................................... 52
1e mechanisme: Stereotypen en bedreiging ........................................................................................... 52
2e mechanisme: Vooroordelen ................................................................................................................ 53
3e mechanisme: Zelfvervullende voorspellingen (self-fulfilling prophecy) ............................................. 53
4e mechanisme: Discriminatie ................................................................................................................ 53
4.4. Fysieke les .................................................................................................................................................. 54
4.4.1. Op naar een cultuur psychologische benadering van acculturatie..................................................... 54
4.4.2. Welke verbanden zijn er tussen welzijn en verschillende domeinen van acculturatie? .................... 59
4.4.3. Welke inzichten over (onze eigen houding ten opzichte van) migratie en acculturatie zijn belangrijk
voor de praktijk? ........................................................................................................................................... 62
5. Basisvaardigheden/basishoudingen interculturele hulpverlening ................................................................... 64
5.1. Zoeken naar verwevenheid met herkomst/oorsprong.............................................................................. 64
5.2. Casus .......................................................................................................................................................... 67
5.3. Etnopsychiatrie .......................................................................................................................................... 68
5.4. Kernpunten ................................................................................................................................................ 71
5.4.1. Het gelijke en het verschillende in het interculturele ontmoeten ..................................................... 71
Pagina 2 van 138
, 5.4.2. Specifieke migratie, specifieke knelpunten (risico’s) .......................................................................... 72
Verwevenheid van oorsprongsgehechtheid en toekomstgerichtheid, herkomst & integratie ............... 72
Belangrijk om eigenheid van migratiegolven te kennen ......................................................................... 75
6. Historische perspectieven in transculturele psychiatrie en psychotherapie .................................................... 76
6.1. Transculturele gezondheidszorg & psychotherapie .................................................................................. 76
6.1.1. Centrale probleemstelling: rol van cultuur id ziekte-ervaring & ziektegedrag ................................... 76
6.1.2. Transculturele psychiatrie: historische fasering ................................................................................. 77
Koloniale & comparatieve psychiatrie ..................................................................................................... 77
Geestelijke gezondheidszorg in minderheidsgroepen ............................................................................ 80
Post-koloniale antropologie van de discipline ......................................................................................... 80
6.1.3. Historische ontwikkeling of actuele co-existentie? ............................................................................ 81
7. Culturele regulatie van psychisch lijden & herstel & instrumentarium voor beeldvorming ............................ 83
7.1. Sociale & culturele dimensies van lijden en herstel .................................................................................. 84
7.1.1. Intersectie cultuur & psychopathologie ............................................................................................. 84
7.1.2. Intersectie cultuur in interactieve processen in traject psychopathologie ........................................ 85
7.1.3. Migratie & culturele identificaties ...................................................................................................... 86
7.1.4. Culturele differentie in de zorgrelatie ................................................................................................ 88
7.2. Diagnostische beeldvorming: person-centered ethnography ................................................................... 90
7.2.1. Etnografische beeldvorming – Exploratie van sociale en culturele dimensie van lijden (Mezzich et
al., 2008, 2009; Lakes et al., 2006) ............................................................................................................... 91
7.2.2. Etnografische beeldvorming – de ontwikkeling van instrumentarium............................................... 91
8. Culturele formulering ....................................................................................................................................... 94
8.1. Centrale thema’s in klinische implementatie culturele formulering ......................................................... 94
8.2. Culturele formulering – klinische studies .................................................................................................. 94
8.3. Casusoefening ............................................................................................................................................ 95
8.3.1. Welke dimensies van culturele formulering waren reeds geëxploreerd in de gevalsbeschrijving? ... 95
9. Casus Emine ...................................................................................................................................................... 98
10. Van culturele naar structurele competentie ................................................................................................ 105
10.1. Structurele competentie ........................................................................................................................ 105
10.1.1. Drie centrale mechanismen (Weiss et al. 2021) ............................................................................. 106
10.1.2. Klinische vaardigheden in structurele competentie ....................................................................... 106
11. Transculturele opvoedingsondersteuning .................................................................................................... 108
11.1. De eerste stappen .................................................................................................................................. 108
11.1.1. Meertaligheid als surplus en als risico ............................................................................................ 109
Preventie als voorkomen van negatieve ontwikkelingen en als meer kans geven aan positieve
ontwikkelingen ...................................................................................................................................... 110
11.1.2. Wat gaan we doen bij eerste stappen? .......................................................................................... 110
Pagina 3 van 138
, 11.1.3. Wat is eerste stappen verder? ........................................................................................................ 111
11.1.4. Omtrent wat werken ze bij Eerste Stappen? .................................................................................. 112
11.2. Culturele sensitiviteit ............................................................................................................................. 112
11.3. Semi-gestructureerde methode ............................................................................................................ 113
11.4. Wat is de doelgroep en hoe bereiken we deze? ................................................................................... 113
11.5. Meest frequente thema’s ...................................................................................................................... 113
11.6. Migratie: vorm en inhoud ...................................................................................................................... 114
11.6.1. Migratie in shifts met remigratieplannen ....................................................................................... 114
11.6.2. Gemis aan beschikbaarheid van eigen moeder .............................................................................. 114
11.6.3. Vrouwen die door het huwelijk kunnen migreren (geïmporteerde bruiden)................................. 115
11.6.4. Vaders van de tweede generatie .................................................................................................... 115
11.6.5. Mannen die door het huwelijk konden migreren (geïmporteerde bruidegoms) ........................... 115
11.6.6. Kwetsbaarheid ................................................................................................................................ 116
11.6.7. Andere migratie, andere dynamiek ................................................................................................ 116
11.7. Onderzoek naar ontwikkelingsprofielen op 1 jaar ................................................................................. 117
11.8. Effectmeting van preventieprogramma ................................................................................................ 117
11.8.1 Denver Ontwikkelingsschaal ............................................................................................................ 118
11.8.2. Preventie......................................................................................................................................... 118
11.9. Opbouw van fragiele contacten: 3 stappen ........................................................................................... 119
11.10. Langetermijneffecten preventie .......................................................................................................... 119
12. Interventie in schoolcontext ......................................................................................................................... 120
12.1. Kennisclip 1: Structurele ongelijkheden in het onderwijs en mogelijke verklaringen ........................... 120
12.1.1. De prestatiekloof ............................................................................................................................ 120
Pogingen om de kloof te verklaren: tijd, SES, IQ & taal ......................................................................... 121
Wat verklaart de prestatiekloof dan wel? ............................................................................................. 123
12.2. Fysieke les: Hoe omgaan met diversiteit op school? Cultuurpsychologische inzichten & interventies 123
12.2.1. Werkzame bestanddelen van interventies. De psychologie van insluiting en uitsluiting ............... 123
Rad van ongelijkheid ............................................................................................................................. 123
Specifieke uitsluitingsmechanismen...................................................................................................... 124
Belang van het zich thuis voelen op school → sense of belonging! ...................................................... 124
Mechanismen van thuis voelen op school ............................................................................................ 126
Mechanismen van culturele misverstanden ......................................................................................... 126
Mechanisme: stereotype bedreiging ..................................................................................................... 127
12.2.2. Interventies in de schoolcontext .................................................................................................... 127
Docenttraining ....................................................................................................................................... 127
Houding ................................................................................................................................................. 127
Inhoud ................................................................................................................................................... 127
Pagina 4 van 138
, Didactiek ................................................................................................................................................ 128
13. Collaboratieve GGZ ....................................................................................................................................... 129
13.1. Rationale en kernprincipes .................................................................................................................... 129
13.2. Schoolgebaseerde collaboratieve zorg voor vluchtelingenkinderen (illustratie) .................................. 132
13.2.1. Collaboratieve zorgnetwerken op school ....................................................................................... 132
13.2.2. Werkschema voor culturele formulering voor collaboratieve zorgpraktijk ................................... 132
14. Casus Gül ...................................................................................................................................................... 135
Enkele reflectievragen voor examen .............................................................................................................. 137
1. Toeleidingstraject (hoe vindt een jongere zijn weg naar de hulpverlening) & opbouw
vertrouwensrelatie (welke aspecten spelen een rol hierin?)
• Opbouwen van een initiele hulpverleningsrelatie, hier spelen sociale en culturele factoren
een grote rol
• Cliënt vertelt dat hij angstig is om gezien te worden bij de hulpverlening door zijn culturele
gemeenschap, dus stigmatisering en taboe rond ggz
• In zijn culturele gemeenschap wordt ggz geassocieerd met disconnectie van je gemeenschap
en ze worden dan ook letterlijk uitgesloten
• In zijn gemeenschap wordt er ook nagedacht over het feit dat individuele disfunctionering
opgelost kan worden met religieuze
• Toeleiding was een collaboratief project dus samenwerking uit verschillende disciplines van
maatschappelijke partners (= zeer kenmerkend bij ggz aan minderheidsgroepen)
• Cliënt toont in zijn hulpzoekend gedrag ook culturele elementen
2. Diagnostische beeldvorming
• Integratieve beeld dat client ontwikkeld: we zien een breed PTSS alsook depressieveld
• We zien hoe het proces van traumatisering zich afspeelden in de vroege kindontwikkeling
maar het is verbonden aan het culturele wezen want DAT werd geraakt door geweld
• Traumatische ervaringen zijn dus verworteld in het culturele zelf (bv culturele gemeenschap
die doelwit of bron wordt van etnisch geweld en dus traumatisering)
• Sociale en culturele factoren: ervaringen van schuld (gelinkt aan depressie) maar krijgt
sociale en culturele betekenis want werd als oudste zoon gezonden dus dit kind zal instaan
voor een betere toekomst voor het bredere familienetwerk
o Ook een positie van verantwoordelijkheid = ervaring van schuld is survival’s guilt (bv
waarom heb ik het hier goed en mijn familie in land van herkomst niet)
o Ervaring van survivals guilt: meer uitgesproken in de manier waarop de client de
belgische samenleving ervaart (bv waarom verschijnt het lijden van mijn familie niet
in de belgische kranten)
• Cultureel aspect van filial duty: niet westerse gemeenschappen waar er de verwachting is dat
deze kinderen instaan voor de continuiteit en dus instaan voor de gezondheid van de
ouderen
o Een soort van intergenerationele afhankelijkheid
o Is dus specifiek verbonden aan culturele genderrollen bv de man staat in voor
bescherming van het familiale netwerk
• Ervaring van discriminatie omv religieuze toebehoren: vormde een bron van coping en dus
van steun en herstel voor de client
o In onze samenleving werd dit juist een bron van uitsluiting en discriminatie
3. Therapeutische relatie
• Wantrouwen in de therapeutische relatie
• Echo’s van stereotypering in de therapeutische positie
• Micro-kosmos van wijzigende genderrolopvatting
• Hulpverleningsrelatie - doorbreken of bestendigen van sociale isolatie?
Pagina 6 van 138
,4. Therapeutische interventies
• Culturele loyaliteit als drager van trauma-herstel
• Culturele verandering als dragen van toekomstperspectief
• Oriëntatie van therapeutische relatie op sociale inbedding & steun
Pagina 7 van 138
,LES WEEK 2
KENNISCLIP 1: CULTURELE PSYCHOLOGIE: WAT IS HET EN WAAROM HEBBEN WE HET NODIG?
DEEL 1: WAT IS CULTUUR?
Om tot een werkdefinitie te komen kijken we naar definities van andere bekende denkers…
Edward Burnett Tylor (1871): …that complex whole which includes knowledge, belief, art,
morals, law, custom, and any other capabilities and habits acquired by man as a member of
society.
Geert Hofstede (2001): …the collective programming of the mind that distinguishes the
members of one group of people from another
Functioneren van de mind en psyche en dat de psyche van een culturele groep
anders is dan de het functioneren van de psyche uit een andere groep
Steven J. Heine (2008): …any kind of information (ideas, beliefs, technology, habit,
practice) that is acquired from other members of one’s species through social learning
that is capable of affecting an individual’s behaviors.
Een werkdefinitie…
• Cultuur gedeeld binnen een groep
o Valt niet noodzakelijk samen met etniciteit
• Doorgegeven/aangeleerd via andere leden van een culturele groep
o Hierdoor kunnen mensen ook volwaardig lid worden van een groep
• Gesitueerd ‘in the head’
o Overtuigingen, waarden, doelen… → geeft mee vorm aan “the programming of the mind”
o Zelf-beelden, emoties…
• Én ‘in the world’: je kan cultuur ook zien in:
o Gewoontes, regels…
o Organisatiestructuren
o Boeken, reclame en andere ‘product
• 4 verschillende niveaus om cultuur te kunnen begrijpen: the four I’s
o I’s: Cultuur kun je zien in de individuele personen
o Interactions: cultuur in de interacties tussen de mensen
o Institutions: cultuur in de instituties die ze ontworpen hebben
o Ideas: cultuur in de grote ideeën die aanwezig zijn in een culturele groep
Pagina 8 van 138
,DEEL 2: WAT IS CULTURELE PSYCHOLOGIE DAN?
Het is geen algemene psychologie, want in de algemene psychologie spreekt men over:
• Context en inhoud doen er niet toe in de algemene psychologie → ze vormen ruis voor de psyche
o Er wordt gedacht dat de inhoud en context waar de psyche in werkt ruis veroorzaakt.
o Vele psychologische elementen gebeuren in een geruisloze situatie.
• Er is “Psychic unity” = elke psyche van een mens werkt op precies dezelfde manier
• Doel: zoeken naar universele wetten van psychologisch functioneren
Het is psyche in context van de culturele psychologie
• Context en inhoud maken deel uit van de psyche → maken dus deel uit van het te-begrijpen-
fenomeen
Het gaat over ‘mutual constitution’
Bv: patronen van denken en handelen die mee vorm gegeven worden door patronen in de sociale wereld van
hoe bv interacties moeten verlopen.
Bv: Patronen van gevoelens uiten en beleven worden mee vormgegeven door sociale systemen.
Het is een dynamische systeem waarin een
Het gaat over ‘mutual constitution’ verandering in instituties ook een verandering in
interacties met zich mee kan brengen
Het is een dialectisch proces. Ideeën die op het
ene niveau ontstaan een invloed hebben op het
andere niveau
Het zijn allemaal bouwstenen van elkaar.
1. Uitgangspunt van wederzijdse constitutie: cultuur en psyche vormen elkaar en worden het beste samen
geanalyseerd en begrepen.
2. Principe van existentiële onzekerheid: de mens is van nature gemotiveerd om betekenissen uit zijn sociaal-
culturele omgeving te halen.
Pagina 9 van 138
, 3. Principle van intentionele werelden: mensen en sociaal-culturele omgevingen doordringen elkaar:
• “Intentionele werelden" zijn menselijke 'artefactuele' werelden die bevolkt worden door ‘intentionele
dingen'.
• Deze hebben geen identiteit die losstaat van het menselijk begrip, het zijn geen natuurlijke soorten
(bijv. onkruid, schade, zonde, stelen, scheiden, etc.)
o Het begrip onkruid bestaat niet los van het menselijk begrip. Omdat we collectief hebben
afgesproken dat deze plant behoord tot de artefactuele categorie onkruid dat we die plant uit
de grond halen.
o In andere artefactuele contexten kan die plant een andere categorie toegekend krijgen.
DEEL 3: WAAROM HEBBEN WE CULTURELE PSYCHOLOGIE NODIG?
Omdat psychologie WEIRD is:
• Minder dan 5 % is weird → en toch zien we dat meer dan 93% van alle proefpersonen in een westerse
context zijn opgegroeid. Slecht 7% is dus non-weird.
Waarom hebben we culturele psychologie en kennis in verschillende contexten nodig?
• Omdat multiculturalisme waarbij we culturele verschillen erkennen meer oplevert dan
kleurenblindheid, die verschillen negeren
• Omdat culturele psychologie een begrip voor verschillen net interculturele dialoog kan stimuleren.
• Omdat fundamentele psychologische mechanisme te begrijpen
• Omdat het helpt om ons beter bewust te maken van onze eigen bias
Pagina 10 van 138
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dagmarkestelyn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.