100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Landelijke kennisbasistoets Nederlands €6,83   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Landelijke kennisbasistoets Nederlands

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

In dit document vind je een samenvatting van de stof die aan bod komt tijdens de landelijke kennisbasistoets Nederlands.

Voorbeeld 3 van de 26  pagina's

  • 9 januari 2023
  • 26
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (13)
avatar-seller
nienkevoorhorst
Kennisbasis Nederlands
Woordenschat
Wat is een woord?
 Woorden zijn betekenisdragers in een taal.
 Als je woorden begrijpt, kan je communiceren.
 Woorden spelen een belangrijke rol bij kennisopbouw.

Woordenschatuitbreiding
De taalgebruiker beschikt in de loop van zijn leven receptief (luisteren en lezen) en/of productief
(schrijven en spreken) over steeds meer woordkennis.
Zolang een taalgebruiker zijn taal actief gebruikt, breidt zijn woordenschat zich uit.
 Taalontwikkeling
 Conceptuele ontwikkeling = waar staat ergens iets voor. Gedachte achter iets.

Woorden
 Woorden zijn betekenisdragers in een taal
 Als je woorden begrijpt, kun je communiceren
 Woorden spelen een belangrijke rol bij een kennisopbouw

Woordenschatverwerving
Het natuurlijke proces (thuis) van het aanleren van woordvormen en woordbetekenissen
Labelen, categoriseren en netwerkopbouw
Ontwikkeling van woordenschat is gestuurd.
Kinderen met zeer weinig woordenschatverwerving halen de kinderen met een taalrijke omgeving
niet meer in. Vanwege het groot verschil.

Woordenschat
Receptief: wat kan het kind al begrijpen (passieve woordenschat)
 Herkennen wat je leest of hoort
o 4 jaar à3300 woorden
o 12 jaar à 17.000 woorden
o Volwassen à 50..000 woorden
Productief: wat zegt het kind (actieve woordenschat)
 Je kan zelf de woorden gebruiken als je spreekt of schrijft
o 4 jaar à 2000 woorden
o 10 jaar à 5000 woorden
o Volwassen à 30..000 woorden
Deze getallen zijn relatief kunnen verschillen in zitten.

Woordbetekenis
 Label: woordvorm
o Het woord ‘Vulkaan’
 Concept: begrip rondom het woord (betekenis)
o Berg, vuur, uitbarsten…




Het leren van woorden

,Bij het verwerven van woorden onderscheiden we drie principes:
1. Labelen: het woord wordt gekoppeld in een vaste context
2. Categoriseren: het woord wordt ook in andere contexten toegepast
3. Netwerkopbouw: het woord krijgt verbindingen met andere woorden
Het gaat bij de opbouw van de woordenschat om: het leren van nieuwe woorden en het leren van
betekenisrelaties

Het leren van de Nederlandse woorden kan via twee routes verlopen voor NT2 leerders
1. Nieuw woord voor een bekend begrip
concept is al in de eerste taal verworven
2. Nieuw woord voor een nieuw begrip
het concept is nog niet in de eerste taal verworven

Woordnetwerk
Woorden komen samen in een netwerk.
 Betekenisrelaties; synoniemen, categorie – exemplaar, antoniemen.
 Vormrelaties; woorden die het zelfde klinken(omdat ze rijmen), woorden die het
zelfde klinken maar iets anders betekenen(homoniem).
 Woorden die dezelfde vorm maar andere uitspraak(homograaf).
 Uitspraak komen overheen (homofoon).
Grafeem = letter
Foneem = klank

Woordenschatopbouw
De opbouw van het netwerk van woorden waarover een taalgebruiker receptief en/of productief
beschikt.

Mentaal Lexicon
Woorden liggen in ons langetermijngeheugen opgeslagen.
Van ieder woord zijn verschillende eigenschappen opgeslagen.
We noemen die eigenschappen identiteiten.

Identiteiten van een woord
1. Fonologische identiteit à klankvorm staat centraal
2. Morfologisch identiteit à opbouw van een woord staat centraal
3. Semantisch identiteit à betekenis van een woord staat centraal
4. Syntactisch identiteit à gebruik van een woord in de zin staat centraal
5. Orthografisch identiteit à spelling van een woord staat centraal
6. Pragmatisch identiteit à gebruik in communicatieve situaties

Soorten woorden
 Vaktaalwoorden: vakterminologie die in vaklessen als aardrijkskunde, rekenen,
biologie wordt gebruikt
 Schooltaalwoorden: woorden die specifiek in onderwijsleersituaties worden gebruikt
 Signaalwoorden: woorden die de lezer informatie verschaffen over de taal- en
denkrelaties in een tekst
o Inhoudswoorden à zelfst. nw., bijvoeglijk nw. en ww.
o Functiewoorden à voorzetsels, voegwoorden, tussenwerpsels, telwoorden,
bijwoorden, lidwoorden, etc.


CAT & DAT

, Cognitieve Academische Taalvaardigheid (CAT): De vaardigheid om taal op een abstract niveau te
kunnen gebruiken om zo in een schoolse context nieuwe informatie te kunnen verwerven en
verwerken
Dagelijks Algemeen Taalgebruik (DAT): Taal in de dagelijkse situaties

Cognitieve ontwikkeling en taal
Kinderen ontdekken vanaf hun geboorte de wereld om hen heen en gaandeweg leren ze deze wereld
te benoemen en erover te communiceren
Het taalaanbod van anderen werkt daarbij ondersteunend
Tegelijkertijd leren ze zelf zich uit te drukken in taal waarbij ze gebruik maken van steeds complexere
taalfunctie
Taal-denkrelaties
 Oorzaak gevolg
 Conceptuele ontwikkeling
 Etc.

Woordenschat en schoolsucces
Een voldoende uitgebreide woordenschat is voorwaardelijk voor schoolsucces
Het maakt dat nieuwe kennis gemakkelijker wordt verworven omdat het gekoppeld kan worden aan
al bestaande kennis
Het biedt voordelen bij het proces van aanvankelijk lezen.
Mensen met een kleine woordenschat komen later in de problemen waardoor ze later kunnen
afhaken omdat hun woordenschat niet uitgebreid genoeg is.

Taalvariatie en woordenschat
 Verschillende groepen gebruiken verschillende woorden: Jongeren, politici, etc.
 Verschil tussen thuistaal en schooltaal
 Het standaard Nederlands en dialect
 Friese taal in Nederland
 Talen van allochtone minderheden

Woordenschatonderwijs
Incidenteel
 Woordbetekenissen komen toevallig aan de orde (tijdens het voorlezen)
Semi-incidenteel
 Sprake van enige structuur, maar geen echte woordselectie of opbouw
(bijvoorbeeld het werken met praatplaten)
Intentioneel
 Doelbewust en gestructureerd werken aan het woordenschatonderwijs,
opbouw in het aanbod

Didactisch model woordenschatonderwijs
Viertakt model (Van den Nulft & Verhallen 2001)
1. Voorbewerken
2. Semantiseren
3. Consolideren
4. Controleren




Semantiseren:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nienkevoorhorst. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,83. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,83
  • (0)
  Kopen