Basisgroep 1: Sarah’s opa is de weg kwijt
Predisponerende factor = Kwetsbaarheid.
Precipiterende / Luxerende factor = trigger, uitlokkende factor.
Onderhoudende factor = in stand houden ziekte/stoornis.
Syndroomdiagnose: neutrale beschrijving van symptomen bij de patiënt.
Structuurdiagnose: toestand van patiënt verklaren en begrijpen, niet alleen symptomen,
maar ook oorzaken en persoonlijkheid van patiënt.
Soorten geheugen
Werkgeheugen: beperkte opslagcapaciteit voor een korte periode en vast
te houden tijdens acties. Redeneren, leren, begrijpen.
Impliciet geheugen/niet declaratief geheugen: Onbewust/automatisch
geheugen, verwijst naar perceptieve en emotionele onbewuste
herinneringen die ons gedrag beïnvloeden. Opgedaan vanuit ervaringen.
Bijv. weten hoe je een instrument bespeelt/ontbijt maakt/navigeren in een
bekende omgeving.
Priming: Herkenning van informatie die je eerder waargenomen hebt.
Expliciet geheugen/declaratief geheugen: Terugroepen van eerder geleerde info, die moeite vereist.
Moet bijgehouden worden om op te kunnen roepen.
Herinneringen van persoonlijke ervaringen (doktersafspraak/planning), feitelijke info.
Omvat Episodisch geheugen (levensgebeurtenissen) en semantisch geheugen (algemene feiten).
Bewegingsstoornissen
Akathisie: ‘niet kunnen zitten’. Innerlijke rusteloosheid, bewegingsdrang (voornamelijk in de benen).
Zie aantekeningen college bewegingsstoornissen.
Diagnostiek delier, dementie en depressie
Delier
Door intoxicatie, onttrekking, medicatie, somatische aandoening of ongespecificeerd.
Onrustige/hyperactieve vorm;
o Motorische onrust en agitatie
o Verminderde controle, roepen, schelden en afweren verzorgers
o Hyperreactiviteit en hyperalertheid
Apatische/hypo actieve vorm;
o Verminderd bewustzijn, spreken, bewegen en interactie met omgeving
o Apatisch en terugtrekkend gedrag
Gemengde vorm;
o Afwisselend hypo- en hyperactief/reactief.
Criteria voor een delier:
- Bewustzijnsstoornis
, - Verandering in cognitieve functies
- In korte tijd ontwikkeld, kan fluctueren
Eerste opspelende symptomen van een delier:
- Slapeloosheid ’s nachts en overdag vermoeid/suf
- Levendige dromen of nachtmerries
- Illusionaire vervalsingen en korte, corrigeerbare momenten van desoriëntatie
- Moeite met denken en concentratie
- Rusteloosheid en teruggetrokkenheid
- Irritatie, angst en spanning
Dementie
Ziekte van Alzheimer, frontotemporaal, lewy-body, vasculair, trauma/hersenletsel,
medicatie/middelen, HIV-infectie, Parkinson, Huntington of andere somatische aandoening.
Alzheimer dementie
Geleidelijk ontstaan, meestal over jaren progressief
Hoofdzakelijk geheugenstoornissen (herkenning), daarnaast nog > 1 ander domein gestoord
o Afasie, apraxie, agnosie, executieve stoornissen
Verstoring activiteiten in dagelijks leven
Frontotemporale dementie (ziekte van Pick)
Sluipend begin met geleidelijke progressie
Een van de volgende varianten;
o Gedragsvariant
Ontremming
Apatie, verlies medeleven en empathie
Motorische stereotypieën, perseveraties of inertie
o Taalvariant/primaire progressieve afasie
Semantisch: onvermogen te formuleren of te begrijpen
Nonfluent/aggramatisch: praat twijfelachtig, moeizaam of niet grammaticaal
Lewy-body dementie
Geleidelijk ontstaan, langzaam progressief
Wisselend cognitief functioneren, variaties in alertheid en aandacht, visuele ruimtelijke
stoornissen
Visuele hallucinaties
Symptomen van parkinsonisme, die ontstaan ná cognitieve symptomen
Vasculaire dementie
Stapsgewijze achteruitgang gekoppeld aan cerebrovasculaire accidenten
Beeld hangt af van ernst en lokalisatie van cerebrovasculaire accidenten
Persoonlijkheid meestal nog in tact, psychisch tempo verlaagd
Dementie door middel/medicatie
Beloop afhankelijk van middel. Symptomen aanwezig zelfs na staken middel
Symptomen afhankelijk van middel; alcohol voornamelijk executieve daling, geheugen en
sociale cognitie
Dementie door ziekte van Parkinson