Samenvatting M&O hoorcolleges
Hoorcollege 1
Een van de moeilijkste taken van een
manager is het waarnemen en begrijpen van het
gedrag van medewerkers. Daarom bestuderen we
het inzicht in de drijfveren en de
persoonlijkheid van de medewerkers. Maar
ook bestuderen we het inzicht in de
verborgen aspecten van een organisatie.
Het organisatiegedrag probeert datgene te
verklaren wat niet direct zichtbaar is.
Organisatiegedrag richt zich op twee gebieden:
- Individueel gedrag attitudes, persoonlijkheid, motivatie, emoties,
emotionele intelligentie, etc.
- Groepsgedrag teambuilding, leiderschap, conflicten, etc.
Je kunt het gedrag van een groep niet begrijpen door alleen naar de acties van de
individuen te kijken, een voorbeeld hiervan zijn hangjongeren.
Een attitudes is iemand houding (positief of negatief) ten attentie van zaken,
mensen, situaties of gebeurtenissen. Een attitudes is gevormd door iemand
overtuigingen, meningen, ervaringen, kennis, emoties en intenties. Een attitude
heeft drie aspecten, namelijk: cognitief aspect (kennis), affectief aspect
(gevoelens en emoties) en gedragsaspect.
Managers zijn geïnteresseerd in de volgende attitudes:
- Arbeidstevredenheid (cognitief aspect)
- Betrokkenheid bij het werk (affectief aspect)
- Inzet voor de organisatie (gedragsaspect)
Deze attitudes zijn gerelateerd aan elkaar. Het begint allemaal met de mindset.
, Als we over personen praten, hebben we het vaak over een beeld van die
persoon in ons hoofd (grappig, aardig, agressief). Op basis van onze ervaringen
met de persoon of wat we van hem gehoord hebben, typeren we hem. Aan de
hand van deze typering voorspellen we zijn gedrag.
Om effectief te kunnen samenwerken, moet je elkaar begrijpen. Daarom is
kennis van iemands persoonlijkheid van belang. Persoonlijkheid is een
unieke combinatie van emotionele patronen, gedachtepatronen en
gedragspatronen die beïnvloeden hoe iemand reageert en met andere omgaat.
Het is onze natuurlijke manier waarop we dingen doen en omgaan met
anderen.
Het gedrag kun je voorspellen op basis van persoonlijkheid. Er zijn drie modellen
om de persoonlijkheid te typeren:
- Ennegram
- Big five-model
- Myers-briggs type indicator (MBTI)
Het big five-model kent 5 stappen:
1. Openheid – de mate waarin we een
academische, oorspronkelijke kijk op zaken
hebben of meer praktisch zijn
2. Ordelijkheid – de mate waarin we flexibel
of meer gedreven en opgeruimd zijn
3. Extravertheid – de mate waarin we op de
voorgrond treden of meer de kat uit de boom
kijken
4. Mildheid – de mate waarin we mensgericht,
attent of meer zakelijk en direct zijn
5. Emotionele stabiliteit – de mate waarin
we omgaan met stress en gevoelig zijn
Hoe wij emotioneel reageren en hoe we met onze emoties omgaan, is een
onderdeel van onze persoonlijkheid. Er zijn zes universele basis-emoties,
namelijk: woede, angst, verdriet, geluk, afschuw en verrassing. Deze emoties zijn
ook op de werkvloer. Emotionele intelligentie gaat over hoe iemand omgaat
met emoties van zichzelf en van anderen en hoe iemand reageert op bepaalde
situaties.
De vijf belangrijkste EQ eigenschappen zijn:
- Zelfkennis (of zelfsbewustzijn) – je bewust zijn van wat je voelt
- Optimisme (of persoonlijke motivatie) – het vermogen om vol te kunnen
houden bij tegenslag of mislukking
- Kunnen afzien (of zelfbeheersing) – het vermogen om je emoties en
impulsen onder controle te houden
- Empathie – je in het gevoelsleven van anderen in kunnen leven
- Sociale vaardigheden – het vermogen om met de emoties van anderen
om te gaan