Nederlandse samenvatting hoorcolleges
International Governance
Inhoudsopgave
DEEL I: INTERNATIONALE ORGANISATIES EN THEORIEËN
COLLEGE 1. INTRODUCTIE THEORIEËN & IGO: OSCE...............................2
1.1 INTRODUCTIE VAN HET VAK.................................................................................. 2
1.2 INTRODUCTIE VAN DE THEORIEËN (REALISME, LIBERALISME, CONSTRUCTIVISME).............3
1.3 IGO 1: DE OSCE............................................................................................. 4
1. 4. DE OSCE EN OEKRAÏNE................................................................................... 5
COLLEGE 2. THEORIE: REALISME & IGO: VERENIGDE NATIES..................6
2.1. REALISME....................................................................................................... 6
2.2. IGO 2: DE VERENIGDE NATIES...........................................................................7
COLLEGE 3. THEORIE: LIBERALISME/INTSITUTIONALISME & IGO: WTO...11
3.1 LIBERALISME/INSTITUTIONALISME/LIBERAAL-INSTITUTIONALISME.................................11
3.2 IGO 3: DE WTO............................................................................................. 13
COLLEGE 4. THEORIE: CONSTRUCTIVISME & IGO: RAAD VAN EUROPA....16
4.1. CONSTRUCTIVISME.......................................................................................... 16
4.2. DE RAAD VAN EUROPA.................................................................................... 18
4.3 VERSCHILLEN OSCE EN RAAD VAN EUROPA.........................................................20
DEEL II: DE EUROPESE UNIE
COLLEGE 5. DE EU: INSTITUTIONEEL KADER........................................21
5.1. BEVOEGDHEDEN VAN DE EU............................................................................. 21
5.2. DE EUROPESE RAAD....................................................................................... 22
5.3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE...........................................................................22
5.4. DE EUROPESE COMMISSIE................................................................................ 23
5.5. HET EUROPEES PARLEMENT.............................................................................. 24
COLLEGE 6. ECONOMISCHE INTEGRATIE: INTERNE MARKT, BUDGET EN
ONDERHANDELINGSSTRATEGIEËN......................................................25
6.1 HET BUDGET VAN DE EU.................................................................................. 25
6.2 ONDERHANDELEN IN DE EU.............................................................................. 26
6.3 CREËREN VAN EEN INTERNE MARKT (ECONOMISCHE INTEGRATIE)...............................28
COLLEGE 7. EMU, GEBIED VAN VEILIGHEID, VRIJDHEID &
RECHTVAARDIGHEID..........................................................................29
7.1 ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE (EMU).........................................................29
7.3 FINANCIËLE CRISIS........................................................................................... 30
7.4 TERREIN VAN VEILIGHEID, VRIJHEID & RECHTVAARDIGHEID......................................30
COLLEGE 8. IS DE EU INTEGRATIE TE VER GEGAAN – EEN DEMOCRATISCH
TEKORT? + OPMERKINGEN TENTAMEN................................................32
8.1 OPMERKINGEN TENTAMEN.................................................................................. 32
8.2 DEMOCRATIE EN INTERNATIONALE ORGANISATIE.....................................................33
8.3 REPRESENTATIEVE DEMOCRATIE IN DE EU.............................................................33
8.4 DIRECTE DEMOCRATIE IN DE EU.........................................................................34
1
, College 1. Introductie theorieën & IGO: OSCE
Dit college:
Introductie van het vak
Introductie van de theorieën (realisme, liberalisme,
constructivisme).
IGO 1: de OSCE (Organization for Security and Co-operation)
Kernpunten voor vandaag:
Er zijn heel veel IGO’s met een scala aan leden, doelen, regels en
activiteiten.
Verschillende IGO’s kunnen dezelfde leden hebben.
IGO’s hebben allemaal verschillende organen met eigen
verantwoordelijkheden en mandaten.
Sommige activiteiten zijn effectief, terwijl andere dat niet zijn.
We gebruiken theorie om alles wat hierboven staat te begrijpen.
1.1 Introductie van het vak
Hoe kunnen we het (gebrek aan) internationale samenwerking
d.m.v. internationale organisaties verklaren?
Internationale samenwerking voor het uitvoeren van machtspolitiek /
voor eigen belang. realisme.
Internationale samenwerking om doelen te bereiken die niet alleen
kunnen worden bereikt. Samenwerking leidt meestal tot hogere
winsten (gains). En door afhankelijkheid van elkaar. liberalisme.
Internationale samenwerking om normen en waarden te
verspreiden. Bijvoorbeeld om mensenrechten te beschermen.
Inhoud van het eerste deel van de hoorcolleges (1 t/m 4)
3 theorieën: realisme, liberalisme (of liberaal institutionalisme) en
constructivisme.
4 intergouvernementele organisaties (IGO’s): OSCE, Verenigde
Naties, WTO en Council of Europe.
3 onderwerpen: het ontstaan/de creatie van IGO’s,
besluitvormingsstructuur van de IGO’s (regels en procedures) en de
activiteiten van de IGO’s (output & effecten).
In deel twee zal worden ingezoomd op processen binnen de EU.
Relatie met de vorige vakken van BSK
Beleidsprocessen rationele / politieke / culturele / institutionele
benadering van beleid maken.
Politicologie politieke systemen & regimes.
2
, Economie competitiebeleid, transactiekosten, free riders gedrag,
prisoner’s dilemma.
Sociologie: identiteit, rationaliteit van het handelen.
1.2 Introductie van de theorieën (realisme, liberalisme,
constructivisme)
Waarom is theorie belangrijk?
We kunnen theorie gebruiken als een analytische tool om:
Te organiseren wat we observeren.
Relevante informatie van irrelevante informatie te onderscheiden.
Uit te leggen wat we observeren.
Te voorspellen wat er kan gaan gebeuren (kan nooit helemaal, maar
wel beter).
Wanneer je weet dat er verschillende manieren bestaan om naar dingen te
kijken, kan je tijdens het discussiëren van onderwerpen beter begrijpen
wat de perspectieven van anderen zijn.
De hierna volgende theorieën maken assumpties en
voorspellingen over:
1. De 2. De 3. De 4. De 5. De
actoren die structuur omstandigh besluitvor impact /
belangrijk van het eden mings- effectiviteit
zijn in de internation waaronder structuur van IGO’s
wereldpolit ale IGO’s en de
iek systeem worden procedures
opgericht binnen
IGO’s
Realisme
Gaat om macht!
Staten denken aan hun eigen belang willen meer macht krijgen.
1. 2. Structuur 3. Oprichting 4. 5. Effecten
Actoren Besluitvorming
Staten Anarchie Als de meest Bevooroordeel Alleen een
machtige d in het versterking
= staten staat het voordeel van van de
regeren zelf, voor eigen één of positie van
accepteren geen belang kan meerdere de
regels van gebruiken machtige machtigste
anderen. Volgen staten staat
geen regels van
staatssoevereini
teit
3
, Kernwoorden: machtsstrijd, veiligheidsdilemma, eigen belang,
machtspolitiek.
Liberalisme (institutionalisme)
Coöperatie tussen staten
Staten zijn soms van elkaar afhankelijk
Wederzijdse belangen tussen staten
Joint gains voor iedereen is er voordeel uit te halen
1. 2. Structuur 3. Oprichting 4. 5. Effecten
Actoren Besluitvorming
Staten Anarchie + Als er Hangt af van de Gezamenlij
+ IGO’s afhankelijkhe
gezamenlijke samenstelling ke winsten
id belangen zijn (om van belangen (joint
een probleem op gains)
te Rationeel
lossen/voorkome design
n)
Kernwoorden: afhankelijkheid, winsten, regels, naleving, sancties.
Constructivisme
Iedereen is belangrijk in de wereldpolitiek, niet alleen staten.
Normen en waarden!
Iedereen kan een verschil maken.
1. Actoren 2. Structuur 3. 4. 5. Effecten
Oprichting Besluitvorming
Staten + Ideëel. Als er Weerspiegeling Reproductie
IGO’s + consensus van normen en van normen
INGO’s + “Anarchie is is over waarden en ideeën,
individuen wat je er van normen en verandering
maakt” waarden ‘Blueprint’ van en in
een identiteit
internationale van
organisatie politieke
actoren
Kernwoorden: identiteit, normen, waarden, ideeën.
1.3 IGO 1: de OSCE
De OSCE (Organization for Security and Co-operation)
4