Dit is de samenvatting van geschiedenis tijdvak 5 en 6 met kenmerkende aspecten en begrippen die je nodig hebt voor je eindexamen. Het is in chronologische volgorde geschreven met theorie en ook voorbeelden + belangrijke personen die tijd. De kenmerkende aspecten zijn goed weergegeven en ook uitges...
Tijdvak 5: Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
Paragraaf 5.1 - Renaissance en humanisme
In het noorden van Italië was de internationale handel er al vroeg bij. Daardoor waren er veel rijke
handelaren die prachtige huizen lieten bouwen en standbeelden, schilderijen en andere kunstwerken
kochten. Een andere reden dat de renaissance in Italië begon was omdat er daar nog klassiek erfgoed
aanwezig was. Er stonden ruïnes en kunstwerken uit de Romeinse tijd. In bibliotheken lag ook nog
werk. Rijke handelaren en hoge geestelijken (paus, kardinalen, bisschoppen) genoten van het leven.
Kenmerken van de kunst waren perspectief, anatomie klopt, ook mythologische voorstelling, ook
naakt, klassieke vormen en het werk is gesigneerd. Belangrijke kunstenaars uit de renaissance waren
Leonardo Da Vinci, Michelangelo, Rafael.
In de Middeleeuwen werd er ook veel nagedacht, de kerk stimuleerde dit zolang de inzichten niet
tegen de kerkelijke leer ingingen. De Middeleeuwse denkwereld was gericht op het geloof en om na
de dood een plek in de hemel te krijgen. De rijke burgers dachten hier anders over, ze wilden niet
meer kritiekloos de leer van de kerk volgen. Ze discussieerden over politiek, godsdienst en moraal.
Met nadenken, argumenteren, redeneren en onderzoeken hoopten ze de wereld beter te begrijpen. Dit
heet humanisme. Humanisten bediscussiëren ook kerkelijke zaken. Erasmus is daar de bekendste
van. Hij vertaalde de Bijbel en ontdekte veel vertaalfouten. Hij bracht de kerk in problemen want die
had haar kerkelijke regels op de Vulgaat gebaseerd. Sommige humanisten bestuurden de mens als
biologisch wezen waardoor ze meer inzicht kregen van het menselijk lichaam.
Paragraaf 5.2 - Ontdekkers van nieuwe werelden
Rond 1450 beperkte het wereldbeeld van de Europeanen zich tot Europa, Noord-Afrika en delen van
Azië. De handel werd steeds internationaler. Brugge werd het knooppunt tussen handelsnetwerken.
Door de handel was de topografische kaart van het Middellandse Zeegebied gedetailleerd en
betrouwbaar ingetekend.
Doordat de Arabieren, Ottomanen en Noord-Italianen wilden verdienen aan de handel aan Aziatische
producten waren de producten in Portugal en Spanje erg duur. Portugese koningen organiseerden
ontdekkingsreizen langs de Afrikaanse kust om een zeeroute naar Indië te vinden. In 1488 voer
Bartolomeus Diaz als eerste om de zuidpunt van Afrika. In 1497 bereikte Vasco da Gama de westkust
van India. Zij dreven handel in zijde, specerijen en andere Aziatische producten met de inheemse
bevolking. De handel is winstgevend maar ook een risico. Arabieren en Ottomanen beheersten de
landroute, Portugezen de zeeroute.
De Spaanse koning Ferdinand was ook geïnteresseerd in een zeeroute vinden naar Azië. Christoffel
Columbus kende de kaart van Toscanelli. Columbus vroeg de Portugese koning om geld om het uit te
voeren maar hij wees hem af. De Spaanse koning en koningin hadden wel interesse en in 1942
arriveerde Columbus in de Caraïben. Hij noemden de inwoners Indianen omdat hij dacht dat hij India
bereikt had. Om te voorkomen dat Spanje en Portugal in oorlog zouden komen kwam in 1494 het
Verdrag van Tordesillas tot stand. De westelijke helft was van Spanje en de oostelijke helft van
Portugal.
, Redenen dat Europeanen de mogelijkheid hadden tot overzeese expansie:
● betere schepen en instrumenten
● economische omstandigheden, genoeg geld om te investeren in ontdekkingsreizen
● herontdekking geografische kennis uit de oudheid
De nieuwe wereld trok veel avonturiers aan, vooral Spaanse adel ging in Amerika op zoek naar
rijkdom en geluk. In 1519 vielen conquistadores gewapend het land binnen. De conquistadores
sloten een bondgenootschap met de hoogontwikkelde cultuur van de inheemse stammen.
Er braken snel gevechten uit tussen de Azteken en de bondgenootschap. De Azteken gaven zich over,
een groot deel was al dood door de ziektekiemen die de Spanjaarden hadden meegenomen.
Conquistadores kregen grote landgoederen. Indianen werkten verplicht op plantages en in mijnen, zij
waren niet bestand tegen het zware werk en dit leed tot veel slachtoffers. De Spaanse geestelijke De
Las Casas zei dat ze Afrikaanse slaven moesten inzetten. Door de massale sterfte van Indianen door
het zware werk werd met behulp van trans-Atlantische slavenhandel Afrikaanse slaven naar
Amerika vervoerd. De samenleving werd ingedeeld op afkomst, inwoners met 2 Europese ouders
stonden bovenaan, mensen met gemengd bloed daaronder, Indianen daaronder en de slaven hadden
het absolute laagste plek. Wie lager in de rangorde stond werd sneller en zwaarder gestraft.
De ontdekking van Columbus had grote gevolgen
● Ziekten, geweld en ontbering kostte 90% van het leven van de Indianen
● Spaanse missionarissen bekeerden Indianen tot het christendom
● Er ontstond een driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika. Europa leverde wapens,
textiel en luxegoederen aan Afrika en Amerika. Afrika bracht Afrikaanse slaven naar
Amerika en verkochten die.
● Europa leerde Amerikaanse producten kennen zoals kossie, cacao, katoen en tabak
● Er voer jaarlijks een met goud en zilver beladen vloot van Amerika naar Spanje
● Europa beheerste te handel en kreeg de winst
● Spanje verbood andere landen om handel te drijven in Spaans-Amerika
● Doordat de Atlantische Oceaan meer handelsstromen had, werd de Middellandse Zee minder
belangrijk. Dat kostte Noord-Italiaanse handelaren veel geld
Paragraaf 5.3 - De kerkhervorming
Aan het einde van de Middeleeuwen had de kerk een stevige greep op de samenleving. De kerk
speelde een belangrijke rol in de zorg voor zieken, armen en ouderen. De kerk bedacht normen en wie
zich daaraan probeerde te onttrekken werd een ketter genoemd en vervolgd. De paus leidde de
christelijke gemeenschap en werd gezien als plaatsvervanger van God op aarde.
De Duitse monnik Maarten Luther maakte zich zorgen over de kerk. In 1517 publiceerde hij 95
stellingen over misstanden in de kerk die werden gezien als als het startpunt van de reformatie. Zijn
punten van kritiek op de kerk:
● aflaathandel
● heiligenverering en relikwieën verering
● geestelijke als tussenpersoon
● leefstijl van de geestelijke
Luther’s ideeën verspreidden zich snel. Hij wou met een hervorming of reformatie de misstanden
rechtzetten. De paus deed hem in de kerkelijke ban. Keizer Karel V deed hem in de rijksban,
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannevnx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.