Hoorcolleges Goederenrecht
Week 1
Verbintenissen
Verbintenis 1: betaling koopprijs; debiteur (schuldenaar, geld, koper) crediteur
(schuldeiser, verkoper).
Verbintenis 2: overdracht zaak; debiteur (schuldenaar, zaak, verkoper) crediteur
(schuldeiser, koper).
Eigendom gaat van verkoper over op koper. Koper ontleent zijn eigendom aan zijn
rechtsvoorganger (derivatieve verkrijging).
Hoe verhouden de personen zich tot de zaak? Wie is op welk moment
eigenaar/bezitter/houder?
Burgerlijk recht
- Personenrecht
- Het objectieve vermogensrecht
o Goederenrecht (gesloten systeem, in beginsel dwingend recht)
Vermogensrechtelijke verhouding van persoon tot goed wie is op
welk moment eigenaar, bezitter, houder, beperkt gerechtigde?
o Verbintenissenrecht ((semi-) open systeem, in beginsel regelend recht)
verbintenissen uit de wet, verbintenissen uit rechtshandeling
Vermogensrechtelijke houding van persoon tot persoon debiteur
heeft een schuld (om te geven, te doen of na te laten) en crediteur
heeft een vorderingsrecht.
Goederen
Zaak (art. 3:2 BW): een voor menselijke beheersing vatbare stoffelijk object.
Registergoed (art. 3:10 BW): goed voor welker overdracht of vestiging inschrijving nodig is in
de openbare registers (in de dienst van Kadaster). Een auto is een niet-registergoed, het
hoeft niet ingeschreven te worden in de registeren van het Kadaster. Het maakt dus niet uit
dat de auto een kenteken moet hebben.
Vliegtuigen van een bepaalde omvang en (binnenvaarts-)schepen zijn ook registergoederen
als ze een bepaalde omvang hebben.
,Als het overdraagbaar is, dan is het waarschijnlijk een vermogensrecht. Een bankrekening is
een vermogensrecht. Het is een vorderingsrecht van jou op de bank of andersom als je
schulden hebt.
Overdracht (art. 3:84 lid 1)
1. Een geldige titel (= causa, rechtsgrond uit verbintenis) die tot overdracht verplicht
o Titel moet tot overdracht strekken bij koop gaat het huis over, maar bij
huur is dat niet zo.
o Titel moet levering ‘dekken’, dat wil zeggen overeenstemmen met de
leveringshandeling (dezelfde hoeveelheid, juiste goed).
o Titel moet geldig zijn (geen geldige titel in geval van nietigheid (art. 3:40 BW)
of na vernietiging (art. 3:53 BW)).
2. Levering van het goed (hier: art. 3:90 BW)
o Roerende zaken niet-registergoederen die in het bezit zijn van de
vervreemder worden geleverd door bezitsverschaffing (art. 3:90 BW).
o Bezitsverschaffing is meestal bezitsoverdracht.
o Vormen van levering door bezitsverschaffing;
Feitelijke machtsverschaffing (art. 3:114 BW)
Traditio constituto possessorio (art. 3:115 sub a BW); een vormvrije
tweezijdige verklaring waarbij de bezitter houder wordt voor nieuwe
bezitter (= bezitter wordt houder).
Traditio brevi manu (art. 3:115 sub b BW); een vormvrije tweezijdige
verklaring waarbij de houder voor de bezitter voortaan bezitter is (=
houder wordt bezitter).
Traditio longa manu (art. 3:115 sub c BW); een vormvrije tweezijdige
verklaring plus mededeling aan/erkenning door houder, waarbij de
houder voor de een voortaan houdt voor de ander (= houder voor de
een wordt houder voor de ander).
o Is de zaak niet in het bezit van de vervreemder, dan kan levering bij akte
plaatsvinden (art. 3:95 BW).
Bij een gesloten zaak blijf je de eigenaar en in de polisvoorwaarden
van de verzekering staat de verplichting om dan het eigendom van de
gestolen zaak over te dragen aan de verzekering. Dan staat de titel in
de polisvoorwaarden. Als de auto dan gevonden wordt, kan de
verzekering de auto revindiceren.
3. Door een beschikkingsbevoegde
o Bevoegdheid om te vervreemden (= overdragen) en te bezwaren (= vestigen
van een beperkt recht).
o Beschikkingsbevoegdheid hoort bij rechthebbende/eigenaar van het goed.
o In beginsel volledig beschikkingsbevoegd, tenzij goed bezwaard is met
beperkt recht.
o Beschikkingsbevoegdheid wordt rechthebbende ontnomen bij faillissement
(art. 23 e.v. FW) en gaat over op curator.
o Beschikkingsbevoegdheid wordt beïnvloed door beslag.
, o Regels over beschikkingsbevoegdheid zijn van dwingend recht; kunnen (in
beginsel) niet bij contract uitgesloten worden.
o Complicatie: beschikken door/aan tussenpersoon.
Art. 3:84 BW ook toepassen bij vestiging, overdracht en afstand van beperkt recht
Art. 3:84 lid 1 + art. 3:98 BW = voor vervreemding (overdracht), bezwaring (vestiging beperkt
recht) en afstand van beperkt recht wordt vereist een leverings- of vestigingshandeling
krachtens geldige titel, verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken.
Art. 3:84 BW als verkrijging onder bijzondere titel
Art. 3:80 BW
- Lid 1: men kan goederen onder algemene en bijzondere titel verkrijgen.
- Lid 2 algemene titel: opvolging van het gehele vermogen, dus de goederen, maar
ook de schulden.
o Bij erfopvolging kan je de nalatenschap verwerpen en dan krijg je niets of je
aanvaardt het beneficiair en dan sta je niet in voor meer dan jouw
nalatenschap.
- Lid 3 bijzondere titel: opvolging van alleen de goederen en dus niet de schulden.
Verkrijging onder algemene en bijzondere titel
- A is eigenaar van een auto. Hij geeft de zaak in bruikleen aan B. A overlijdt en C is zijn
enige erfgenaam. Kan C de auto opeisen van B of moet hij de bruikleen eerbiedigen
en dus nakomen?
o C volgt op onder algemene titel. Hij krijgt dus de auto maar ook de schulden
op die goederen. Een schuld van A was de bruikleen. C moet het contract van
A met B dus ook uitvoeren.
- A is eigenaar van een auto. Hij geeft de zaak in bruikleen aan B. Vervolgens verkoopt
A de auto aan C en draagt deze aan C over. Kan C de auto opeisen van B of moet hij
de bruikleen eerbiedigen en dus nakomen? Je bent niet verplicht de contracten die
jouw voorganger heeft gesloten met betrekking tot het goed dat je hebt verkregen
op te volgen.
- Art. 4:182 BW de erfgenamen volgen van rechtswege op in de voor overgang
vatbare rechten van de erflater. Zij worden van rechtswege schuldenaar van de
schulden van de erflater die niet met zijn dood tenietgaan.
o Arbeidsverplichting is zuiver persoonlijk en gaat dus niet over op de
erfgenamen
- Art. 6:249 BW de rechtsgevolgen van een overeenkomst gelden mede voor de
rechtverkrijgenden onder algemene titel, tenzij uit de overeenkomst iets anders
voortvloeit.
- Maar wat is de positie van een verkrijger onder bijzondere titel? In beginsel niet
verplicht om schulden op het goed na te komen (Blauuboer/Berlips).
, Blauuboer/Berlips
- Is Berlips van zijn schuld bevrijd tegenover Blauuboer als hij perceel 2 verkoopt en
overdraagt?
- Is Maks nu gebonden tegenover Blauuboer? Vraag is dus: gaat debiteurschap van
Berlips over op o.o.b.t.?
- Inhoud
o Berlips blijft ondanks de overdracht van perceel 2 aan de bestratingsbepaling
gebonden (‘niet van zijne persoonlijke verbintenis bevrijd’).
o Maks raakte niet door de enkele eigendomsovergang van perceel 2 gebonden
aan de bestratingsverbintenis.
o Dat overeenkomsten alleen van kracht zijn tussen de handelende partijen en
ook tussen hun opvolgers onder algemene titel, welke hun persoonlijkheid
voortzetten, maar aan derden geen voordeel of nadeel kunnen toebrengen.
Opvolger onder algemene titel dan klopt het, maar hij is bijzondere opvolger en daarvoor
geldt dat het debiteurschap van Berlips niet zomaar over op Maks. Als dat niet gebeurt, is
het nog steeds Berlips. Berlips blijft gehouden aan zijn bestratingsverplichting en die gaat
niet zomaar over op Maks, want overeenkomsten gelden alleen tussen handelende partijen.
Opvolging onder algemene titel vs. opvolging onder bijzondere titel
- Een verkrijger onder algemene titel volgt op in een geheel vermogen of een
evenredig deel daarvan.
- Een verkrijger onder algemene titel krijgt in beginsel alle verbintenisrechtelijke
rechten en plichten van zijn rechtsvoorganger met betrekking tot het (deel van het)
vermogen dat verkregen is.
- Zie bijv. art. 6:249 BW en art. 4:182 BW.
- Een verkrijger onder bijzondere titel verkrijgt een specifiek goed.
- Een verkrijger onder bijzondere titel is in beginsel niet gebonden aan de
verbintenissen van zijn voorganger die zien op het verkregen goed
(Blauuboer/Berlips).
- Verbintenissen hebben relatieve werking, alleen tussen debiteur en crediteur.
- Maar er is wel ‘gebondenheid’, ook van de opvolger onder bijzondere titel, als er
sprake is van een goederenrechtelijk recht dat rust op het goed, zoals een beperkt
recht.
o Als er een vorm is waar je het in kan gieten dat het een beperkt recht is, dan
zijn de verplichtingen van het beperkte recht gebonden, ook als het bij een
ander komt (droit de suite).