Kennisclip: motivatie
Je kan gedrag beïnvloeden door belonen en straffen.
Motivatie is A. Activerend
B. Geeft een bepaalde richting, doel voor ogen
C. Je blijft op het pad
Oftewel motivatie is een bepaalde staat die voorgegeven wordt door bepaalde interne en externe
processen.
Veel theorieën
1. Maslow’s Hierarchy of Needs
= arrangement of five basic needs that motivate behaviour
- Lowest level of unmet needs is prime motivator
- Kritiek: nooit één fase, niet iedereen wil bovenin bij self-actualisatie en ligt ook aan welvarend land
en cultuur (Azië wil bv samenwerking en niet self-…)
DUS niet echt goed
2. Expectancy theory
= motivation will be high when workers believe that high level of effort leads to high performance (E)
and high performance leads to the attainment of outcomes (I) and people desire the outcomes that
result from high performance (V), dus M=(E x I x V)
- betere links leidt tot hogere motivatie
3. Self-determination theory
- tussen proces en needs theorieën
- extrinsieke prikkels werken totaal niet
Geld, financiële beloning en bonussen zijn extrinsieke prikkels
De geld beloning werkt bij eenvoudig, routinematig werk en wanneer de beloning direct volgt op
presentatie.
Nadelen van geld als prikkel
- slechtere presentaties voor cognitief ingewikkelder werk
- strategisch gedrag bijv. korte termijn winst en net voldoende doen
- minder pro-social gedrag, men wordt egoïstisch
- kan intrinsieke motivatie verminderen
- geld werkt alleen voor korte tijd, aangezien de mens nooit tevreden is, onverzadigbaar
- beloningen worden beschouwd als recht en niet als beloning, dus beloning niet krijgen is een straf
,Paar studies
1. Meta analyse van Judge
- Correlatie tussen salaris en werktevredenheid is laag, dus je kan niet zeggen dat mensen die meer
verdienen tevredener zijn met hun werk.
- Correlatie tussen salaris en salaristevredenheid is laag
Dus: motivatie/bevlogenheid kan je niet kopen
2. Meta analyse van Deci
- Extrinsieke prikkels kunnen het intrinsieke motivatie ondermijnen als je werkt aan een interessante
taak.
Dus: extrinsieke prikkels ondermijnen je motivatie en prestatie.
3. Meta analyse Garbers en Konradt
- financiële beloningen bevorderen de kwaliteit en kwantiteit van prestaties.
4. Meta analyse Cerasoli
- Intrinsieke en extrinsieke hebben allebei een positief effect op prestatie.
- Extrinsieke prikkels versterken het positieve effect van intrinsieke motivatie op prestaties
DUS
1. Intrinsieke motivatie is cruciaal
- dit drijft ons écht
2. Extrinsieke motivatie is een voorwaarde
- geld hebben we nodig
3. Extrinsieke prikkel werken alleen als ze direct aansluiten op prestatie
- als iemand iets goed doet en dan wordt beloont
- bonus als je goed presteert
4. Streven naar goede balans
,COLLEGE 1: ATTITUDES
OB = bestuderen van de mens op werk
HRM = beleid, praktijk en systemen gebaseerd op inzichten van OB
OB heeft drie niveaus: individueel, groep en organizational level
Geschiedenis
× Scientific management - Frederick Taylor - 1876-1930
- kleine subtaken
- denken is voor managers, werknemers moeten het werk doen’
- mens is vervangbaar voor ander mens, niet menselijk
- efficiëntie
× Human relations - Elton Mayo - 1930-1964
- Hawthorne study = hawthorne experimenten legde hij de basis; relatie lichtsterkte en
productiviteit
- Hawthotorne effect = prestatie is niet alleen afhankelijk van fysieke omstandigheden en
financiële beloning, maar ook van sociale omstandigheden, zekerheid, erkenning en waarder
- nu ontstonden attitudes
Attitudes = evaluative statements or judgments concerning objects, people, events or ideas.
= bepaalde beoordelingen die je hebt positief of negatief tegenover …
They vary in complexity
Attitudes zijn belangrijke voorspeller voor organisatiegedrag.
Er zijn drie soorten gedragingen:
1. Task performance = kern van de functie en uitvoering
2. OCB = goed burgerschap, gedrag dat buiten de functie valt als collega’s helpen en met nieuwe
ideeën komen
- positive attitudes increase desired behaviours such as performance, health and organizational
citizenship behaviour
3. CWB = positive attitudes decrease undesired behaviours such as absenteeism, turnover and
counterproductive work behaviour. Deze gedragingen wil je niet hebben.
CAB model Attitude component model
This multicomponent model is the most influential model of attitude. Attitudes are evaluations of an
object that have cognitive, affective, and behavioral components. These components are also known
as taxi CAB, that will get you where you want to go.
3 componenten:
- cognitieve component (opvatting, beliefs) : she is fair in distributing rewards
- affective component (roept emotie op) : I like my manager
- behavioral component (gedragsmatig) : making an even better effort
* attitudes based on values (political party) are usually mostly affective based
, Theory of planned behaviour
Gedrag beïnvloed door drie aspecten
-> attitude: the favorable or unfavorable attitude towards that behavior (like voting)
-> subjectieve normen: norms of peer group, family or societal norms
-> perceived bevioral control
- self efficiency: one's belief in their own ability to succeed in performing the behavior
- controllability: outside factors, and one's belief that they personally have control over the
performance of the behavior, or if it is controlled by externally, uncontrollable factors
* high perceived behavioral control leads to an increased confidence that they are capable of
performing the specific behavior successfully
* Peter Gollwitzer's concept of implementation intentions = how you are going to implement your
intentions. It’s a self-regulatory strategy in the form of an "if-then plan" that can lead to better goal
attainment, as well as help in habit and behavior modification.
Cognitive dissonance theory
Volgens het TPB model beïnvloeden de attitudes het gedrag, MAAR dit kan ook andersom door
cognitive dissonance.
Dissonance = jouw gedrag komt niet overeen met je overtuiging. Je gaat dan actie ondernemen om
de dissonance te verkleinen.
vb) Je vindt roken slecht voor je, maar rookt wel. Dan ga je je perceptie veranderen in “ik rook, maar
sport ook veel.”