Een samenvatting van hoofdstukken 2,3 en 6 t/m 10 van het boek jaarverslaggeving 8e druk inclusief handige wetsartikelen te gebruiken voor het tentamen. Te gebruiken voor het vak Financial Accounting 2 van het 3e jaar accountancy
Een onderneming investeerd in productiemiddelen omdat er wordt verwacht dat ze leiden tot
waardecreatie. Hieruit vloeit de conclusie dat de waarde van een onderneming bepaald wordt door
de opbrengst van de met behulp van de aanwezige inputs te produceren outputs. Preciezer gezegd:
de bedrijfswaarde is de contante waarde van de toekomstige netto-ontvangsten of nettokasstromen
uit hoofde van de te produceren goederen en/of diensten. Omdat de kost voor de baat uitgaat
dienen de netto-ontvangsten contant gemaakt te worden tegen de voor de onderneming geldende
vermogenskostenvoet.
Voorbeeld economisch waardebegrip:
Een startende ondernemer heeft op 31 december van jaar 0 60.000 gespaard en koopt hiervoor op 1
januari van jaar 1 een auto. Hij schat de levensduur van de auto op drie jaar en de restwaarde op
nihil. De ondernemer verhuurt de auto, wat zal leiden tot een jaarlijkse nettokasstroom van 30.000.
gemakshalve veronderstellen we dat de nettokasstroom aan het einde van elk jaar binnevloeit. De
jaarlijkse winsten worden gereserveerd en in kas gehouden. De ondernemer gaat uit van een
vermogenskostenvoet van 10%. Op basis van het economisch waardebegrip kunnen de volgende
balansen worden opgesteld:
,De winst over een periode is in principe gelijk aan de vermogenstoename die zich gedurende de
periode heeft voorgedaan. Toegepast op dit voorbeeld levert dit de volgende winsten op:
Jaar 1: 82.066 – 74.606 = 7.460
Jaar 2: 87.273 – 82.066 = 5.207
Jaar 3: 90.000 – 87.273 = 2.727
Bovendien ontstaat er bij het starten van de onderneming direct een aanvangswinst: op 1 januari van
jaar 1 wordt aan de onderneming een waarde toegekend van 74.606, terwijl maar 60.000
geïnvesteerd is. Deze aanvangswinst ad 14.606 vindt haar oorzaak in de omstandigheid dat bij de
start van de onderneming de inkoopprijs van de productiemiddelen getransformeerd wordt in de
bedrijfswaarde; op dat moment wordt overgeschakeld van in- naar verkoopmarkt. Er wordt al winst
geconstateerd, terwijl de auto nog een kilometer heeft gereden.
De bedrijfswaarde wordt ook wel aangeduid als de indirecte opbrengstwaarde: indirect geeft aan
dat er sprake is van een afgeleide waardering, namelijk niet van de productiemiddelen die samen de
onderneming vormen rechtstreeks, maar van de goederen en diensten die door de onderneming
voortgebracht worden.
Daarnaast kennen we de directe opbrengstwaarde, die bestaat uit de netto-opbrengst van de
productiemiddelen van de onderneming, als zij door de onderneming worden verkocht i.p.v. voor
voortgezette bedrijfsuitoefening te worden gebruikt. De netto-opbrengst is het bedrag waartegen
een productiemiddel naar verwachting verkocht kan worden onder aftrek van nog te maken kosten.
Boekhoudkundig waardebegrip
Het boekhoudkundig waardebegrip gaat niet uit van waardering van de onderneming als geheel,
gebaseerd op de verkoopmarkt, maar van waardering van individuele activa, uitgaande van
inkoopprijzen. Het waardebegrip toegepast op vorig voorbeeld leidt tot de volgende
balansopstellingen, waarbij als aanvulling is gegeven dat de auto met gelijke bedragen per jaar wordt
afgeschreven.
, Als het economisch waardebegrip wordt vergeleken met het boekhoudkundig waardebegrip op het
voorbeeld, ontstaat het volgende beeld:
Economisch Boekhoudkundig
Aanvangswinst 14.606 -
Winst jaar 1 7.460 10.000
Winst jaar 2 5.207 10.000
Winst jaar 3 2.727 10.000
Totaal 30.000 30.000
Hfst 3
Realisatieprincipe
Voor de toerekening van verkoopopbrengsten aan de juiste perioden is het realisatieprincipe
ontwikkeld: Pas op het moment dat de onderneming de verkoopprestatie voltooid heeft, dient de
opbrengst genomen te worden. Daartoe is noodzakelijk dat de onderneming de economische
eigendom heeft overgedragen, dat wil zeggen dat het risico van waardeveranderingen van het
verkochte goed definitief is overgegaan op de koper. Bij de verkoop van goederen zal normaliter aan
deze voorwaarde zijn voldaan als de goederen zijn verkocht en afgeleverd.
Matchingprincipe
Het matchingprincipe is de uitwerking van het toerekeningsbeginsel aan de kostenkant. Het houdt in
dat de kosten zo veel mogelijk in dié periode worden verantwoord, waarin met de uit die kosten
voortvloeiende opbrengsten worden behaald. We onderscheiden in dit verband product matching
en period matching. Bij product matching worden de uitgaven toegerekend aan de producten en als
zodanig uiteindelijk geactiveerd onder de voorraden. Pas nadat de voorraden zijn verkocht en
afgeleverd en er omzet is verantwoord, worden onder de voorraden geactiveerde uitgaven als kosten
van de omzet ten laste van het resultaat gebracht. Bij period matching worden de uitgaven ook in de
balans geactiveerd, echter niet onder de voorraden. De geactiveerde uitgaven worden vervolgens via
afschrijvingen toegerekend aan de perioden waaraan de uitgaven dienstbaar zijn.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mathijsdeweerd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.