Kritische beroepssituatie voor
eindassessment afstudeerstage HBO-
Verpleegkunde
Naam student:
Klas:
Studentnummer:
Stagecode:
Stage jaar en deel: Jaar 4, Afstudeerstage
Naam school:
Naam opleiding: Bachelor verpleegkunde
Naam Stageadres:
Stageafdeling: Longrevalidatie
Naam werkbegeleiders:
Praktijkopleider:
Email praktijkopleider:
Naam regiedocent:
Instellingsdocent:
Email instellingsdocent:
Plaats:
Datum: 10-1-2023
Versie: 1.0
1
, Situatie
In dit verslag beschrijf ik een situatie tijdens een dagdienst waarin een 58-jarige vrouw diezelfde dag
was opgenomen op de afdeling longrevalidatie in het revalidatiecentrum X. Zij is opgenomen ter
revalidatie na een exacerbatie COPD, met een luchtweginfectie waardoor zij zo verzwakt was dat zij
in het ziekenhuis opgenomen is geweest. Deze vrouw mw. S. is in het verleden ook gediagnosticeerd
met hartfalen, cardiomyopathie (hartspierziekte), non-ST-elevatie myocardinfarct (NSTEMI) en
alcoholabusus. Een differentiële diagnose bij mevrouw was hyperthyreoïdie.
Mevrouw is momenteel bekend met maagpijn. Ze is gestart met sondevoeding, en de pijn lijkt af te
nemen. De zuurstof bij mevrouw is afgebouwd van 2 naar 1 liter, hierbij een streefsaturatie van 94%.
Er is ook sprake van cachexie bij mevrouw. Mevrouw is mede hierdoor zeer vermoeid en bedlegerig.
Het lukt haar sinds opname op de afdeling nog amper om haar oogleden open te houden. Mevrouw
is erg zwak en laag belastbaar, de overplaatsing heeft veel inspanning gevergd. Tijdens mijn dienst
ging ik met een collega naar de kamer van mevrouw, om bij haar de INR (International Normalized
Ratio): de internationale maat voor de stolbaarheid van bloed) te prikken. Bij binnenkomst op de
kamer geeft mevrouw kortademigheid bij mij aan en zegt zich niet lekker te voelen.
Taak
In deze situatie ga ik met name in op de eerste drie CanMEDS-rollen: de zorgverlener (competentie 1
t/m 3), de communicator (competentie 4) en de samenwerkingspartner (competentie 5 en 6).
Mevrouw S. voelt zich niet goed. Mijn doel was om met behulp van observeren en klinisch redeneren
te achterhalen waardoor dit kwam. Hierbij vond ik het belangrijk om op basis van mijn bevindingen
verpleegkundige diagnoses op te stellen en aansluitende interventies toe te passen. Daarnaast
streefde ik ernaar om in mijn handelen te prioriteren, een professionele beroepshouding aan te
nemen, en om goed te overleggen met de disciplines die betrokken zijn bij de situatie, om hen goed
te kunnen informeren over de situatie.
Actie
Bij binnenkomst op de kamer, trof ik mevrouw kortademig aan in bed. Ik begin met mijn
gegevensverzameling, dit is de eerste stap van het verpleegkundig proces (NWG Zorg, 2019). Hierbij
pas ik de eerste stap van het klinisch redeneren toe, ik begin met observeren (Bakker & van Heycop
ten Ham, 2016). Hierbij viel mij het volgende op:
➢ Mw. is kortademig, er is hierbij sprake van tachypnoe waarbij de hulpademhalingsspieren
worden gebruikt;
➢ Mw. heeft cyanotische lippen en neus, mevrouw voelt koud aan.
Hierbij vraag ik mij het volgende af: is er sprake van dyspnoe, de saturatie, hyperventilatie, paniek
en/of angst?
Om structuur te krijgen in de situatie en deze systematisch en overzichtelijk in kaart te brengen heb
ik de ABCDE-methode toegepast. Ik koos hiervoor aangezien je volgens deze methode vitale
stoornissen/bedreigingen na loopt bij acuut zieke patiënten, waardoor je deze snel kan herkennen en
behandelen, de meest bedreigende eerst (Sluiter & Rutten, 2018). Vervolgens kies ik ervoor om als
aanvulling op de ABCDE-methode de EWS-score in te vullen om de gezondheidssituatie in kaart te
brengen, aangezien je met deze score de patiënt ook snel op de zes vitale functies kan beoordelen
(Enurse, 2021). (Competentie 1,3,14).
Naar aanleiding van de resultaten uit te ABCDE-methodiek en de EWS-score bel ik de arts om de
situatie over te dragen, zie (bijlage 1, 2 en 3) voor de uitwerking (competentie 6). Dit doe ik volgens
de SBAR-methode, om geen zaken over het hoofd te zien.
De SBAR-methode zorgt er namelijk voor dat er concreet en gestructureerd over de situatie
gecommuniceerd wordt (Verpleegkunde: communiceren via SBARR/SBAR-methode, 2018).
2