Oprachten en casussen (+ canvas)
WERKGROEPOPDRACHTEN WEEK 1
1. Geef van onderstaande casus aan of, en zo ja, hoe deze zijn in te passen in
het
rechtsfeitenschema:
a. Charlotte rekent bij de zelfscankassa van de lokale supermarkt haar
boodschappen af. -> meerzijdige rechtshandeling
b. Mark gooit de ruiten van de lokale supermarkt in. -> eenzijdige rechtshandeling
c. Nouria zegt de huurovereenkomst van haar appartement op -> eenzijdige
rechtshandeling
d. Willem maakt ten overstaan van een notaris een testament op waarin hij
vastlegt wat er met zijn nalatenschap dient te gebeuren na zijn overlijden.-> eenzijdige
ongerichte rechtshandeling
e. Lisanne schenkt haar fiets aan haar buurmeisje Floor.-> eenzijdig rechtshandelen
2. Noem een voorbeeld van een absoluut recht en een relatief recht. Leg aan de
hand van die voorbeelden uit wat het verschil is tussen absolute rechten en
relatieve rechten.
Absoluutrecht: auteursrechten
Relatiefrecht: huwelijk
3. In de etalage van Varendal, een gerenommeerde winkel in dure merkkleding,
staat een modieus aangekleed etalagemodel. Het prijskaartje van een paar
sokken, dat een
bedrag van € 20 aangeeft, is per ongeluk terechtgekomen op het jasje,
waarvan de
koopprijs door Varendal op € 1.200 was vastgesteld. Thans lijkt het jasje
slechts € 20 te
kosten. Een klant, Sarah, meldt zich bij de kassa en wil het jasje voor € 20
kopen.
Is tussen Varendal en Sarah een overeenkomst tot stand gekomen?
Nee want er is geen sprake geweest van aanvaarding van de overeenkomst.
4. De heer Lopez is eigenaar van een rijtjeshuis. Lopez wil het huis verkopen.
Hij zet het
huis op 5 november 2021 te koop in een advertentie op een huizenwebsite. Op
8
november 2021 doet mevrouw Kleijn een schriftelijk bod van € 350.000. Op 10
november 2021 schrijft Lopez een brief aan Kleijn waarin hij akkoord gaat met
het bod.
Nog voordat de brief wordt gepost, gaat plotseling het brandalarm af. De brief
gaat door
waterschade verloren. Door alle commotie vergeet Lopez om een nieuwe brief
op te
stellen. Op 12 november 2021 ontvangt Lopez een brief van Kleijn waarin zij
schrijft van
het bod af te zien. Lopez gaat daarmee niet akkoord. Op 13 november 2021
verstuurt hij
een brief waarin hij aangeeft alsnog akkoord te gaan met het bod van Kleijn.
Kleijn
ontvangt deze brief op 14 november 2021.
Meerzijdige overeenkomst was niet voltooid.
,5/11 advertentie = uitnodiging bod
8/11 kleijn doet een aanbod
10/11 lopez aanvaard, maar wordt niet verzonden (ontvangsttheorie 3:37 lid 3)
12/11 kleijn herroept bod
13/11 lopez verzendt aanvaarding
14/11 kleijn ontvangt de aanvaarding
Werkboek:
3:32 bekwaam om rechtshandeling uit te voeren
3:33 wil en verklaring -> rechtsgevolg
3:37 vormvrij tenzij wet
3:35 !! beroepen op wilsvertrouwensleer , geen beroep op ontbreken overeenstemming
wil en verklaring
6:217
6:213
Werkgroep week 2
INLEIDING PRIVAATRECHT WERKGROEPOPDRACHTEN WEEK 2
1. De financiën van binnenhuisarchitect Karels staan er slecht voor. Er zijn veel
schuldeisers en te weinig inkomsten. Faber, een van de schuldeisers van Karels, komt
langs op het kantoor van Karels om te spreken over een eventuele afbetalingsregeling.
Tijdens de bespreking valt zijn oog op een prachtig schilderij aan de muur van het
kantoor. Faber vraagt aan Karels of het schilderij te koop is. Karels wil het schilderij niet
verkopen. Faber antwoordt daarop dat als Karels het schilderij niet aan hem verkoopt, hij
het faillissement van Karels zal aanvragen. Karels ziet zich daarop genoodzaakt het aan
Faber te verkopen. Enige tijd later krijgt Karels spijt.
Kan Karels van de koopovereenkomst met Faber af?
Karel is bedreigd. Faber heeft karel opzettelijk bewogen tot rechthandeling. Dreigen om
schilderij te krijgen is onrechtmatig. Nadeel is schilderij kwijt.
2. Mahir wil een USB-stick van 64 GB of 128 GB kopen. Mahir vertelt aan Frans, verkoper
in een elektronicawinkel, dat hij bereid is om maximaal € 15 te betalen voor een USB-
stick van 64 GB en maximaal € 30 voor een USB-stick van 128 GB. Op aanraden van
Frans koopt Mahir uiteindelijk een USB-stick voor € 25. Frans verzekert Mahir dat de
USB-stick 128 GB aan opslagcapaciteit bevat. Wanneer Mahir de USB-stick in zijn
laptop plaatst, blijkt de USB-stick slechts 64 GB aan opslagcapaciteit te bevatten.
Kan Mahir van de koopovereenkomst met de elektronicawinkel af?
6:288
Nieuwerhuizen: 2.6.1 dwaling
Ja want de verklaring van de verkoper komt niet overeen met zijn acties
Bij bedrog is er opzet, bij dwaling niet
, Geestesnederhof: inlichteling wederpartij, onderzoeksplicht vervalt
3. De 12-jarige Anna is van het sportieve soort. Zij ziet kans bij een sportschool een
abonnement af te sluiten waardoor ze onbeperkt kan fitnessen voor € 80 per maand. Na
enkele maanden zien de ouders van Anna deze afschrijvingen op haar
rekeningoverzicht. Zij vinden het belachelijk dat Anna zoveel betaalt om te sporten,
terwijl er veel goedkopere alternatieven zijn.
a. Kunnen de ouders iets doen aan de overeenkomst tussen Anna en de
sportschool?
3:32 lid 1 -> 1:233 -> 1:234 lid 1
Er was geen toestemming
Lid 3 1:243. Maatschappelijk verkeer gebruikelijk?
Nee, 12 is jong. Hoge prijs, doorlopend contract, en opzeggen etc
b. Maakt het verschil als Anna 16 jaar oud is?
Kan beide, uitleggen waarom. ‘maatschappelijk verkeer gebruikelijk’ is
objectief criterium. (achtergrond persoon irrelevant)
3:32 lid 2
Rechtshandeling vernietigbaar, overeenkomst vervalt
3:32 lid 1
3:33
1:233
1:234 lid 1
3:32 lid 2
4. Gert, verzamelaar van antieke meubels, ziet op een zondagochtend in de etalage van
Bella, opkoper van inboedels, een mooie achttiende-eeuwse stoel staan. Omdat hij de
volgende dag zelf moet werken, vraagt Gert aan zijn broer Piet om te gaan kijken. Zij
spreken af dat Piet in naam van Gert de stoel zal kopen als de prijs maximaal € 500
bedraagt. Als bewijsstuk stelt Gert een akte op met de tekst: ‘Piet is bevoegd om in mijn
naam de achttiende-eeuwse stoel in de etalage van Bella te kopen.’
Op maandagmiddag gaat Piet naar de winkel van Bella. Zij vraagt € 250 voor de stoel.
Piet besluit dan ook direct om de stoel voor € 250 te kopen. Piet vertelt niet aan Bella dat
hij in naam van Gert handelt en toont ook niet de door Piet opgestelde akte.
a. Is in deze casus sprake van lastgeving, vertegenwoordiging en/of volmacht?
Lastgeving, overeenkomst die gert verplicht. piet mag in gerts naam een
rechtshandeling maken.
Het moet voor verkoper duidelijk zijn dat er sprake is van vertegenwoordiging
van iemand anders
Stel dat Piet wel uitdrukkelijk vermeldt dat hij handelt in naam van Gert en ook de akte
aan Bella laat zien, maar de koopprijs niet € 250, maar € 750 bedraagt. Piet en Bella